interlocksysteem dat u moet verhelpen voordat
u opnieuw gaat werken.
2.
Haal uw voet van het tractiepedaal, start de
motor en stel de parkeerrem in werking.
3.
Laat de motor draaien en zet het tractiepedaal
uit de
NEUTRAALSTAND
Opmerking:
De tractie-aandrijving mag niet
functioneren. Als deze toch werkt, is er een
defect in het interlocksysteem dat u moet
verhelpen voordat u verdergaat met werken.
De veiligheidsschakelaar van de
aftakas controleren
1.
Start de motor.
2.
Laat de motor lopen, sta op van de stoel en
schakel de aftakas in.
Opmerking:
De aftakas mag niet in werking
komen. Als deze toch werkt, is er een defect
in het interlocksysteem dat u moet verhelpen
voordat u verdergaat met werken.
3.
Neem plaats op de bestuurdersstoel en schakel
de aftakas uit.
4.
Laat de motor lopen, schakel de aftakas in en
sta op van de stoel.
Opmerking:
De aandrijving van de aftakas
zou moeten afslaan na 1 seconde. Als hij niet
afslaat, is er een defect in het interlocksysteem
dat u moet verhelpen voordat u verdergaat met
werken.
5.
Neem plaats op de bestuurdersstoel, schakel de
parkeerrem uit en start de motor.
6.
Laat de motor lopen, schakel de aftakas in en
laat elk maaidek afzonderlijk naar boven komen.
Opmerking:
De messen van het maaidek
dat naar boven komt moeten stoppen. Als de
messen niet stoppen, is er een defect in het
interlocksysteem dat moet worden verholpen
voordat u verdergaat met werken.
De stoptijd van het mes
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
De messen van het maaidek moeten volledig tot
stilstand zijn gekomen binnen ongeveer 5 seconden
nadat u het maaidek hebt uitgeschakeld met de
maaidekschakelaar.
Opmerking:
Zorg ervoor dat de maaidekken omlaag
zijn gebracht op een schoon gedeelte van het gazon
of op een hard oppervlak om te voorkomen dat er stof
.
en vuil opwaait. Om de stoptijd te controleren, moet
iemand op minimaal 6 m afstand van het maaidek
staan en de messen op 1 van de maaidekken
bekijken. Schakel de maaidekken uit en noteer de tijd
die er nodig is totdat de messen volledig tot stilstand
zijn gekomen. Als de tijd meer dan 7 seconden
bedraagt, moet u de remklep afstellen; neem contact
op met uw Toro-verdeler om u te helpen bij deze
afstelling.
Tijdens gebruik
Veiligheid tijdens het werk
Algemene veiligheid
•
De eigenaar/gebruiker is verantwoordelijk
voor ongelukken die hem/haar letsel kunnen
toebrengen of materiële schade kunnen
veroorzaken, en hij kan zulke ongelukken en
beschadigingen voorkomen.
•
Draag geschikte kleding, zoals een
veiligheidsbril, gripvaste, stevige schoenen
en gehoorbescherming. Het verdient aanbeveling
veiligheidsschoenen en een lange broek
te dragen. Dit is verplicht op grond van
diverse plaatselijke veiligheidsvoorschriften en
verzekeringsbepalingen. Draag lang haar en
loszittende kleding niet los, en draag geen juwelen.
•
Controleer of alle aandrijvingen in de
NEUTRAALSTAND
gesteld en u zich in de bestuurderspositie bevindt
voordat u de motor start.
•
Houd lichaamsdelen, in het bijzonder uw handen
en voeten, uit de buurt van alle bewegende
onderdelen.
•
Gebruik de machine niet als u ziek, moe of onder
de invloed van alcohol of drugs bent.
•
Richt de uitworp van de maaier niet op mensen
of huisdieren.
•
Maai uitsluitend in de achteruitstand, als dat
strikt noodzakelijk is. Als u dient te maaien
in achteruitstand, kijk dan vóór en tijdens het
achteruitrijden achter u en naar beneden om te
voorkomen dat u kleine kinderen aanrijdt. Blijf
waakzaam en zet de machine af als een kind het
werkgebied betreedt.
•
Wees uiterst voorzichtig bij het naderen van blinde
hoeken, struiken, bomen en andere objecten die
het zicht kunnen belemmeren.
•
Maai niet in de buurt van steile hellingen, greppels
of dijken. De machine kan plotseling omslaan
als een wiel over de rand komt, of als de rand
afbrokkelt.
48
zijn, de parkeerrem in werking is