4. Houd de vlakke kanten van de kogelverbinding
voor de vlakke kanten van de trekstang en
draai de moer vast (Figuur 49).
5. Monteer de kogelverbinding op de
stuurhefboom en controleer het toespoor; zie
Toespoor meten.
Belangrijk: Als u de kogelverbinding
meerdere slagen moet draaien om aan
de specificaties te voldoen, moet dit
beurtelings bij de linker en de rechter
stuurstang gebeuren om ervoor te zorgen
dat het stuurwiel recht blijft.
Transaxle-vloeistof
De transaxle is in de fabriek afgedicht zodat u de
vloeistof niet hoeft te controleren of te verversen.
Belangrijk: In geval van problemen met
de transaxle moet u contact opnemen met
uw plaatselijke Service Dealer voor hulp en
onderhoud.
Onderhoud koelsysteem
Het koelsysteem reinigen
Verwijder voor elk gebruik gras en rommel van het
luchtinlaatrooster.
Reinig de koelribben en uitlaatringen om de
100 bedrijfsuren.
1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in
werking, zet de motor af en verwijder het
contactsleuteltje.
2. Verwijder de luchtinlaatroosters, de
cilinderdeksels en het ventilatorhuis
(Figuur 50).
Figuur 50
1. Luchtinlaatrooster
2. Ventilatorhuis
3. Verwijder rommel en gras van de onderdelen.
4. Verwijder de luchtinlaatroosters, de
cilinderdeksels en het ventilatorhuis.
Onderhouden remmen
Onderhoud van de rem
Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u
de machine stopt of deze onbeheerd achterlaat.
Als de parkeerrem niet goed werkt, moet u deze
afstellen.
Rem controleren
1. Parkeer de maaimachine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen alvorens de
bestuurderspositie te verlaten.
3. De achterwielen moeten blokkeren en slippen
wanneer u de tractor vooruit probeert te
duwen. Als de wielen draaien en niet blokkeren,
moet u de rem afstellen, zie Rem afstellen.
4. Zet de rem vrij en zet de aandrijfstang op
DUWEN; zie Machine met hand duwen
41
3. Cilinderdeksel
4. Cilinderdeksel