U bent tevens verantwoordelijk voor de instructie m.b.t. veiligheid Wij bij Toro wensen dat u geheel tevreden bent met van personen die u met de machine laat werken. dit nieuwe product. Aarzel daarom niet contact op te...
Veiligheid Instructies voor veilige U dient erop toe te zien dat de machine niet door kinderen wordt bediend of door volwassenen die bediening van (rijdende) niet van de instructies op de hoogte zijn. Voor de bestuurder kan een wettelijke minimumleeftijd maaimachines met zittende gelden.
Veiligheid Voor ingebruikname Gebruiksaanwijzing Draag tijdens het maaien altijd een lange broek Laat de motor niet in een afgesloten ruimte en stevige schoenen. Draag geen schoenen met lopen, omdat zich giftige koolmonoxydedampen open tenen en loop niet op blote voeten. kunnen verzamelen.
V eiligheid Maak geen scherpe bochten. Ga zorgvuldig als u een vreemd voorwerp raakt. te werk bij achteruit rijden. Controleer de maaier op beschadigingen en voer alle benodigde reparaties uit alvorens Gebruik contragewicht(en) of hem weer te gebruiken; wielgewichten, als dit in de bedieningshandleiding wordt geadviseerd.
Veiligheid Versleten of beschadigde onderdelen vervangen ten behoeve van een veilig gebruik. Als de brandstoftank moet worden leeggemaakt, dient dit buiten plaats te vinden. Let op dat bij machines met meer maaimessen andere messen kunnen gaan draaien doordat u een mes draait. Als u de machine parkeert, stalt of onbewaakt achterlaat, het maaiwerktuig laten zakken, tenzij u een afdoende mechanische vergrendeling...
Veiligheid Overzicht van symbolen Veiligheidsalarm Amputatiegevaar – maaier in achterwaartse beweging Veiligheidsalarm Blijf altijd op veilige afstand van de maaier Lees de bedieningshandleiding Blijf altijd op veilige afstand van Raadpleeg technische hand- de maaier leiding voor juiste onderhouds- procedures Houd kinderen op veilige afstand Uitgeworpen voorwerpen –...
V eiligheid Overzicht van symbolen Meerijden op deze machine Maaimes– basissymbool uitsluitend toegestaan op passagierszitplaats en als zicht van de bestuurder niet Maaimes - belemmerd wordt instelling maaihoogte Vingers of hand kunnen bekneld raken - zijwaartse kracht Maaier - zakken Maaier - heffen Terugslag of opwaartse beweging - opgeslagen energie...
Veiligheid Overzicht van symbolen Brandstof Snel Langzaam Brandstofvoorraad Toename/afname Leeg Aan/Lopen Uit/Stop Motor Laadtoestand van de accu Motor starten Koplampen – dim-/grootlicht Motor afzetten Remsysteem Parkeerrem Hulpstarter Koppeling Motortemperatuur Aftakas Motoroliedruk In werking stellen Buiten werking stellen Motoroliepeil Openen Sluiten Keuzeschakelaar...
Benzine en olie Aanbevolen benzine Gebruik ONGELODE normaalbenzine voor POTENTIEEL GEVAAR automobielen (octaangehalte minimaal 85). Gelode Benzine is onder bepaalde omstandigheden normaalbenzine kan worden gebruikt als ongelode uitermate brandbaar en explosief. benzine niet verkrijgbaar is. WAT KAN ER GEBEUREN Belangrijk: Nooit methanol, benzine die Brand of explosie van benzine kan methanol bevat, gasohol met meer brandwonden of schade aan eigendommen...
Benzine en olie Stabilizer/Conditioner Brandstoftank met benzine vullen Voeg de juiste hoeveelheid stabilizer/conditioner aan de benzine toe. Gebruik van stabilizer/conditioner in Motor afzetten en parkeerrem in werking stellen. de machine: Omgeving van beide brandstoftankdoppen Houdt de benzine vers gedurende stalling van reinigen en doppen afnemen.
Gebruiksaanwijzing Veiligheid staat voorop Bedieningsorganen Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies in het Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen hoofdstuk Veilige bediening. Met behulp van deze (fig. 1) voordat u de motor start en de machine informatie kunt u letsel van uw gezinsleden, gebruikt.
Gebruiksaanwijzing Keuzeschakelaar Knop die door middel van draaien wordt ontgrendeld, wordt gebruikt om de beveiliging “werktuig-in- achteruit” op te heffen. Bevindt zich aan de stoelophanging aan de rechterkant, net onder de zitting (fig. 2). 1201 Figuur 3 1. Rempedaal 2. Parkeerremhendel m–4220 Starten en stoppen van de Figuur 2...
Gebruiksaanwijzing Belangrijk: Wanneer de motor na 30 seconden Stoppen draaien van de startmotor nog niet is Zet het handgas in de stand “LANGZAAM” aangeslagen, draait u de (fig. 5). contactsleutel in de stand “OFF”. Laat de startmotor afkoelen, zie: Draai de contactsleutel in de stand “OFF” (uit) Problemen, oorzaak en remedie, (fig.
Gebruiksaanwijzing Aftakas inschakelen u opstaat van de stoel als de aftakas ingeschakeld is of de rijsnelheidshendel niet in “N” (neutraal) Trap het rempedaal in om de tractor te stoppen. staat. Trek de aftakasknop uit in de stand “AAN” Beweeg het hydrostatische rijpedaal uit de (fig.
Pagina 20
Gebruiksaanwijzing de beveiliging uitgeschakeld hebt, blijft die uitgeschakeld zolang de maaier of het door de aftakas aangedreven werktuig in bedrijf is terwijl u achteruit POTENTIEEL GEVAAR rijdt. Het lampje op het bedieningspaneel blijft branden totdat de maaikoppeling (aftakas) Een kind of omstander kan door een achteruitrijdende tractor met ingeschakelde uitgeschakeld wordt, of de motor wordt gestopt.
Gebruiksaanwijzing Veiligheidssysteem testen stand “AAN”. Draai de “Key Choice” sleutel om en laat hem los. Het waarschuwingslampje Test het veiligheidssysteem telkens voordat u de “werktuig-in-achteruit” moet oplichten. Beweeg machine gebruikt. Als het veiligheidssysteem niet het rijpedaal naar achteruit. De aftakas en het zoals hieronder beschreven functioneert, moet u het aftakaslampje op het dashboard moeten aan direct door een geautoriseerde dealer laten repareren.
Gebruiksaanwijzing voor de aftakas. Als dit lampje brandt, betekent dat: let op, de startmotor werkt niet als de aftakas ingeschakeld is. Schakel de aftakas altijd uit voordat u de bestuurdersstoel verlaat. Bedrijfsurenteller De bedrijfsurenteller registreert het aantal uren dat de motor heeft gelopen.
Gebruiksaanwijzing Bedieningshendel Instellen van werktuighoogte hefinrichting De draaiknop voor de werktuighoogte (fig. 11) wordt gebruikt om het werktuig op een bepaalde hoogte in De bedieningshendel voor de hefinrichting (fig. 11) de hefinrichting te houden. De knop wordt gedraaid wordt gebruikt om werktuigen te heffen en te laten om de aanslag van de hefinrichting omhoog of zakken.
Gebruiksaanwijzing Koplampen Schuinstand van het stuurwiel instellen De koplampen worden ingeschakeld via een afzonderlijke stand “LIGHTS” (verlichting) van de De schuinstand van het stuurwiel kan in vier posities contactsleutel (fig. 13). De lichten branden altijd als worden gezet. Zet het stuurwiel in een stand waarbij u de contactsleutel in de stand “LIGHTS”...
Gebruiksaanwijzing Cruise Control inschakelen Tractor met de hand duwen Zet de tractor in beweging, zie Vooruit en Belangrijk: De tractor altijd met de hand achteruit rijden, pagina 20. Terwijl u het duwen, nooit slepen, omdat de rijpedaal in een bepaalde stand ingetrapt houdt, transmissie hierdoor beschadigd kan drukt u de Cruise Control-schakelaar (fig.
Onderhoud Onderhoudsschema Onder- houd Elke voor Elke Elke Elke Voorjaars- Werkzaamheden stalling gebruik 5 uur 25 uur 50 uur onderhoud Oliepeil controleren Olie verversen* Eerste Oliefilter vervangen* (200 uur, elke 2e olieverversing of jaarlijks) Veiligheidssysteem controleren Rem controleren Chassis doorsmeren* Luchtfilter - schuimfilterelement reinigen* Luchtfilter - papierfilterelement...
Pagina 27
Onderhoud MOGELIJK GEVAAR Als u de sleutel in het contactslot laat zitten, kan een onbevoegde de motor starten. WAT ER KAN GEBEUREN Per ongeluk starten van de motor kan leiden tot lichamelijk letsel van u of omstanders. GEVAARLIJKE SITUATIES VOORKOMEN Verwijder de sleutel uit het contactslot en trek de bougiekabel(s) van de bougie(s) af alvorens onderhoud te verrichten.
Onderhoud Luchtfilter Schuimelement voorzichtig van het papierelement af schuiven (fig. 17). Onderhoudsinterval/Specificatie Moer losdraaien en deksel en papierelement verwijderen (fig. 17). Schuimfilter: reinigen en olie aanbrengen na elke 25 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Schuimfilter en papierfilter reinigen Papierfilter: na elke 100 bedrijfsuren of jaarlijks Schuimfilterelement vervangen, waarbij de kortste periode moet worden...
Onderhoud Papierfilter Schuimfilter en papierfilter installeren A. Klop het filter voorzichtig tegen een vlak motor nooit laten lopen zonder dat oppervlak om vuil en stof te verwijderen het complete luchtfilter gemonteerd (fig. 19). is, daar anders de motor beschadigd kan worden. B.
Onderhoud Motorolie Motoroliepeil controleren Parkeer de machine op een vlakke, horizontale Onderhoudsinterval/Specificatie ondergrond. Schakel de PTO uit, stel de parkeerrem in werking en draai de contactsleutel Olie verversen: in de stand “OFF” om de motor te stoppen. Neem de sleutel uit de contactschakelaar. Na de eerste 5 bedrijfsuren.
Onderhoud Olie verversen/aftappen Oliefilter vervangen Onderhoudsinterval/Specificatie Start de motor en laat hem vijf minuten lopen. Warme olie kan beter afgetapt worden. Vervang het oliefilter elke 200 bedrijfsuren of bij elke Parkeer de machine zo, dat de kant waar de olie olieverversing.
Onderhoud Bougie Bougie controleren Controleer het midden van de bougie(s) (fig. 24). Onderhoudsinterval/Specificatie Als de isolator lichtbruin of grijs is, functioneert de motor naar behoren. Een zwarte afzetting op Controleer de bougie(s) elke 200 bedrijfsuren. de isolator duidt meestal op een vervuild Controleer of de luchtspleet tussen de elektroden luchtfilter.
Onderhoud Smeren Waar moet gesmeerd worden Smeer de voorwielen en de spindels totdat er wat Onderhoudsinterval/Specificatie nieuw vet bij de lagers naar buiten komt (fig. 25). De machine na elke 50 bedrijfsuren of jaarlijks doorsmeren, waarbij de kortste periode moet worden Smeer het draaipunt van de vooras (fig.
Onderhoud Bandenspanning Onderhoudsinterval/Specificatie Stel altijd de parkeerrem in werking als u de machine stopt of onbeheerd achterlaat. Controleer de rem vóór Houd de voor- en achterbanden op de voorgeschreven elk gebruik. Als de parkeerrem slipt of onvoldoende spanning. Controleer de bandenspanning via het remvermogen heeft, moet die worden afgesteld.
Aftakas uitschakelen, parkeerrem in werking op met uw erkende Toro-dealer. stellen en de contactsleutel in de stand “OFF” draaien om de motor te stoppen. Verwijder de sleutel.
Onderhoud Druk de uiteinden van de slangklem naar elkaar Brandstoffilter vervangen toe en schuif de slangklem over de Na verwijderen nooit een vuil filter opnieuw aan de brandstofslang, naar de brandstoftank toe brandstofslang monteren. (fig. 30). Schakel de PTO uit, stel de parkeerrem in Trek de brandstofslang van het filter af (fig.
Onderhoud Toesporing van de voorwielen Toesporing meten Maaikoppeling (aftakas) uitschakelen, Onderhoudsinterval/Specificatie parkeerrem in werking stellen en contactsleutel op “OFF” draaien om de motor te stoppen. Een correcte toesporing van de voorwielen is Verwijder de sleutel. belangrijk. Bij ongelijkmatige bandenslijtage, beschadiging van de graszode of zwaar sturen kan Voorwielen aan de voorkant naar buiten drukken, afstelling nodig zijn.
2. Koplampen-10 A 4. Hoofdzekering-30 A Onderhoudsinterval/Specificatie De transmissie is een gesloten systeem dat geen controle of verversing van de olie behoeft. Mochten er problemen optreden met de transmissie, neem dan contact op met uw erkende Toro-dealer voor hulp en onderhoud.
Onderhoud Koplampen Gloeilamp monteren Aan de zijkant van de lampvoet zitten metalen Specificatie: Gloeilamp # 1156 autolamp pennen. Houd de pennen voor de sleuven in de lamphouder en steek de lampvoet in de houder Gloeilamp verwijderen (fig. 35). De lamp in de houder drukken en rechtsom draaien tot aanslag.
Onderhoud Accu Onderhoudsinterval/specificatie Controleer het zuurpeil van de accu voor elk gebruik. Houd de accu altijd schoon en volledig geladen. Gebruik een tissue om de accubak schoon te maken. Als de accupolen geoxydeerd zijn, deze schoonmaken met een oplossing van vier delen water en één deel zuiveringszout.
Onderhoud Accu bijvullen met water Het beste moment om de accu met water bij te vullen is net voordat u de tractor gebruikt. Het water wordt dan goed vermengd met de zuuroplossing. Maak de bovenkant van de accu met een tissue schoon.
Onderhoud Accu opladen Zorg dat de accu altijd volledig geladen is (soortelijk gewicht 1,260). Dit is vooral belangrijk om beschadiging van de accu te voorkomen bij temperaturen onder 0 C (32 F). Accu uit het chassis verwijderen, zie Accu verwijderen, pagina 38. Controleer het zuurpeil, zie: Zuurpeil controleren, pagina 39, stap 2–3.
Neem de accu uit het chassis, controleer het Bijwerklak is verkrijgbaar bij de erkende zuurpeil en laad de accu volledig op, zie: Accu, Toro-dealer. pagina 38. De accukabels niet op de accupolen aansluiten tijdens stalling. 13. Machine in een schone, droge garage of opslagruimte stallen.
Problemen, oorzaak en remedie PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Startmotor draait niet. Maaikoppeling (aftakas) is Maaikoppeling (aftakas) INGESCHAKELD. UITSCHAKELEN. Parkeerrem is niet in werking Parkeerrem in werking gesteld. stellen. Bestuurder zit niet op de Neem plaats op de stoel. stoel. Accu opladen. Accu is leeg.
Pagina 46
Problemen, oorzaak en remedie PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Motor werkt niet op maximaal Motor overbelast. Rijsnelheid verlagen. vermogen. Luchtfilter vuil. Luchtfilterelement reinigen. Oliepeil in carter te laag. Carter bijvullen met motorolie. Koelribben en luchtkanalen Obstructie van koelribben en onder motorkoelinghuis luchtkanalen verwijderen.