uitschakelen en het contactsleuteltje op UIT
draaien. Als u de machine onbeheerd laat,
moet u tevens de parkeerrem in werking
stellen; zie Parkeerrem in werking stellen in
Onderhouden remmen, blz. 41. Denk erom dat u
het sleuteltje uit het contact haalt.
Kinderen of omstanders kunnen letsel
oplopen als zij de machine verplaatsen of
proberen te bedienen terwijl deze onbeheerd
staat.
Verwijder altijd het contactsleuteltje en het
KeyChoice® sleuteltje en stel de parkeerrem
in werking wanneer u de machine onbeheerd
laat, ook al is het slechts voor een paar
minuten.
De werktuighefhendel
bedienen
Met behulp van de werktuighefhendel (Figuur 22)
kunt u diverse werktuigen opheffen en neerlaten.
Een werktuig opheffen
Trek de werktuighefhendel naar achteren totdat
de vergrendeling vastklikt. Hiermee wordt het
werktuig in de opgeheven positie gehouden.
Een werktuig neerlaten
Trek de hefhendel naar achteren om de druk van
de werktuiglift weg te nemen en druk op de knop
op de hendel om de vergrendeling los te zetten.
Duw de hefhendel naar voren om het werktuig
neer te laten.
Figuur 22
1. Hefhendel
Werktuiglift bedienen
Het hefmechanisme (Figuur 23) wordt gebruikt
om werktuigen op te heffen en neer te laten.
Werktuigen opheffen
1. Draai het sleuteltje op AAN of LOPEN
(Figuur 23).
2. Zet de hefschakelaar op OMHOOG om de
werktuiglift omhoog te brengen (Figuur 23).
Hiermee wordt het werktuig opgeheven en in
die positie gehouden.
Werktuigen neerlaten
1. Draai het sleuteltje op AAN of LOPEN
(Figuur 23).
2. Zet de hefschakelaar op OMLAAG om de
werktuiglift omlaag te brengen (Figuur 23).
Hiermee wordt de werktuiglift omlaag
gebracht.
26
2. Knop