Pagina 1
Form No. 3353-253 Rev - 420 en 430 Tuin- en Parktractoren Modelnr.: 72211—Serienr. 250000001 og højere Modelnr.: 72212—Serienr. 250000001 og højere Registreer uw product op www.Toro.com Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL)
Starten en stoppen van de het juiste en veilige gebruik van de machine. motor........ 22 Bediening van de aftakas ....22 U kunt rechtstreeks contact opnemen met Toro op Het Veiligheidssysteem ...... 23 www.Toro.com om informatie over producten en Vooruit- en achteruitrijden....25 accessoires te verkrijgen, een dealer te vinden of De machine stoppen......
Pagina 3
Figuur 1 1. Plaatje met modelnummer en serienummer Modelnr.: Serienr.: Deze handleiding noemt een aantal mogelijke gevaren en bevat een aantal veiligheidsberichten (Figuur 2) met de volgende veiligheidssymbolen, die duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.
Veiligheid • Verminder uw snelheid voordat u een bocht maakt. • U mag een machine met draaiende motor Deze machine voldoet minstens aan de B71.1-1998 nooit onbeheerd achterlaten. U moet altijd de specificaties van het American National Standards maaimessen uitschakelen, de parkeerrem in Institute, van kracht op het moment van productie.
Pagina 5
• Laat kinderen nooit de machine bedienen. wielgewicht of contragewichten te gebruiken • Wees extra voorzichtig bij het naderen van overeenkomstig de aanwijzingen van Toro. blinde hoeken, struiken, bomen, het einde • Wees extra voorzichtig met grasvangers of van een hek en andere objecten die het zicht andere werktuigen.
• Accugassen kunnen ontploffen. Houd sigaretten, vonken en open vuur uit de buurt • Gebruik altijd originele Toro-onderdelen zodat van de accu. de originele standaarden worden gehandhaafd. • Gebruik altijd originele onderdelen zodat de Veilige Bediening Toro originele standaarden worden gehandhaafd.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 92-6727 1. Brandstofpeil 2. Brandstof 93-7255 6. Stoppen 1. Gashendel 2. SNEL 7. Verlichting 3.
Pagina 9
99-2986 1. Ledematen van omstanders kunnen bekneld raken/afgesneden worden bij het achteruitrijden – Draai nooit het sleuteltje om als er kinderen in de buurt zijn; houd kinderen op een veilige afstand van de machine. 99-5340 1. KeyChoice-sleuteltje – Omdraaien als u wilt maaien in de 93-7256 achteruit-stand.
Pagina 10
106-9871 Model 430 1. Cruise control, vergrendeld 4. Motoroliedruk Symbolen op accu 2. Aftakasschakelaar 5. Brandstofpeil 3. Accu-ontladingsindicator 6. .Maaien in de Sommige of alle symbolen staan op de accu. achteruit-stand ingeschakeld 1. Risico van explosie 6. Houd omstanders op veilige afstand van de accu.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Hoe- Stap veel- Omschrijving Gebruik heid Stuurwiel Borgmoer, 1/2 inch Monteer het stuurwiel. Moer, 1/2 inch Logokapje Stoel Afstandsstuk, grote binnendiameter Afstandsstuk, kleine binnendiameter Monteer de stoel. Borstbout Knop Platte ring, 11/32 inch...
Stuurwiel monteren De stoel monteren Benodigde onderdelen voor deze Benodigde onderdelen voor deze stap: stap: Stoel Stuurwiel Afstandsstuk, grote binnendiameter Borgmoer, 1/2 inch Afstandsstuk, kleine binnendiameter Moer, 1/2 inch Borstbout Logokapje Knop Platte ring, 11/32 inch Procedure Procedure 1. Draai de voorwielen recht naar voren. 2.
Opmerking: Vul de accu nooit bij met en draai de 2 knoppen en de 2 platte ringen (11/32 inch) in de voorste gaten in de stoel accuzuur terwijl de accu nog in de machine zit. (Figuur 4). Stel de stoel in en draai de knoppen Er zou dan accuzuur op andere onderdelen vast.
8. Zodra de accu volledig is opgeladen, haalt u de acculader uit het stopcontact en maakt u vervolgens de oplaadkabels los van de accuklemmen (Figuur 6). Voorwielen monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Voorwielen Borgpen Afstandsringen Ringen – dik Ringen Procedure 1.
7. Doe hetzelfde aan de andere kant 2–6. 8. Smeer de wiellagers. Bandenspanning en smering controleren Achterwielen monteren Geen onderdelen vereist Benodigde onderdelen voor deze Procedure stap: Controleer of de voor- en achterbanden de Achterwielen correcte spanning hebben. Zie Bandenspanning Wielmoeren controleren in het hoofdstuk Onderhoud Belangrijk: Het carter van de motor van de...
• Vul de registratiekaart in. • Controlelampjes • Gebruik de olieaftapslang als u de motorolie • Aftakaskoppeling en rem ververst. • Hefsysteem • Parkeerrem • Besturing • Gebruik van de machine in de vooruit- en achteruit-stand. Veiligheidssysteem controleren Geen onderdelen vereist Procedure Niet-aangesloten of beschadigde interlockschakelaars kunnen onverwachte...
Bedieningsorganen Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen (Figuur 10 voor model 420 of Figuur 11 voor model 430) voordat u de motor start en de machine gebruikt. Figuur 11 Model 430 1. Stuurwiel 8. Aftakas 2. Contactschakelaar 9. Cruise control-schakelaar 3.
Pagina 19
• Aftakas Het aftakaslampje gaat branden als het contactsleuteltje op LOPEN of LICHTEN staat en de aftakas is ingeschakeld. Als dit lampje brandt, wordt u eraan herinnerd dat de aftakas is ingeschakeld. De startmotor zal niet draaien en u dient de aftakas uit te schakelen, Figuur 12 voordat u de machine verlaat.
Gebruiksaanwij- zing In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand Aanbevolen benzine of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. Gebruik normale LOODVRIJE benzine voor automobielen (octaangetal minimaal 85). Gelode • Vul de brandstoftank in de open lucht normale benzine kan worden gebruikt als loodvrije wanneer de motor koud is.
benzine de kans om uit te zetten. Vul de brandstoftank niet helemaal vol. 3. Draai de tankdop stevig vast. Gemorste benzine opnemen. • Als dit niet mogelijk is, verdient het de voorkeur dergelijke machines op een Motoroliepeil controleren truck of aanhanger bij te vullen uit een draagbaar vat, niet met behulp van een Voordat u de motor start en de machine in gebruik vulpistool van een pomp.
Parkeerrem vrijzetten hapert, zet u de choke weer gedurende een paar seconden op AAN. Zet vervolgens de 1. Trap het rempedaal in (Figuur 14). De gashendel in de gewenste stand. Herhaal dit parkeerremhendel moet nu vrijkomen. indien nodig. 2. Laat het rempedaal nu langzaam opkomen. Starten en stoppen van de motor Motor starten...
• U de bestuurdersstoel verlaat terwijl het rempedaal niet is ingetrapt. • U de bestuurdersstoel verlaat terwijl de aftakas is ingeschakeld. Het veiligheidssysteem zorgt ervoor dat de aftakas tot stilstand wordt gebracht, wanneer: U de machine in de achteruit-stand zet terwijl de aftakas is ingeschakeld.
AAN. Draai het KeyChoice® sleuteltje om laat dit los. Het lampje werken-in-achteruit moet nu oplichten. Zet het pedaal in de Wanneer u achteruit rijdt terwijl de achteruit-stand. De aftakas moet ingeschakeld maaimessen of andere werktuigen in blijven en het aftakaslampje op het dashboard gebruik zijn, bestaat het gevaar dat u een moet blijven branden.
Vooruit- en achteruitrijden Met de gashendel regelt u de snelheid van de motor, oftewel het toerental (in omwentelingen per minuut). Zet de gashendel op SNEL om de beste prestaties te verkrijgen. Om vooruit of achteruit te rijden, zet u de parkeerrem vrij: zie Parkeerrem vrijzetten in Onderhouden remmen, blz.
uitschakelen en het contactsleuteltje op UIT draaien. Als u de machine onbeheerd laat, moet u tevens de parkeerrem in werking stellen; zie Parkeerrem in werking stellen in Onderhouden remmen, blz. 41. Denk erom dat u het sleuteltje uit het contact haalt. Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen als zij de machine verplaatsen of proberen te bedienen terwijl deze onbeheerd...
Figuur 24 Figuur 23 1. Stelknop 1. Sleuteltje 3. Hefschakelaar-OMLAAG 2. Hefschakelaar-OMHOOG Gebruik van de koplampen Bestuurdersstoel instellen De koplampen worden ontstoken door de contactschakelaar in een afzonderlijke stand, U kunt de stoel naar voren en naar achteren LICHTEN, te zetten (Figuur 25). De lampen verschuiven.
Stuurwiel verstellen Het stuurwiel kan in vier standen worden gekanteld. Zet het stuurwiel in een stand waarin u de machine het best kunt bedienen en comfortabel zit. 1. Trek de hendel om het stuurwiel te verstellen omhoog om de vergrendeling los te zetten (Figuur 26).
Figuur 28 1. Vergrendeld-Ingesteld 2. Ontgrendeld-UIT 2. Hierdoor wordt het tractiepedaal vergrendeld in zijn positie en kunt u uw voet van het pedaal halen. De rijsnelheid zal constant blijven. Cruise control uitschakelen 1. Houd uw voet stil op het tractiepedaal en zet de cruise control-schakelaar (Figuur 28) op Vergrendeld-UIT 2.
Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 8 • Ververs de motorolie. bedrijfsuren • Veiligheidssysteem controleren. • Controleer het motoroliepeil. Bij elk gebruik of • Accuzuur controleren. dagelijks • Luchtinlaatrooster reinigen. • Controleer de rem. • Reinig het schuimelement (dit moet vaker gebeuren als de machine wordt gebruikt in stofge of vuile omstandigheden).
Methode van smeren 1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking en draai het contactsleuteltje op UIT. Verwijder het contactsleuteltje. 2. Reinig de smeernippels met een doek. Indien nodig verf van de voorkant van de nippel(s) afkrabben. 3. Zet een smeerpistool op de nippel. Spuit vet in de nippels totdat er nieuw vet bij de lagers naar buiten komt.
Olie verversen/aftappen Opmerking: Vervang het oliefilter vaker als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of 1. Start de motor en laat deze vijf minuten lopen. zanderige omstandigheden. Warme olie kan beter afgetapt worden. 1. Tap de motorolie af; zie Olie verversen en 2.
Schuim- en papierelement Papierelement reinigen verwijderen 1. Klop het element voorzichtig tegen een vlak oppervlak om vuil en stof te verwijderen 1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem (Figuur 35). in werking. 2. Controleer het filter op scheuren, een vettig 2.
en afstellen van de elektrodenafstand. Monteer nieuwe bougie(s) indien dit nodig is. Type: Champion RCJ8Y (of equivalent type) Elektrodenafstand: 0,76 mm Bougie(s) verwijderen 1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking. Figuur 37 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje 1.
Opmerking: Omdat de tank nu toch tot stilstand zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten. leeg is, is dit een uitstekend moment om het brandstoffilter te vervangen. 3. Sluit de brandstofafsluitklep van de 7. Monteer de brandstofslang op het filter. Schuif brandstoftank (Figuur 38).
te verwijderen, trekt u de zekering (Figuur 40) 4. Draai de lamphouder 1/4 slag linksom en omhoog. verwijder deze uit de reflector (Figuur 41). 5. Druk en draai de lamp zover mogelijk linksom Zekeringen: (ongeveer 1/4 slag) en verwijder deze uit de •...
in de reflector, steek de lamphouder in de reflector en draai deze 1/4 slag rechtsom tot aanslag. Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels 3. Druk de stekkers op de polen van de tot gevolg hebben en vonken veroorzaken.
Figuur 45 1. Vuldoppen 3. Onderste streep 2. Bovenste streep Figuur 44 1. Minkabel 4. Rubberen kapje (rood) 2. Moer 5. Pluskabel 3. Als het zuurpeil te laag is, moet u bijvullen met 3. Bout 6. Bevestigingsband van accu de vereiste hoeveelheid gedistilleerd water; zie Accu bijvullen met water.
3. Verwijder de vuldoppen van de accu 1. Accu uit het chassis verwijderen, zie Accu (Figuur 46). verwijderen. 2. Controleer het zuurpeil; zie Zuurpeil controleren. 3. Zorg ervoor dat de vuldoppen op de accu zijn geplaatst. Laad de accu gedurende minstens een uur op bij 6–10 A.
Onderhoud tot stilstand zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten. aandrijfsysteem 3. Duw de voorwielen aan de voorkant naar buiten zodat de wielen niet meer vrij kunnen Bandenspanning bewegen. controleren 4. Meet ter hoogte van de assen de afstand aan de voorkant en de achterkant van de wielvelgen Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de (Figuur 49).
4. Houd de vlakke kanten van de kogelverbinding voor de vlakke kanten van de trekstang en draai de moer vast (Figuur 49). 5. Monteer de kogelverbinding op de stuurhefboom en controleer het toespoor; zie Toespoor meten. Belangrijk: Als u de kogelverbinding meerdere slagen moet draaien om aan de specificaties te voldoen, moet dit beurtelings bij de linker en de rechter...
in Gebruiksaanwijzing, blz. 20. De wielen moeten vrij kunnen draaien. 5. Lukt dit niet, dan moet de rem worden afgesteld. Rem afstellen 1. Controleer de rem voordat u deze afstelt; zie Rem controleren. 2. Zet de parkeerrem vrij; zie Parkeerrem vrijzetten in Gebruiksaanwijzing, blz.
Stalling C. Zet de motor af, laat deze afkoelen, en laat de brandstoftank leeglopen; zie Onderhoud van de brandstoftank in Reiniging en stalling Onderhoud brandstofsysteem, blz. 34. 1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem D. Start de motor opnieuw en laten de motor in werking en draai het contactsleuteltje op lopen totdat deze afslaat.
Pagina 44
en het KeyChoice® sleuteltje en bewaar ze op een gemakkelijk te onthouden plaats. Dek de machine af om deze te beschermen en schoon te houden.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem Mogelijke oorzaak Remedie Startmotor draait niet. 1. De aftakas is 1. Aftakas uitschakelen. ingeschakeld. 2. Parkeerrem niet in 2. Stel de parkeerrem in werking gesteld. werking. 3. Bestuurder zit niet op de 3. Plaats nemen op de stoel.
Probleem Mogelijke oorzaak Remedie Motor levert te weinig 1. Motor overbelast. 1. De rijsnelheid vermogen. verminderen. 2. Luchtlter vuil. 2. Het luchtlterelement reinigen. 3. Oliepeil in carter te laag. 3. Het carter bijvullen met olie. 4. Koelribben en 4. De koelribben luchtkanalen onder en luchtkanalen ventilatorhuis verstopt.