Veiligheid
Deze machine voldoet minstens aan de B71.1-1998
specificaties van het American National Standards
Institute, van kracht op het moment van productie.
Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker
of eigenaar kan echter letsel veroorzaken. Om
het risico van letsel te vermijden, dient u zich
aan de volgende veiligheidsinstructies te houden
en altijd op het veiligheidssymbool te letten, dat
betekent VOORZICHTIG, WAARSCHUWING
of GEVAAR – "instructie voor persoonlijke
veiligheid". Niet-naleving van de instructie kan
leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.
Veilige bediening
De volgende instructies zijn ontleend aan de ANSI
standard B71.1.1-1998.
Dit product kan handen of voeten afsnijden
en voorwerpen uitwerpen. Volg altijd alle
veiligheidsinstructies op om ernstig of mogelijk
dodelijk letsel te voorkomen.
Algemene gebruiksaanwijzing
• Voordat u de tractor start, moet u
ervoor zorgen dat u alle instructies in de
Gebruikershandleiding en op de machine hebt
gelezen, begrepen en uitgevoerd.
• Laat de machine uitsluitend gebruiken door
verantwoordelijke volwassenen die bekend zijn
met de instructies.
• Verwijder uit het maaigebied voorwerpen
zoals stenen, speelgoed, draden, enz., die het
maaimes kan oppakken en uitwerpen.
• Voordat u gaat maaien, moet u ervoor zorgen
dat er zich verder niemand in het werkgebied
bevindt. Stop de machine als iemand het
werkgebied binnenkomt.
• Vervoer nooit passagiers.
• Niet in de achteruit-stand maaien, tenzij dat
strikt noodzakelijk is. Kijk alttijd naar beneden
en achterom vóór en tijdens het achteruitrijden.
• Let op de richting van de afvoer van de machine
en laat deze naar niemand wijzen. U mag de
maaimachine niet gebruiken als de grasvanger
of de grasgeleider of de beschermplaat niet
geheel zijn gemonteerd.
• Verminder uw snelheid voordat u een bocht
maakt.
• U mag een machine met draaiende motor
nooit onbeheerd achterlaten. U moet altijd de
maaimessen uitschakelen, de parkeerrem in
werking stellen, de motor afzetten en sleuteltjes
uit het voertuig verwijderen voordat u uitstapt.
• Schakel de maaimessen uit als de machine niet
maait.
• Zet de motor af voordat u de grasvanger
verwijdert of de afvoertunnel ontstopt.
• Maai uitsluitend bij daglicht of goed kunstlicht.
• Gebruik de machine niet als u onder de invloed
van alcohol of drugs verkeert.
• Let op het verkeer als u in de buurt van de
openbare weg werkt of deze oversteekt.
• Wees extra voorzichtig als u de machine inlaadt
op een aanhanger of een vrachtwagen of
uitlaadt.
• Draag altijd oogbescherming of een
veiligheidsbril die de ogen geheel afsluit, als u
de machine gebruikt.
• Uit statistieken blijkt dat personen van
60 jaar en ouder percentueel gezien zeer
vaak betrokken zijn bij ongevallen met een
maaitractor. Deze personen moeten nagaan of
zij veilig met een maaitractor kunnen omgaan
zonder zichzelf en anderen ernstig letsel toe
te brengen.
Maaien op hellingen
Hellingen zijn de belangrijkste oorzaak dat de
bestuurder de macht over de machine verliest
en deze omkiept. Dit kan leiden tot ernstig of
dodelijke letsel. Alle hellingen vereisen bijzondere
voorzichtigheid. Als u niet achterwaarts een helling
kunt oprijden of de helling gevaarlijk vindt, moet
u niet maaien.
• Maai heuvels op en af, nooit dwars.
• Veeweider obstakels, zoals stenen,
boomtakken, enz.
• Kijk uit voor gaten, geulen, sporen en hobbels.
De machine kan omkiepen op oneffen terrein.
In hoog gras zijn obstakels niet altijd zichtbaar.
• Houd uw snelheid laag. Kies een lage
versnelling, zodat u niet hoeft te stoppen of te
schakelen op een helling.
4