8. Zodra de accu volledig is opgeladen, haalt
u de acculader uit het stopcontact en maakt
u vervolgens de oplaadkabels los van de
accuklemmen (Figuur 6).
Figuur 6
1. Pluspool van de accu
2. Minpool van de accu
9. Plaats de accu in de machine en sluit de
accukabels aan. Zie Accu monteren in
Onderhoud elektrisch systeem, blz. 35.
Opmerking: Gebruik de machine nooit
wanneer de accu is losgekoppeld; dit kan
beschadigingen aan het elektrische systeem tot
gevolg hebben.
3. Rode (+) oplaadkabel
4. Zwarte (-) oplaadkabel
4
Voorwielen monteren
Benodigde onderdelen voor deze
stap:
2
Voorwielen
2
Borgpen
4
Afstandsringen
2
Ringen – dik
2
Ringen
2
Dop
Procedure
1. Haal de wielen uit het krat (Figuur 7).
2. Monteer een dunne ring (20 mm) op de as
(Figuur 7).
Figuur 7
1. Voorwiel
2. As
3. Opvulringen
4. Dikke ring, 20 mm
3. Schuif het wiel op de as met het ventiel aan de
binnenkant (Figuur 7).
4. De langsspeling van het wiel moet 0 tot
0,4 mm. Plaats de opvulringen (indien nodig)
en de dikke platte ring (20 mm) op de as om
het wiel de correcte speling te geven.
5. Steek de borgpen door de as en buig de
uiteinden van de pen open Figuur 7).
6. Druk de dop op het uiteinde van de as totdat
deze vastklikt op de ring (Figuur 7).
14
5. Dop
6. Borgpen
7. Dunne ring, 20 mm