AAN. Draai het KeyChoice® sleuteltje om
laat dit los. Het lampje werken-in-achteruit
moet nu oplichten. Zet het pedaal in de
achteruit-stand. De aftakas moet ingeschakeld
blijven en het aftakaslampje op het dashboard
moet blijven branden. Zet de aftakasschakelaar
op UIT. Het aftakaslampje en het lampje
Werken-in-achteruit moeten doven.
KeyChoice® schakelaar instellen voor
Werken in de achteruit-stand
Een interlockschakelaar op de machine zorgt
ervoor dat de aftakas wordt uitgeschakeld
als u achteruit rijdt. Als u de machine in de
achteruit-stand zet terwijl de aftakas is ingeschakeld
(dat wil zeggen als er maaimessen of andere
werktuigen in gebruik zijn), zal de motor afslaan.
Niet in de achteruit-stand maaien, tenzij dat strikt
noodzakelijk is.
Als u de aftakas moet gebruiken terwijl u achteruit
rijdt, kunt u deze interlockschakelaar uitzetten met
behulp van de KeyChoice® schakelaar die zich
naast de beugel van de bestuurderstoel bevindt
(Figuur 18).
Wanneer u achteruit rijdt terwijl de
maaimessen of andere werktuigen in
gebruik zijn, bestaat het gevaar dat u een
kind of een andere omstander overrijdt, met
ernstig letsel of de dood tot gevolg.
• Niet in de achteruit-stand maaien, tenzij
dat strikt noodzakelijk is.
• Steek het KeyChoice® sleuteltje alleen in
de schakelaar als dit strikt noodzakelijk
is.
• Kijk altijd omlaag en achterom vóór en
tijdens het achteruitrijden.
• Gebruik de KeyChoice® schakelaar
alleen wanneer u er zeker van bent dat
er geen kinderen of andere omstanders
binnen het maaigebied zullen komen
• Let heel goed op als u de
interlockschakelaar hebt uitgezet:
door het lawaai van de motor merkt u
mogelijk niet dat een kind of andere
omstander zich in het maaigebied
bevindt.
• Verwijder altijd zowel het
contactsleuteltje als het KeyChoice®
sleuteltje en bewaar ze op een veilige
plaats buiten het bereik van kinderen of
onbevoegde gebruikers, wanneer u de
machine onbeheerd achterlaat.
1. Schakel de aftakas in.
2. Steek het KeyChoice® sleuteltje in de
schakelaar (Figuur 18).
24