6. AFDRUKDICHTHEID INSTELLEN
De dichtheid van de afdrukken kan op twee manieren worden ingesteld: automatisch en handmatig.
Bij de automatische instelling wordt de dichtheid van elk origineel automatisch gedetecteerd en de optimale
beelddichtheid geselecteerd. Bij de handmatige instelling kunt u het gewenste dichtheidsniveau van het
beeld selecteren. Stel de dichtheid in aan de hand van de kwaliteit van het origineel.
3
Automatische afdrukdichtheid
Plaats papier in de papierlade(n).
1
- "1.KOPIEERPAPIER PLAATSEN"
2
Plaats het origineel/de originelen.
- "2.ORIGINELEN PLAATSEN"
3
Druk op de [AUTO] toets.
Selecteer eventueel andere kopieerinstellingen.
Druk op de [START] toets.
4
Handmatige afdrukdichtheid
Plaats papier in de papierlade(n).
1
- "1.KOPIEERPAPIER PLAATSEN"
2
Plaats het origineel/de originelen.
- "2.ORIGINELEN PLAATSEN"
3
Druk op de
afdrukdichtheid in te stellen op het
gewenste niveau.
- Elke keer wanneer u op de
kopieën respectievelijk lichter of donkerder.
Selecteer eventueel andere kopieerinstellingen.
4
Druk op de [START] toets.
94
3.ALGEMENE KOPIEERFUNCTIES INSTELLEN
Pagina 36
Pagina 45
Pagina 36
Pagina 45
of
toets om de
of
toets drukt, worden de