2.OPSLAAN ALS FILE (Vervolg)
4
Druk op de [FILE NAME] toets om de
bestandsnaam van de opgeslagen
gegevens in te voeren.
- Het menu voor het invoeren van letters wordt weergegeven.
Een bestandsnaam mag maximaal 64 letters bevatten.
Selecteer de gewenste locatie.
5
- Selecteer [MFP LOCAL] als de originelen moeten worden
opgeslagen op de harde schijf van het hoofdapparaat. De
gegevens van de originelen worden opgeslagen in een map. Het
pad naar deze map wordt in het scherm weergegeven.
- Selecteer [REMOTE 1], [REMOTE 2] wanneer de originelen via
6
de server moeten worden opgeslagen op de harde schijf van een
cliëntcomputer.
De beheerder moet instellingen maken om "REMOTE 1" of
"REMOTE 2" te selecteren met behulp van TopAccess.
Raadpleeg voor meer bijzonderheden de [Handleiding
netwerkbeheerder].
6
Selecteer het gewenste bestandsformaat.
- De map SCAN wordt automatisch gemaakt en de gegevens van
de originelen worden in deze map opgeslagen. Als u "TIFF
(SINGLE)" selecteert, wordt er nog een map gemaakt met de
naam die u in stap 4 heeft ingevoerd. Elke pagina wordt in deze
map opgeslagen. U krijgt met de cliëntcomputer via het netwerk
toegang tot de gegevens van de originelen door de map
FILE_SHARE op de harde schijf van het apparaat te openen.
7
Druk op de [ENTER] toets nadat alle
instellingen zijn gemaakt.
8
Druk op de [START] toets.
134
6.ORIGINELEN OPSLAAN