Download Print deze pagina

Advertenties

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Toshiba e-STUDIO350

  • Pagina 2 De copier verbruikt minder dan 15 watt (e-STUDIO350)/20 watt (e-STUDIO450) in de ‘Auto Uit Stand’. Standaard inschakeltijd Auto Uit Stand ‘ ’- De standaard tijd waarna de copier overschakelt naar de ‘Auto Uit Stand’ is 60 minuten (e-STUDIO350)/ 90 minuten (e-STUDIO450). e-STUDIO350/450 Copier/Printer + Fax model (Multifunctioneel model) ‘ Automatische energiebesparing ’-...
  • Pagina 3 2. KOPIËREN ............................35 1. KOPIEERPAPIER PLAATSEN......................36 • Geschikte soorten en formaten kopieerpapier................36 • Door Toshiba aanbevolen papier/papier gebruiken en opslaan.............37 • Het papierformaat van de papierlade veranderen/de papierlade instellen ........38 2. ORIGINELEN PLAATSEN .......................45 • Geschikte soorten en formaten originelen/ maximum aantal vellen ..........45 •...
  • Pagina 4 INHOUDSOPGAVE (Vervolg) 3. BINNENMARGE BOEK WISSEN ....................104 4. TWEE PAGINA’S ...........................105 5. 2 IN 1/4 IN 1...........................107 6. BROCHURE (VIA BEWERKINGSMENU) ..................109 7. BEELD BEWERKEN........................111 • Trimming/Masking ........................111 • Spiegelbeeld ..........................113 • Negatief/Positief Inverteren ......................114 8. X-Y ZOOM ............................. 115 9.
  • Pagina 5 9. SYMBOOL BEL VOOR SERVICE/MELDING PERIODIEK ONDERHOUD........276 13.ONDERHOUD.............................279 1. DAGELIJKS ONDERHOUD......................280 2. OPLOSSEN VAN EENVOUDIGE PROBLEMEN................282 14.SPECIFICATIES & OPTIES........................287 1. SPECIFICATIES e-STUDIO350/450 .....................288 2. SPECIFICATIE VAN DE OPTIES ....................291 3. PAKLIJST............................299 4. COMBINATIEMATRIX KOPIEERFUNCTIE ...................300 • Combinatiematrix Matrix 1/2 ......................300...
  • Pagina 7 U doet dit door een metalen onderdeel van de copier aan te raken. Dit product is voorzien van een CE-markering, in overeenstemming met de relevante Europese richtlijnen. Verantwoordelijk voor de CE-markering is TOSHIBA TEC GERMANY IMAGING SYSTEMS GmbH, Carl-Schurz-Str. 7, 41460 Neuss, Duitsland E-mail: customerservice@toshibatec-tgis.com...
  • Pagina 8 DE ONGEËVENAARDE TOSHIBA-KWALITEIT Tonercartridges voor de e-STUDIO350/450. Gebruik de originele TOSHIBA-verbruiksmaterialen en -onderdelen voor optimale resultaten.
  • Pagina 9 - Voordelen van de service en ondersteuning De servicetechnici van Toshiba zijn opgeleid om uw copier in optimale conditie te houden. Voor een continue afdrukkwaliteit raden wij u aan reparaties en periodieke onderhoudswerkzaamheden te laten...
  • Pagina 10 Wijst op een werkwijze die gevolgd dient te worden voor optimale prestaties en het probleemloos gebruik van de copier. - Tip Geeft handige informatie die van pas kan komen bij het bedienen van de e-STUDIO350/450. - Aanwijzing Beschrijft een bepaalde werkwijze die gevolgd dient te worden om de e-STUDIO350/450 in goede...
  • Pagina 11 De e-STUDIO350/450 biedt de volgende handige kenmerken, functies en opties. - De kopieersnelheid is 35 kopieën (A4) per minuut voor de e-STUDIO350, en 45 kopieën (A4) per minuut voor de e-STUDIO450. - De opwarmtijd is aanzienlijk verkort tot ongeveer 20 seconden.
  • Pagina 12 ALGEMENE VEILIGHEIDSMAATREGELEN Installeren of verplaatsen Waarschuwing - Deze e-STUDIO350/450 verbruikt 220-240 Volt wisselstroom (50/60 Hz). Voor de 100 Volt-versie in Saudi-Arabië is het verbruik 100-127 Volt wisselstroom (50/60 Hz). Gebruik GEEN voeding met een voltage anders dan gespecificeerd. Sluit geen andere apparaten aan op de dezelfde wandcontactdoos. Hierdoor kan brand ontstaan of kunt u een elektrische schok krijgen.
  • Pagina 13 Voorzichtig - De copier NIET meer dan 10 graden kantelen bij het verplaatsen. Als het apparaat valt kan dit persoonlijk letsel veroorzaken. - Installeer de copier op een plaats die het gewicht van het apparaat kan dragen en controleer of de ondergrond vlak is.
  • Pagina 14 ALGEMENE VEILIGHEIDSMAATREGELEN (Vervolg) Overige aandachtspunten - Controleer of er voldoende ruimte rondom de copier is vrijgelaten voor het eventueel vervangen van onderdelen en het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden. Bij onvoldoende ruimte kunnen sommige bewerkingen, bijvoorbeeld de handmatige invoer, slechts met moeite worden uitgevoerd en de copier kan zelfs defect raken. Voor een optimale werking moet u rondom het apparaat ten minste 80 cm aan de rechterkant en 10 cm aan de linker- en achterkant vrijlaten (zie onderstaande afbeelding).
  • Pagina 15 Het gebruik van een Multifunctioneel Digitaal Systeem Waarschuwing - Plaats GEEN metalen voorwerpen of voorwerpen die vloeistoffen bevatten (bloemenvazen, koffiekopjes, enzovoort) op of in de buurt van de copier. Houd paperclips en nietjes uit de buurt van de luchtopeningen. Dit kan brand of een elektrische schok veroorzaken. - Voer de volgende stappen uit als de copier oververhit raakt, als er rook uit de copier komt, of als u een vreemde geur ruikt of een vreemd geluid hoort.
  • Pagina 16 ALGEMENE VEILIGHEIDSMAATREGELEN (Vervolg) - Let er bij het aanpassen van de hoek van het bedieningspaneel op dat uw handen niet bekneld raken in de ruimte tussen de copier en het bedieningspaneel. Dit kan persoonlijk letsel veroorzaken. 1: Waarschuwing voor gebieden met een hoge temperatuur (ventilatiegaten) 2: Waarschuwing voor gebieden met een hoge temperatuur (fusereenheid) - De labels zijn bevestigd op drie plaatsen.
  • Pagina 17 Tijdens onderhoud of controle Waarschuwing - Probeer NOOIT de copier zelf te repareren, uit elkaar te halen, of aan te passen. U kunt brand veroorzaken of een elektrische schok krijgen. Neem ALTIJD contact op met uw servicemonteur voor onderhoud of reparatie van het binnenwerk van de copier.
  • Pagina 18 ALGEMENE VEILIGHEIDSMAATREGELEN (Vervolg) Omgaan met verbruiksartikelen Voorzichtig - Probeer NOOIT tonercartridges te verbranden. Dit kan een explosie veroorzaken. Gebruikte tonercartridges NIET weggooien maar teruggeven aan de leverancier. "3.SYMBOOL VERVANG TONERCARTRIDGE" Pagina 242...
  • Pagina 19 Product of het gebruik of de behandeling van het Product, zelfs al is TOSHIBA TEC CORPORATION op de hoogte gesteld van de mogelijkheid van een dergelijke schade.
  • Pagina 20 AFWIJZING VAN AANSPRAKELIJKHEID (Vervolg)
  • Pagina 21 1. VOORDAT U GAAT KOPIËREN 1. BESCHRIJVING VAN ELK ONDERDEEL ................20 Belangrijkste onderdelen .....................20 Optionele Uitrusting ......................21 Bedieningspaneel.........................23 De hoek van het bedieningspaneel aanpassen ..............25 Aanraakscherm ........................27 2. DE AAN/UIT-SCHAKELAAR BEDIENEN ................30 De stroom in-/uitschakelen....................30 Het gebruik van de copier regelen met afdelingscodes ............32 Het gebruik van de copier regelen met de optionele kopieteller ..........33 3.
  • Pagina 22 1. BESCHRIJVING VAN ELK ONDERDEEL Belangrijkste onderdelen 1: Voordeur 8: Binnenste lade 2: Papierladen 9: Bedieningspaneel 3: Opbergvak voor bedieningsvoorschrift (achterzijde) 10: Aanraakscherm 4: Aan/uit-schakelaar 11: Contrastregeling aanraakscherm 5: Automatische duplexer 12: Toner 6: Handinvoergeleiding 13: Toneropvangbak 7: Aanleglijst originelen *1, *2: Optioneel ( 11 ) ( 10 )
  • Pagina 23 Maakt het mogelijk de gekopieerde set samen te voegen of in groepen te stapelenwaarbij ieder set wordt gestaffeld. 5 : Opdrachtseparator (MJ-5004) Maakt het mogelijk dat een kopieeropdracht en een optionele faxopdracht op verschillende opvangbins worden uitgevoerd. 6 : Tandem papierinvoermagazijn (KD-1012) Voert ononderbroken maximaal 2500 vel A4-papier in (80 g/m ) (aanbevolen door Toshiba).
  • Pagina 24 Sorteer-, stapel-, en nietfunctie (installatie perforatoreenheid mogelijk). Voor de installatie is een inserter nodig (KN-3520 afzonderlijk te koop). 11: Finisher met enkelvoudige nieteenheid (MJ-1022) (alleen voor e-STUDIO350) Sorteer-, stapel-, en nietfunctie. Voor de installatie is een inserter nodig (KN-3520 afzonderlijk te koop).
  • Pagina 25 Bedieningspaneel Met de toetsen op het bedieningspaneel kunt u de copier bedienen en de verschillende instellingen specificeren. 10 11 1 : [HELP] toets Gebruik deze toets om de juiste werkwijze weer te geven. 2 : [GEBRUIKSFUNCTIE] toets Druk deze toets in voor het instellen van het papierformaat van de lade, de lade voor speciale toepassingen, of het instellen/registreren van de instellingen, zoals het veranderen van de standaardinstellingen van de kopieer-, scan- en faxfuncties.
  • Pagina 26 1.BESCHRIJVING VAN ELK ONDERDEEL (Vervolg) 9 : AFDRUKGEGEVENS/GEHEUGEN RX/FAX-COMMUNICATIE Als deze lampjes branden, geven ze de status weer van de ontvangen gegevens en/of origine(e)l(en) die gereed zijn om te worden afgedrukt. Ook wordt de huidige in gebruik zijnde telefoonlijn (1 of 2) weergegeven.
  • Pagina 27 De hoek van het bedieningspaneel aanpassen De hoek instellen U kunt het bedieningspaneel (tijdens de installatie) onder elke hoek van 5 tot 45 graden instellen, gerekend vanuit de horizontale positie. * Let er bij het instellen van de hoek van het bedieningspaneel op dat uw handen niet bekneld raken in de ruimte tussen de copier en het bedieningspaneel.
  • Pagina 28 1.BESCHRIJVING VAN ELK ONDERDEEL (Vervolg) Schuif de stop iets naar rechts en trek deze er vervolgens uit. Plaats de vergrendelingen van de stop in de opening van de positie (2). Zet de hoek vast door de stop zelf te draaien. Schuif de stop naar links totdat u een klik hoort.
  • Pagina 29 Aanraakscherm Wanneer de copier is ingeschakeld en ‘BEDRIJFSKLAAR’ wordt weergegeven, wordt het onderstaande basisvenster op het aanraakscherm weergegeven. In het venster worden de huidige ingestelde functies, de geselecteerde functies en de status van de copier weergegeven door middel van meldingen en symbolen. * De afgebeelde aanraakschermen in deze handleiding zijn van een copier die uitgerust is met alle opties.
  • Pagina 30 1.BESCHRIJVING VAN ELK ONDERDEEL (Vervolg) - [SETTING] (bevestiging ingestelde functies) toets Met deze toets kunt u de ingestelde functies bevestigen. (Zie het volgende voorbeeld). - De volgende iconen worden in het venster weergegeven (sommige iconen verschijnen niet in het venster): 1.VOORDAT U GAAT KOPIËREN...
  • Pagina 31 Wissen van geselecteerde functies Als u op een willekeurige toets met een lichtgrijze achtergrond drukt, wordt de geselecteerde functie gewist. Wanneer de copier gedurende een bepaalde tijd niet wordt gebruikt, treedt de automatische wis-functie ook in werking en worden de instellingen gewist. - Automatische wis-functie Ook wanneer u niet op de [FUNCTION CLEAR] toets drukt binnen de aangegeven tijd (standaardinstelling: 45 seconden) nadat de werkzaamheden zijn beëindigd of nadat de laatste toets is...
  • Pagina 32 2. DE AAN/UIT-SCHAKELAAR BEDIENEN De stroom in-/uitschakelen De copier inschakelen Open het schakelaardeksel en schakel de copier in. - De melding “Wacht: machine warmt op” verschijnt in het basisvenster van het aanraakscherm. Na ongeveer 20 seconden is de copier bedrijfsklaar. - De melding “BEDRIJFSKLAAR”...
  • Pagina 33 Druk op de [GEBRUIKER] toets om het menu voor gebruikersinstellingen te openen. Druk vervolgens op de [UITSCHAKELEN] toets. De melding “De lopende opdracht wordt verwijderd. Weet u zeker dat u wilt uitschakelen?” verschijnt in het scherm. Druk op de [JA] toets. - Druk op de [NEE] toets om het uitschakelen te annuleren.
  • Pagina 34 2.DE AAN/UIT-SCHAKELAAR BEDIENEN (Vervolg) Het gebruik van de copier regelen met afdelingscodes Met behulp van de afdelingscodes kunt u het aantal gebruikers beperken alsmede het aantal kopieën dat door individuele groepen of afdelingen van uw bedrijf worden gemaakt. Zie de [Gebruikershandleiding]. * De afdelingscodes en de kopietellers ("Het gebruik van de copier regelen met de optionele kopieteller"...
  • Pagina 35 Het gebruik van de copier regelen met de optionele kopieteller Als de copier is voorzien van de optionele kopieteller kunt u alleen kopiëren als u de kopieteller plaatst. Wanneer u na het plaatsen van de teller kopieën maakt, wordt het aantal gemaakte kopieën in de kopieteller geregistreerd (of opgeteld).
  • Pagina 36 3. OVERSCHAKELEN NAAR DE SPAARSTAND Overschakelen naar de spaarstand is alleen mogelijk wanneer een van de volgende opties zijn geplaatst. - Fax Optie - Printer kit - Printer kit en scanner upgrade kit - Printer/scanner kit Als u de copier gedurende een bepaalde tijd niet gebruikt, drukt u enkele seconden op de [SPAARSTAND] toets op het bedieningspaneel om over te schakelen naar de spaarstand.
  • Pagina 37 2. KOPIËREN 1. KOPIEERPAPIER PLAATSEN.....................36 Geschikte soorten en formaten kopieerpapier ..............36 Door Toshiba aanbevolen papier/papier gebruiken en opslaan ...........37 Het papierformaat van de papierlade veranderen/de papierlade instellen......38 2. ORIGINELEN PLAATSEN ....................45 Geschikte soorten en formaten originelen/ maximum aantal vellen........45 Een origineel op de glasplaat leggen ...................46 Het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (Optie)......48...
  • Pagina 38 *1.Automatisch dubbelzijdig kopiëren is niet beschikbaar. *2.Selecteer Dik 2 voor zeer scherpe kopieën van etiketten. * “Maximum invoercapaciteit” verwijst naar het aantal vellen bij gebruik van het door Toshiba aanbevolen papier. * LT-formaat is het standaardformaat dat alleen in Noord-Amerika wordt gebruikt.
  • Pagina 39 Etiketten 3478/ZWECK-AVERY Overhead Sheets PP2500/3M * Gebruik altijd de door Toshiba aanbevolen overhead sheets. Het gebruik van andere vellen kan storingen veroorzaken. Papier gebruiken en opslaan Let op de volgende punten: - Gebruik geen papier dat een speciale behandeling heeft ondergaan of dat eerder door een andere machine is bedrukt, en voorkom dat het papier twee keer op dezelfde zijde wordt bedrukt.
  • Pagina 40 1.KOPIEERPAPIER PLAATSEN (Vervolg) Het papierformaat van de papierlade veranderen/de papierlade instellen Het papierformaat van de papierladen kan worden gewijzigd. De papierladen kunnen ook worden ingesteld voor kaften, invoegvellen, dik papier 1, faxpapier en afwijkend papier. Het papierformaat van de papierlade veranderen Trek de papierlade voorzichtig naar u toe totdat deze niet verder kan.
  • Pagina 41 Duw de hendel voor de selectie van het papierformaat in de door de pijl aangegeven richting en stel tegelijkertijd de papiergeleider in op het gewenste papierformaat (aangegeven op de bodem van de lade). - Stel de papiergeleiders met beide handen in. Duw op het door de pijl aangegeven deel (linkerkant) om de hendel voor de selectie van het papierformaat te vergrendelen.
  • Pagina 42 1.KOPIEERPAPIER PLAATSEN (Vervolg) Verander de formaataanduiding zodat deze overeenkomt met het geplaatste papierformaat. Druk op de [GEBRUIKSFUNCTIE] toets op het bedieningspaneel. Druk op de [GEBRUIKER] toets en vervolgens op de [ALGEMEEN] toets in het aanraakscherm. Druk op de [PAPIERLADE] toets. 2.KOPIËREN...
  • Pagina 43 Druk op het ladepictogram dat overeenkomt met dat van het gewijzigde papierformaat. Druk vervolgens op de toets van het nieuwe papierformaat. Papierlade instellen voor speciale toepassingen U kunt de papierlade instellen voor verschillende toepassingen (kaften, invoegvellen, dik papier, faxpapier, afwijkend papier). - Geschikt kopieerpapier "1.KOPIEERPAPIER PLAATSEN"...
  • Pagina 44 1.KOPIEERPAPIER PLAATSEN (Vervolg) Druk op de [GEBRUIKER] toets om het gebruikersmenu te openen. Druk vervolgens op de [ALGEMEEN] toets. Druk op de [PAPIERLADE] toets. Druk op de papierladetoets die overeenkomt met die van het gewijzigde papierformaat. Druk vervolgens op de toets voor de nieuwe papiersoort.
  • Pagina 45 - Druk op [DIK 1] afhankelijk van de papierdikte van de kaften, invoegvellen en ander afwijkend papier. IBij kaften en invoegvellen wordt weergegeven in de papierladetoets overeenkomstig het ingestelde papierformaat. * Wanneer er bijvoorbeeld papier van 90 g/m in de papierlade zit, drukt u op de [INVOEG] toets en op de [DIK 1] toets.
  • Pagina 46 1.KOPIEERPAPIER PLAATSEN (Vervolg) De papierlade instelling voor speciale toepassingen wissen Druk op de papierladetoets die overeenkomt met de toets die is geactiveerd voor de speciale toepassing. Druk vervolgens op de juiste toets (dik, invoeg, kaft, enz.) onderaan in het scherm. - Wanneer zowel INVOEG 1 als INVOEG 2 zijn ingesteld en u wist INVOEG 1, dan wijzigt de papierlade voor INVOEG 2 in INVOEG - Beide toetsen schakelen de bijbehorende lade in/uit.
  • Pagina 47 2. ORIGINELEN PLAATSEN Geschikte soorten en formaten originelen/ maximum aantal vellen Geschikte soorten en formaten originelen Soorten Maximum Geschikte formaten voor automatische Toevoer originelen formaat detectie Glasplaat Vellen Breedte: 297 mm (Standaardformaat) Drie-dimensionale Lengte: 432 mm A/B formaat: voorwerpen A3, A4, A4-R, A5-R, B4, B5, B5-R Boeken LT formaat: LD (11”...
  • Pagina 48 2.ORIGINELEN PLAATSEN (Vervolg) Een origineel op de glasplaat leggen Losse originelen Til de klep van het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optioneel) op en leg het origineel op de glasplaat met de bedrukte ( A ) zijde naar beneden. - Til de klep 60 graden of meer op om detectie van het origineel mogelijk te maken.
  • Pagina 49 Boeken Til de klep van het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optioneel) op en leg het origineel in de richting die in de afbeelding staat aangegeven. - Wanneer u een boek als origineel gebruikt->Dubbelzijdig kopiëren ("5. Originelen van boeken -> dubbelzijdige kopieën" Pagina 91) of Twee pagina mode ("4.TWEE PAGINA’S"...
  • Pagina 50 2.ORIGINELEN PLAATSEN (Vervolg) Het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (Optie) Aanwijzingen voor het gebruik van het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting De volgende originelen niet gebruiken omdat ze kunnen vastlopen of beschadigen: 1 : Originelen met verschillende breedtes (geen originelen met verschillende breedtes door elkaar gebruiken).
  • Pagina 51 IDe continu invoerfunctie * Zie "Continu invoerfunctie" Pagina 127 * Voor het plaatsen van originelen van verschillende formaten, see "Gemengde originelen" Pagina 70 Zorg dat de hoeken van alle originelen gelijk op elkaar liggen en plaats ze met de bedrukte zijde naar boven in het invoersysteem.
  • Pagina 52 2.ORIGINELEN PLAATSEN (Vervolg) De enkelvoudige invoerfunctie Zie "Enkelvoudige invoerfunctie" Pagina 128 Pas de geleiders aan het formaat van de originelen aan. Plaats het origineel recht en met de bedrukte zijde naar boven tussen de geleiders. Het origineel wordt automatisch naar binnen getrokken. - Laat het origineel los wanneer het naar binnen wordt getrokken.
  • Pagina 53 3. ALGEMENE WERKWIJZE Controleer of er papier in de papierlade zit en vul eventueel het papier bij. Plaats vervolgens de originelen. Als u op de [START] toets drukt zonder de instellingen te wijzigen, worden er kopieën gemaakt op basis van de standaardinstellingen. U kunt eventueel andere kopieerinstellingen opgeven. Standaardinstellingen De standaardinstellingen (initiële instellingen) zijn de functies die automatisch worden ingesteld wanneer de stroomtoevoer wordt ingeschakeld, wanneer de spaarstand wordt opgeheven, of wanneer de...
  • Pagina 54 3.ALGEMENE WERKWIJZE (Vervolg) Plaats het origineel/de originelen. - "Geschikte soorten en formaten originelen/ maximum aantal vellen" Pagina 45 - "Een origineel op de glasplaat leggen" Pagina 46 - "Het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (Optie)" Pagina 48 Als het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optioneel) is geïnstalleerd en de enkelvoudige invoerfunctie is geselecteerd, geeft u de gewenste kopieerinstellingen op en plaatst u vervolgens het origineel/de originelen.
  • Pagina 55 Plaats het volgende origineel en druk op de [START] toets. - Plaats eerst de eerste pagina van uw originelen. - U kunt in plaats van de [START] toets ook de [JA] toets indrukken. - Herhaal deze stap voor de volgende originelen. Druk op de [GEREED] toets nadat het laatste origineel is gescand.
  • Pagina 56 4. AUTOMATISCHE START (STANDAARD OPDR) Tijdens het opwarmen of meervoudig kopiëren kunt u de kopieeropdracht voorbereiden. Automatische start instellen Plaats het origineel/de originelen. Selecteer de kopieerinstellingen. Controleer of de opdracht met de vorige kopieerinstellingen start als u geen kopieerinstellingen selecteert. Druk op de [START] toets.
  • Pagina 57 Automatische start bevestigen en annuleren - utomatische start bevestigen en de te kopiëren opdracht annuleren. Druk voor het bevestigen en annuleren van de gegevens op de [OPDRACHTSTATUS] toets op het bedieningspaneel om de lijst met opdrachten weer te geven. Zie "1.OPDRACHT STATUS" Pagina 176 voor het annuleren van de opdracht.
  • Pagina 58 5. KOPIËREN MET ONDERBREKING Tijdens het uitvoeren van meervoudige kopieeropdrachten kunt u de opdracht onderbreken en kopieën van andere originelen maken. * De volgende functies kunnen niet worden gebruikt tijdens het kopiëren met onderbreking: - kopiëren met kaften - kopiëren met invoegvellen - scannen naar e-filing/opslaan als bestand Druk op de [INTERRUPT] toets.
  • Pagina 59 6. AFBREKEN VAN EEN KOPIEEROPDRACHT Gebruik de [STOP] toets om een opdracht tijdens het scannen of meervoudig kopiëren af te breken. Druk tijdens het scannen of meervoudig kopiëren op de [STOP] toets. Druk op de [WIS GEHEUGEN] toets wanneer het rechts afgebeelde menu verschijnt.
  • Pagina 60 7. KOPIËREN MET HANDINVOER Kopiëren met handinvoer Gebruik de handinvoer als u kopieën wilt maken op dik papier, vellen voor de overheadprojector, calqueerpapier, etiketten of ander speciaal papier. (Alleen papier met dikte 1 kan in de lade worden geplaatst "Papierlade instellen voor speciale toepassingen" Pagina 41).
  • Pagina 61 - Trek eventueel de driedelige papierhouder naar buiten (afhankelijk van het papierformaat). - Trek (B) omhoog voordat u A3/LD-formaat of groter plaatst. ( B ) Plaats het origineel/de originelen. Druk op de toets die overeenkomt met het papierformaat dat is ingesteld voor A3, A4, B4 en B5.
  • Pagina 62 7.KOPIËREN MET HANDINVOER (Vervolg) Druk op de [ANDERS] toets. Druk op de [MEDIA TYPE] toets wanneer er geen normaal papier is geplaatst. Selecteer het mediatype dat overeenkomt met het geplaatste papier en druk vervolgens op de [ENTER] toets. Als u een mediatype selecteert dat niet overeenkomt met de geplaatste papiersoort, kan er een probleem ontstaan, zoals een papierstoring, kwaliteitsvermindering van de afdruk, enz.
  • Pagina 63 Kopiëren met handinvoer op afwijkend papierformaat Afwijkende papierformaten vallen binnen de volgende afmetingen: A (lengte): 100-297 mm, B (breedte): 148-432 mm Voer de stappen 1 t/m 2 uit in "Kopiëren met handinvoer" Pagina 58. Druk op de [NIET STANDAARD] toets. Voer de afmetingen (lengte en breedte) in, of roep de gegevens op die in het GEHEUGEN zijn opgeslagen.
  • Pagina 64 7.KOPIËREN MET HANDINVOER (Vervolg) - Druk op de [GEHEUGEN 1] (of [GEHEUGEN 2], [GEHEUGEN 3], [GEHEUGEN 4]) toets. Het papierformaat dat onder GEHEUGEN 1 is opgeslagen, wordt weergegeven. Het afwijkend papierformaat welke frequent gebruikt wordt kan worden opgeslagen in het geheugen. Druk op de [GEHEUGEN 1] (of [GEHEUGEN 2], [GEHEUGEN 3], [GEHEUGEN 4]) toets welke u wilt programmeren, toets de gewenste lengte en breedte in en druk vervolgens op de...
  • Pagina 65 Druk op de gewenste geheugenplaatstoets. - Als het papierformaat '0 mm' is, is de geselecteerde geheugenplaatstoets vrij. - Als er wel een papierformaat wordt weergegeven, is onder de geselecteerde geheugenplaatstoets reeds een afwijkend papierformaat opgeslagen. Voer stap 4 uit om deze instellingen te wissen.
  • Pagina 66 2.KOPIËREN...
  • Pagina 67 3. ALGEMENE KOPIEERFUNCTIES INSTELLEN 1. PAPIERSELECTIE.......................66 Automatische papierselectie (APS)..................66 Handmatige papierselectie....................68 De [ANDER FORM] toets instellen ..................69 Gemengde originelen......................70 2. VERKLEINEN EN VERGROTEN ..................71 3. AFWERKINGSFUNCTIES SELECTEREN ................75 Afwerkingsfuncties en finishers (optioneel)................75 Sorteren en stapelen......................78 Roteren en sorteren ......................79 Gesorteerd nieten ........................80 Brochure en rughechten (boekjesmaker)................82 Perforeren (optioneel) ......................85 4.
  • Pagina 68 1. PAPIERSELECTIE Automatische papierselectie (APS) Als u standaard originelen op de glasplaat of in het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinirichting (optioneel) legt, wordt het formaat van de originelen automatisch gedetecteerd. Hierdoor kan de copier papier selecteren dat hetzelfde formaat heeft als het origineel. * Als de kwaliteit van het origineel slecht is, is het mogelijk dat de automatische papierselectie niet correct werkt.
  • Pagina 69 Als het papierformaat van de geselecteerde papierlade overeenkomt met het formaat van het origineel, draait de copier de oorspronkelijke gegevens 90 en maakt een kopie op hetzelfde formaat als het origineel --- ook als de richtingen verschillend zijn (een origineel op A4-formaat wordt bijvoorbeeld ingevoerd wanneer het juiste formaat papier in de R-richting aanwezig is).
  • Pagina 70 1.PAPIERSELECTIE (Vervolg) Handmatige papierselectie De automatische papierselectie kan niet worden gebruikt voor zeer lichtdoorlatende originelen, zoals vellen voor de overheadprojector en calqueerpapier, zeer donkere originelen, originelen met donkere randen, of originelen met een afwijkend formaat, bijvoorbeeld kranten en brochures. Voor dit soort originelen gebruikt u de handmatige papierselectie. * Wanneer het gewenste papierformaat niet in een van de papierladen aanwezig is, kunt u het papierformaat van de papierlade veranderen ("Het papierformaat van de papierlade veranderen/de papierlade instellen"...
  • Pagina 71 De [ANDER FORM] toets instellen Als het origineel of het papierformaat is gespecificeerd en u een papierformaat wilt gebruiken dat niet in het menu voorkomt (met uitzondering van afwijkende formaten), drukt u op de [ANDER FORM] toets om het formaat te selecteren. Met behulp van deze functie herkent de [ANDERS] toets het gebruikte formaat. - De standaardinstelling voor deze toets is COMP.
  • Pagina 72 1.PAPIERSELECTIE (Vervolg) Gemengde originelen Originelen van verschillend formaat kunnen met behulp van het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optioneel) worden gekopieerd, mits de breedte van de originelen gelijk is. * Geen originelen met verschillende breedten plaatsen. Plaats papier in de papierlade(n). - "1.KOPIEERPAPIER PLAATSEN"...
  • Pagina 73 2. VERKLEINEN EN VERGROTEN Op de glasplaat geplaatste originelen kunnen worden gekopieerd met een verkleinings- en vergrotingsfactor van 25 tot 400%. Voor originelen in het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optioneel) is de verkleinings- en vergrotingsfactor 25 tot 200%. U kunt op drie manieren verkleinen en vergroten: - met behulp van de Automatische Zoom Selectie (AMS) - door zowel het formaat van het origineel als het formaat van de kopie te specificeren - met behulp van de zoomtoetsen voor verkleinen/vergroten, of de afzonderlijke zoomtoetsen...
  • Pagina 74 2.VERKLEINEN EN VERGROTEN (Vervolg) Druk op de [AMS] toets. - "De [ANDER FORM] toets instellen" Pagina 69 Plaats het origineel/de originelen. - "2.ORIGINELEN PLAATSEN" Pagina 45 - De ingebouwde sensoren detecteren automatisch het formaat van de originelen en berekenen de reproductiefactor aan de hand van het gespecificeerde papier..
  • Pagina 75 Druk op de [FORMAAT ORIGINEEL] toets die overeenkomt met het formaat van het origineel. - Aan de hand van het formaat van het origineel en het kopieerpapier wordt de juiste reproductiefactor berekend en in het scherm weergegeven. - "De [ANDER FORM] toets instellen" Pagina 69 Selecteer eventueel andere kopieerinstellingen.
  • Pagina 76 2.VERKLEINEN EN VERGROTEN (Vervolg) Druk op de [HOGER] (of [LAGER]) toets om de gewenste reproductiefactor in te stellen. - Telkens wanneer u op een van deze toetsen drukt, verandert de reproductiefactor met 1%. Door de toets ingedrukt te houden, blijft de reproductiefactor veranderen. - U kunt de reproductiefactor ook selecteren door rechtstreeks op de [400%], [200%], [100%], [50%] of [25%] toets te drukken.
  • Pagina 77 (MJ-1024) en perforatoreenheid (MJ-6004). Soort afwerkingsfuncties - MJ-1024: finisher met rughechter - MJ-1023: finisher met meervoudige nieteenheid - MJ-1022: finisher met enkelvoudige nieteenheid (optie alleen voor e-STUDIO350) - MJ-5004: Opdrachtseparator - MJ-5005: Offset uitvoereenheid - MJ-6004: perforatoreenheid Bepaal de afwerkingsfuncties van uw apparatuur aan de hand van de volgende tabel.
  • Pagina 78 3.AFWERKINGSFUNCTIES SELECTEREN (Vervolg) Belangrijkste onderdelen finishers (optioneel) 1: Sorteervakken 2: Bovenste deksel 3: Perforatoreenheid (MJ-6004) 4: Voordeur 5: Opvangbin rughechter MJ-1024 MJ-1023 MJ-1022 Wanneer de sorteervakken van de finisher de maximum opslagcapaciteit hebben bereikt ("2.SPECIFICATIE VAN DE OPTIES" Pagina 291), verschijnt de melding “Verwijder papier van finisher”. Verwijder de kopieën uit de sorteervakken en de copier gaat automatisch verder met kopiëren.
  • Pagina 79 Belangrijkste onderdelen Interne Finishers (Optioneel) 1: Sorteervakken 2: Papier stopper MJ-5004 MJ-5005 Wanneer de sorteervakken van de finisher de maximum opslagcapaciteit hebben bereikt ("2.SPECIFICATIE VAN DE OPTIES" Pagina 291), verschijnt de melding “Verwijder papier van finisher”. Verwijder de kopieën uit de sorteervakken en de copier gaat automatisch verder met kopiëren.
  • Pagina 80 3.AFWERKINGSFUNCTIES SELECTEREN (Vervolg) Sorteren en stapelen Indien gewenst kunt u voor het maken van meervoudige kopieën de sorteer- of stapelfunctie selecteren. - Voorbeeld van het maken van vijf sets kopieën van een origineel met vijf pagina’s 1: kopiëren en sorteren 2: kopiëren en stapelen Plaats papier in de papierlade(n).
  • Pagina 81 Roteren en sorteren Bij deze kopieerfunctie worden sets met kopieën uitgevoerd naar de binnenste lade. De sets worden om de beurt in de lengte of de breedte boven op elkaar gelegd (optionele lade of papierstapelaar voor handmatige invoer vereist). A4/A4-R, B5/B5-R, LT/LT-R papier is geschikt voor deze functie. * Deze functie kan niet worden gebruikt met de Automatische Papier Selectie.
  • Pagina 82 3.AFWERKINGSFUNCTIES SELECTEREN (Vervolg) Gesorteerd nieten Als de finisher (optioneel) is geïnstalleerd, kunt u elke set automatisch nieten. Er kunnen drie nietposities worden geselecteerd wanneer de copier is voorzien van een rughechter (MJ-1024) of meervoudige finisher (MJ-1023). * Papier met een gewicht van 64-105 g/m is geschikt voor de rughechter (MJ-1024) of meervoudige nieteenheid (MJ-1023), en papier met een gewicht van 64-80 g/m is geschikt voor de enkelvoudige...
  • Pagina 83 Druk op de [VOORAAN NIETEN-1] (of [DUBBEL NIETEN], of [ACHTERAAN NIETEN]) toets. - Wanneer de finisher voor enkelvoudig nieten (MJ-1022) is geïnstalleerd, is alleen de [VOORAAN NIETEN-1] toets beschikbaar. Selecteer eventueel andere kopieerinstellingen. Druk op de [START] toets. Als de hoeveelheid papier het maximum aantal te nieten vellen overschrijdt, schakelt de finisher automatisch over naar de sorteerfunctie.
  • Pagina 84 3.AFWERKINGSFUNCTIES SELECTEREN (Vervolg) Brochure en rughechten (boekjesmaker) Wanneer de functie Brochure is geselecteerd, kunnen enkelzijdige originelen worden gekopieerd en als brochure of boekje worden gebonden. Als de copier is uitgerust met een rughechter (optioneel, MJ-1024), kunt u de rughechterfunctie selecteren. Deze functie vouwt de kopieën automatisch in tweeën en niet ze precies in het midden vast.
  • Pagina 85 Het papierformaat instellen. - Voor ladetoevoer "Handmatige papierselectie" Pagina 68, stap 3 - Voor handinvoer "Kopiëren met handinvoer op standaard papierformaat" Pagina 58, stap 4 Plaats het origineel/de originelen. - "2.ORIGINELEN PLAATSEN" Pagina 45 - Als u de originelen in het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optioneel) plaatst, moet u de volgorde van de afbeeldingen op de vorige pagina’s aanhouden.
  • Pagina 86 3.AFWERKINGSFUNCTIES SELECTEREN (Vervolg) Aanvaardbare omstandigheden voor het rughechten - Er mag een kaft van 64-209 g/m worden toegevoegd. De maximum capaciteit voor rughechten mag door het toevoegen van deze kaft niet worden overschreden. - Als u papier van verschillend gewicht heeft geplaatst, is het maximum aantal vellen dat kan worden geniet gelijk aan het maximum aantal vellen papier met het hoogste gewicht.
  • Pagina 87 Perforeren (optioneel) Als de finisher is voorzien van een optionele perforatoreenheid (optioneel: MJ-1024, MJ-1023), kunt u perforatiegaatjes in de kopieën maken. * Papier met een gewicht van 64-209 g/m is geschikt voor perforeren. Het gebruik van speciaal papier, zoals vellen voor de overheadprojector of etiketten, is niet mogelijk. Plaats papier in de papierlade(n).
  • Pagina 88 A3, A4, A4-R, B4, B5, B5-R, FOLIO, (MJ-6004S) (6.5 mm dia.: 70.21 mm afstand) LD, LG, LT, LT-R, COMP * Het hierboven vermelde papier is door Toshiba aanbevolen papier. Specificaties en uiterlijk kunnen als gevolg van productverbeteringen zonder kennisgeving worden gewijzigd. 3.ALGEMENE KOPIEERFUNCTIES INSTELLEN...
  • Pagina 89 4. DUBBELZIJDIG KOPIËREN Voor het maken van enkelzijdige, dubbelzijdige en boek-type kopieën Met deze functie kunt u het type originelen instellen (enkelzijdig, dubbelzijdig, of boek) alsmede de gewenste soort kopieën (enkelzijdig of dubbelzijdig). Normaal papier (64-80 g/m ) en papier met dikte 1 (81-105 g/m ) is geschikt voor dubbelzijdig kopiëren.
  • Pagina 90 4.DUBBELZIJDIG KOPIËREN (Vervolg) 1. Enkelzijdige originelen -> enkelzijdige kopieën (standaardinstelling) Plaats papier in de papierlade(n). - "1.KOPIEERPAPIER PLAATSEN" Pagina 36 Plaats het origineel/de originelen. - "2.ORIGINELEN PLAATSEN" Pagina 45 Bevestig dat [1 1 ENKELZIJDIG] functie is geselecteerd in het basismenu. - Als de “1-ENKELZIJDIG 1-ENKELZIJDIG”...
  • Pagina 91 Druk in het basismenu op de toets die hiernaast is geselecteerd. Druk op de [1 2 DUBBELZIJDIG] toets. Selecteer eventueel andere kopieerinstellingen. Druk op de [START] toets. - Als u een origineel op de glasplaat legt, moet u stap 5 en 6 in "Kopiëren"...
  • Pagina 92 4.DUBBELZIJDIG KOPIËREN (Vervolg) Druk op de [2 2 DUBBELZIJDIG] toets. Selecteer eventueel andere kopieerinstellingen. Druk op de [START] toets. - Als u een origineel op de glasplaat legt, moet u stap 5 en 6 in "Kopiëren" Pagina 51 uitvoeren. 4. Dubbelzijdige originelen -> enkelzijdige kopieën Gebruik Beeldrichting als de richting van de uitgevoerde pagina’s wisselt wanneer u liggend georiënteerde originelen gebruikt.
  • Pagina 93 5. Originelen van boeken -> dubbelzijdige kopieën * De papierformaten A4 of B5 zijn alleen geschikt voor deze functie. Plaats papier in de papierlade(n). - "1.KOPIEERPAPIER PLAATSEN" Pagina 36 - Als u deze functie gebruikt bij kopiëren met handinvoer ("Kopiëren met handinvoer" Pagina 58), moet u niet vergeten het papierformaat te specificeren.
  • Pagina 94 4.DUBBELZIJDIG KOPIËREN (Vervolg) Selecteer het kopieerformaat A4 or B5. Als u inbindruimte nodig heeft, selecteert u de functie voor de inbindruimte in de beeldbewerkingsfunctie ("Inbindruimte van een boek bepalen" Pagina 101). Selecteer eventueel andere kopieerinstellingen. Plaats de eerste pagina(s) op de glasplaat en druk vervolgens op de [START] toets.
  • Pagina 95 5. ORIGINELEN INSTELLEN Kies een beeldtype dat overeenkomt met uw type origineel zodat u er zeker van kunt zijn dat u kopieën maakt met een correct beeldtype. Plaats papier in de papierlade(n). - "1.KOPIEERPAPIER PLAATSEN" Pagina 36 Plaats het origineel/de originelen. - "2.ORIGINELEN PLAATSEN"...
  • Pagina 96 6. AFDRUKDICHTHEID INSTELLEN De dichtheid van de afdrukken kan op twee manieren worden ingesteld: automatisch en handmatig. Bij de automatische instelling wordt de dichtheid van elk origineel automatisch gedetecteerd en de optimale beelddichtheid geselecteerd. Bij de handmatige instelling kunt u het gewenste dichtheidsniveau van het beeld selecteren.
  • Pagina 97 4. BEELD BEWERKEN EN INSTELLEN 1. ACHTERGROND INSTELLEN ....................96 2. SCHERPTE INSTELLEN .....................97...
  • Pagina 98 1. ACHTERGROND INSTELLEN et deze functie kunt u de dichtheid van de achtergrond van het origineel instellen. Hiermee voorkomt u dat u de achterkant van het origineel kopieert. Plaats papier in de papierlade(n). - "1.KOPIEERPAPIER PLAATSEN" Pagina 36 Plaats het origineel/de originelen. - "2.ORIGINELEN PLAATSEN"...
  • Pagina 99 2. SCHERPTE INSTELLEN Met deze functie kunt u de tekens en randen van afbeeldingen scherper weergeven. Plaats papier in de papierlade(n). - "1.KOPIEERPAPIER PLAATSEN" Pagina 36 Plaats het origineel/de originelen. - "2.ORIGINELEN PLAATSEN" Pagina 45 Druk op de [BEELD] toets om het beeldmenu te openen.
  • Pagina 100 4.BEELD BEWERKEN EN INSTELLEN...
  • Pagina 101 5. HET GEBRUIK VAN DE BEWERKINGSFUNCTIES 1. BEELD VERPLAATSEN ....................100 2. RAND WISSEN........................103 3. BINNENMARGE BOEK WISSEN ..................104 4. TWEE PAGINA’S .......................105 5. 2 IN 1/4 IN 1........................107 6. BROCHURE (VIA BEWERKINGSMENU) .................109 7. BEELD BEWERKEN......................111 Trimming/Masking......................111 Spiegelbeeld ........................113 Negatief/Positief Inverteren....................
  • Pagina 102 1. BEELD VERPLAATSEN Een marge voor het inbinden wordt gemaakt door het af te drukken gedeelte naar links of naar rechts te verschuiven. U kunt ook inbindruimten in het midden (binnenmarge) maken door te kopiëren met de functie Boeken naar Dubbelzijdige kopieën (zie "5. Originelen van boeken -> dubbelzijdige kopieën" Pagina 91).
  • Pagina 103 Druk op de [LINKS] (of [RECHTS]) toets overeenkomstig de gewenste inbindzijde. Stel de breedte van de inbindruimte in en druk vervolgens op de [ENTER] toets. - De standaardbreedte van de marge is 7 mm. - Pas de breedte aan door op de [0mm] of [30mm] toets te drukken en selecteer de gewenste breedte.
  • Pagina 104 1.BEELD VERPLAATSEN (Vervolg) Druk op de [BOEK] toets. Pas de breedte van de marge aan en druk vervolgens op de [ENTER] toets. - De standaardbreedte van de marge is 7 mm (de inbindruimte van een boek is 14 mm). - Pas de breedte aan door op de [2 mm] of [30 mm] toets te drukken en selecteer de gewenste breedte.
  • Pagina 105 2. RAND WISSEN Als het origineel een vieze of gescheurde rand heeft, wordt deze als een zwarte vlek op de kopie weergegeven. Gebruik in dat geval de functie Rand wissen. Langs de buitenzijden van de kopie wordt een witte rand gemaakt waardoor de onregelmatigheden worden weggewerkt. * Deze functie is alleen beschikbaar wanneer een origineel met een standaardformaat wordt gebruikt.
  • Pagina 106 3. BINNENMARGE BOEK WISSEN Met deze functie kunt u de schaduw in het midden van een boek wissen. 1: Voor 2: Nadat de binnenmarge van het boek is gewist Plaats papier in de papierlade(n). - "1.KOPIEERPAPIER PLAATSEN" Pagina 36 - Als u deze functie gebruikt bij kopiëren met handinvoer ("Kopiëren met handinvoer"...
  • Pagina 107 4. TWEE PAGINA’S Met deze functie kunt u de tegenover elkaar liggende pagina’s van een boek of brochure blad voor blad kopiëren op twee aparte vellen of dubbelzijdig kopiëren op één vel. U hoeft het origineel op de glasplaats hierbij niet te verplaatsen. U kunt ook twee originelen van het formaat A4 (of B5, LT) naast elkaar op de glasplaat leggen en ze op aparte vellen kopiëren.
  • Pagina 108 4.TWEE PAGINA’S (Vervolg) Druk op de [BASIC] toets om het basismenu te openen en selecteer het kopieerformaat A4 (of B5, LT). Selecteer eventueel andere kopieerinstellingen. Plaats de eerste te kopiëren pagina(s) op de glasplaat en druk op de [START] toets. - Als u uw originelen niet vanaf de eerste pagina kopieert, liggen de kopieën niet in dezelfde volgorde als het origineel.
  • Pagina 109 5. 2 IN 1/4 IN 1 Met deze functie kunt u meerdere originelen verkleinen en op één vel papier kopiëren. Er zijn twee mogelijkheden: kopiëren met 2 IN 1 waarbij twee originelen worden verkleind en op één vel worden gekopieerd en kopiëren met 4 IN 1 waarbij vier originelen worden verkleind en op één vel worden gekopieerd.
  • Pagina 110 5.2 IN 1/4 IN 1 (Vervolg) Plaats papier in de papierlade(n). - "1.KOPIEERPAPIER PLAATSEN" Pagina 36 - Als u deze functie gebruikt bij kopiëren met handinvoer ("Kopiëren met handinvoer" Pagina 58), moet u niet vergeten het papierformaat te specificeren. Druk op de [ZOOM...] toets om kopieën te maken op een papierformaat dat afwijkt van het origineel.
  • Pagina 111 6. BROCHURE (VIA BEWERKINGSMENU) Met de functie Brochure kunt u enkelzijdige originelen kopiëren en sorteren zodat ze net als brochures en boekjes in het midden kunnen worden gevouwen en gebonden. Voorbeeld van het kopiëren van een document met 12 pagina’s - Als u deze functie gebruikt in combinatie met de optionele finisher met rughechter (MJ-1024) worden de kopieën automatisch dubbel gevouwen en op de hartlijn geniet.
  • Pagina 112 6.BROCHURE (VIA BEWERKINGSMENU) (Vervolg) Druk op de [EDIT] toets om het bewerkingsmenu te openen en druk vervolgens op de [BROCHURE] toets. Stel de inbindruimte in en druk op de [ENTER] toets. - De standaardbreedte van de inbindruimte is 2 mm. - Pas de breedte aan door op de [2 mm] of [30 mm] toets te drukken en selecteer de gewenste breedte.
  • Pagina 113 7. BEELD BEWERKEN Trimming/Masking U kunt op een origineel een gebied selecteren en dit kopiëren als uitgeknipt gebied (alleen de inhoud van het gebied wordt gekopieerd) of als afgedekt gebied (alleen de omgeving van het gebied wordt gekopieerd). Er kunnen vier rechthoekige gebieden op een origineel worden gespecificeerd. * Beeldbewerking is alleen mogelijk met originelen op standaardformaat.
  • Pagina 114 7.BEELD BEWERKEN (Vervolg) Plaats een origineel op de glasplaat om het gebied te specificeren. - Leg het origineel met de te kopiëren zijde naar boven en met de onderkant naar u toe. Leg de linkerbovenhoek tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat en lijn het origineel uit met de aanleglijst originelen.
  • Pagina 115 Spiegelbeeld Met deze functie kunt u kopieën maken met geheel gespiegelde afbeeldingen (rechts en links). Plaats papier in de papierlade(n). - "1.KOPIEERPAPIER PLAATSEN" Pagina 36 - Als u deze functie gebruikt bij kopiëren met handinvoer ("Kopiëren met handinvoer" Pagina 58), moet u niet vergeten het papierformaat te specificeren.
  • Pagina 116 7.BEELD BEWERKEN (Vervolg) Negatief/Positief Inverteren Met deze functie kunt u een geinverteerde kopie maken; de zwarte gebieden van het origineel omxetten naar witte gebieden, of andersom. Plaats papier in de papierlade(n). - "1.KOPIEERPAPIER PLAATSEN" Pagina 36 - Als u deze functie gebruikt bij kopiëren met handinvoer ("Kopiëren met handinvoer"...
  • Pagina 117 8. X-Y ZOOM Met deze functie kunt u kopieën maken met reproductiefactoren van 25 tot 400% voor de X (horizontaal) en Y (verticaal) richtingen. In het volgende geval moet u de reproductiefactor instellen tussen 25 en 200%. - Als u de originelen in het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optioneel) plaatst. 100% 200% 100%...
  • Pagina 118 9. KOPIËREN MET KAFTEN Aan de voor- en/of achterkant van iedere set kopieën kan een kaft (speciaal papier, bijvoorbeeld gekleurd papier) worden toegevoegd. Deze functie is alleen beschikbaar bij gebruik van het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optioneel). 1: Een blanco kaft aan de voorkant toevoegen 2: Een gekopieerde kaft aan de voorkant toevoegen 3: Blanco kaften aan de voor- en achterkant toevoegen 4: Een gekopieerde kaft aan de voorkant en een blanco kaft aan de achterkant toevoegen...
  • Pagina 119 Plaats de kaften in de papierlade voor kaften of leg ze op de handinvoergeleiding. - Als u de kaften in de papierlade voor kaften legt, moet u de papiersoort (kaft), het formaat en het gewicht instellen. Stel de papierlade voor speciale toepassingen in. "Papierlade instellen voor speciale toepassingen"...
  • Pagina 120 9.KOPIËREN MET KAFTEN (Vervolg) Druk op de [BASIC] toets om het basismenu te openen en selecteer de papierlade met het juiste papierformaat en de juiste papierrichting. - De papierlade instellen voor kaften. "Het papierformaat van de papierlade veranderen/de papierlade instellen" Pagina 38 - De handinvoergeleiding instellen.
  • Pagina 121 10. KOPIËREN MET IVOEGVELLEN Speciale vellen papier (bijvoorbeeld gekleurd papier) kunnen op gespecificeerde plaatsen in een set kopieën worden ingevoegd. Er zijn twee manieren om vellen in te voegen: 1 : Blanco vellen invoegen vóór de gespecificeerde pagina’s 2 : Gekopieerde vellen invoegen op de gespecificeerde plaats Om kopieën met invoegvellen te maken, moet u twee papierladen instellen (één voor speciale invoegvellen en één voor het normaal kopieerpapier), of het extra grote papierinvoermagazijn gebruiken en één papierlade instellen op hetzelfde papierformaat en dezelfde richting.
  • Pagina 122 10.KOPIËREN MET IVOEGVELLEN (Vervolg) Druk op de [EDIT] toets om het bewerkingsmenu te openen. Druk vervolgens op de [INVOEGVEL] toets. Druk op de [KOPIE] of [BLANK] toets. - Voor gekopieerde invoegvellen op de gespecificeerde plaatsen: [KOPIE] - Voor blanco vellen vóór de gespecificeerde pagina’s: [BLANK] Toets het gewenste paginanummer voor het invoegen in (niet meer dan drie cijfers) en druk op de bovenste [SET] toets.
  • Pagina 123 11. DATUM EN TIJD TOEVOEGEN De scandatum en -tijd kan op de kopieën worden afgedrukt. 1: Aan de onderkant van de staande kopie 2: Aan de bovenkant van de liggende kopie 28.01.2004 14:54 28.01.2004 14:54 Plaats papier in de papierlade(n). - "1.KOPIEERPAPIER PLAATSEN"...
  • Pagina 124 12. PAGINA’S NUMMEREN Met deze functie kunt u kopieën op gespecificeerde posities van paginanummers voorzien. 1: Paginanummer afgedrukt aan de onderzijde (midden) van de staande kopie. 2: Paginanummer afgedrukt aan de bovenzijde (rechts) van de liggende kopie. Plaats papier in de papierlade(n). - "1.KOPIEERPAPIER PLAATSEN"...
  • Pagina 125 Toets het nummer van de eerste pagina - Als het nummer van de eerste pagina ''1'' is, hoeft u alleen maar op de [ENTER] toets te drukken. Selecteer eventueel andere kopieerinstellingen. Druk op de [START] toets.
  • Pagina 126 13. BEELDRICHTING VAN KOPIEËN BIJ “1 -> 2” EN “2 -> 1” Wanneer een A3-, A5- of B4-origineel in de lengterichting wordt gekopieerd met de instelling Enkelzijdige originelen naar dubbelzijdige kopieën, of Dubbelzijdige originelen naar enkelzijdige kopieën, kunt u met behulp van deze functie de richting voor ‘horizontaal openslaan’...
  • Pagina 127 Druk op de [ENTER] toets. Selecteer eventueel andere kopieerinstellingen Druk op de [START] toets.
  • Pagina 128 BEELDRICHTING VAN DUBBELZIJDIGE KOPIEËN BIJ “2 NAAR 2” Als u de functie Dubbelzijdige originelen naar dubbelzijdige kopieën gebruikt, kunt u de achterkant van het te kopiëren origineel met 180 graden draaien. Dit is handig wanneer originelen die 'horizontaal openslaan' (boek) moeten worden gekopieerd naar 'verticaal openslaan' (blok). Plaats papier in de papierlade(n).
  • Pagina 129 15. CONTINU INVOER/ENKELVOUDIGE INVOER Het optionele automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting maakt gebruik van twee invoerfuncties. Bij de continu invoerfunctie (standaardinstelling) worden meervoudige (of enkelvoudige) originelen continu één voor één ingevoerd. Bij de enkelvoudige invoerfunctie wordt een origineel na het plaatsen automatisch naar binnen getrokken en gekopieerd. * Het instellen van afwijkende formaten van originelen "Gemengde originelen"...
  • Pagina 130 15.CONTINU INVOER/ENKELVOUDIGE INVOER (Vervolg) Enkelvoudige invoerfunctie Plaats papier in de papierlade(n). - "1.KOPIEERPAPIER PLAATSEN" Pagina 36 Druk op de [EDIT] toets om het bewerkingsmenu te openen en druk vervolgens op de [ADF] toets. - Als de gewenste functietoetsen niet worden weergegeven, drukt u op de [Volgende] of [Vorige] toets om het menu te wijzigen.
  • Pagina 131 6. ORIGINELEN OPSLAAN 1. OPSLAAN NAAR e-FILING ....................130 2. OPSLAAN ALS FILE......................133 3. LETTERS INVOEREN .......................136...
  • Pagina 132 1. OPSLAAN NAAR e-FILING Met deze functie kunt u de gegegevens van de gekopieerde originelen opslaan in e-Filing. Tijdens het kopiëren kunt u ze eventueel tegelijkertijd afdrukken. Als u de gegevens van de originelen heeft opgeslagen, kunt u ze op elk moment afdrukken. U kunt de openbare box of een van de gebruikersboxen specificeren voor het opslaan van de gegevens van de originelen.
  • Pagina 133 Druk op de [OPSLAAN NAAR E-FILING] toets. Druk op de [BOX/MAP] toets. - De lijst met boxen wordt weergegeven. Selecteer de box waarin u de gegevens wilt opslaan en druk vervolgens op de [ENTER] toets. - Selecteer de “Openbare box” of de “Gebruikersbox”. - Raadpleeg voor het instellen van een nieuwe gebruikersbox de procedure voor “e-FILING”.
  • Pagina 134 1.OPSLAAN NAAR e-FILING (Vervolg) Druk op de [DOCUMENTNAAM] toets om de naam van de gescande gegevens in te voeren. - Het menu voor het invoeren van letters ("3.LETTERS INVOEREN" Pagina 136) wordt weergegeven. Een documentnaam mag maximaal 64 letters bevatten. Druk op de [ENTER] toets.
  • Pagina 135 2. OPSLAAN ALS FILE Met de functie OPSLAAN ALS FILE kunt u de gekopieerde gegevens van originelen verzenden en opslaan naar de harde schijf in het apparaat of naar de gespecificeerde computer. Via het netwerk kunt u de opgeslagen gegevens in e-Filing direct vanaf de computer van de gebruiker beheren en bewerken. * De netwerkbeheerder moet instellingen maken voor het opslaan van gegevens van originelen naar de computers.
  • Pagina 136 2.OPSLAAN ALS FILE (Vervolg) Druk op de [FILE NAME] toets om de bestandsnaam van de opgeslagen gegevens in te voeren. - Het menu voor het invoeren van letters wordt weergegeven. Een bestandsnaam mag maximaal 64 letters bevatten. Selecteer de gewenste locatie. - Selecteer [MFP LOCAL] als de originelen moeten worden opgeslagen op de harde schijf van het hoofdapparaat.
  • Pagina 137 De melding “VOLGENDE ORIGINEEL?” verschijnt. Druk op de [JA] toets als u meer originelen wilt opslaan. Druk op de [GEREED] toets als u klaar bent met opslaan. - Dit scherm verschijnt als het scannen is uitgevoerd vanaf de glasplaat voor originelen. Het scherm verschijnt niet als u het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optioneel) gebruikt.
  • Pagina 138 3. LETTERS INVOEREN Het volgende scherm is bestemd voor het invoeren van letters. * Gebruik de digitale toetsen op het bedieningspaneel voor het invoeren van cijfers. Gebruik de volgende toetsen voor het invoeren van letters. - [CapsLock] Druk op deze toets om over te wisselen tussen hoofdletters en kleine letters. - [B Space] Druk op deze toets om het teken vóór de cursor te wissen.
  • Pagina 139 7. HET SCANNEN VAN ORIGINELEN 1. SCAN-INSTELLING IN HET AANRAAKSCHERM ............138 2. SCANNEN NAAR e-FILING....................140 3. SCANNEN NAAR FILE ......................144 4. SCANNEN NAAR E-MAIL ....................148...
  • Pagina 140 1. SCAN-INSTELLING IN HET AANRAAKSCHERM Met de scanfunctie kunnen originelen die in het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optioneel) worden geplaatst eenvoudig worden gescand als afbeeldingsgegevens. De gescande afbeeldingsgegevens kunnen worden verzonden of opgeslagen naar de bestemmingen “SCAN NAAR e-FILING”, “SCAN NAAR FILE” of “SCAN NAAR E-MAIL”. U kunt tot 200 A4 pagina’s scannen per opdracht.
  • Pagina 141 Stel de scanvoorwaarden in met behulp van de toetsen op het aanraakscherm en de digitale toetsen. - Druk op de [Volgende] of [Vorige] toets om te schakelen tussen de schermen en geef de noodzakelijk instellingen op. Druk op de [ENTER] toets als alle instellingen zijn ingevoerd. Druk op de [SCAN!] toets.
  • Pagina 142 2. SCANNEN NAAR e-FILING Met deze functie kunt u de gescande gegevens van originelen opslaan in e-Filing. Tijdens het scannen kunt u, indien gewenst, tegelijkertijd de functies SCAN NAAR e-FILING of SCAN NAAR E-MAIL uitvoeren. Als de gegevens van de originelen zijn opgeslagen, kunt u ze op elk gewenst moment afdrukken. Voor het opslaan van de gegevens van de originelen kunt u de openbare box of een van de gebruikersboxen specificeren.
  • Pagina 143 Druk op de [SCAN NAAR E-FILING] toets. Druk op de [BOX/MAP] toets - De lijst met boxen wordt weergegeven. Selecteer de box waarin u de gegevens wilt opslaan en druk op de [ENTER] toets. - Selecteer de “Openbare box” of de “Gebruikersbox”. - Zie voor het instellen van de gebruikersbox de werkwijze voor “e- FILING”.
  • Pagina 144 2.SCANNEN NAAR e-FILING (Vervolg) Druk op de [DOCUMENTNAAM] toets om de naam van de gescande gegevens in te voeren. - Het menu voor het invoeren van letters (zie "3.LETTERS INVOEREN" Pagina 136) wordt weergegeven. Een documentnaam mag maximaal 64 tekens bevatten. - Druk op de [ENTER] toets in het menu voor het invoeren van letters.
  • Pagina 145 Druk op de [SCAN!] toets. Als u op de [SCAN NAAR FILE] of de [SCAN NAAR E-MAIL] toets drukt voordat u op de [SCAN!] toets drukt, kunnen de gespecificeerde twee opdrachten tegelijk worden uitgevoerd. De melding “Plaats document op glasplaat om door te gaan. Druk op Scan!”...
  • Pagina 146 3. SCANNEN NAAR FILE Met de functie SCAN NAAR FILE kunt u de gescande gegevens van originelen verzenden en opslaan naar de gedeelde map op de harde schijf van het apparaat of de gespecificeerde computer. Via het netwerk kunt u de opgeslagen gegevens in de gedeelde map direct vanaf de computer van de gebruiker beheren en bewerken.
  • Pagina 147 Druk op de [FILE NAAM] toets om de bestandsnaam van de gescande gegevens in te voeren. - Het menu voor het invoeren van tekens verschijnt. Een bestandsnaam mag maximaal 45 tekens bevatten. - Druk op de [ENTER] toets na het invoeren van de tekens. Selecteer de gewenste locatie.
  • Pagina 148 3.SCANNEN NAAR FILE (Vervolg) - Druk op de [Volgende] of [Vorige] toets om te schakelen tussen de schermen en geef de noodzakelijk instellingen op. Druk op de [ENTER] toets. Druk op de [SCAN!] toets. Als u op de [SCAN NAAR E-FILING] of de [SCAN NAAR E-MAIL] toets drukt voordat u op de [SCAN!] toets drukt, kunnen de gespecificeerde twee opdrachten tegelijk worden uitgevoerd.
  • Pagina 149 - U kunt het formaat en type van het origineel, alsmede de scanvoorwaarden veranderen door op de [EDIT] toets te drukken voor de volgende scan. - Druk op de [OPDRACHT ANNULEREN] toets als u de opslag van de gescande gegevens wilt annuleren.
  • Pagina 150 4. SCANNEN NAAR E-MAIL Met deze functie kunt u de gescande gegevens als bijlage naar het gespecificeede e-mailadres verzenden. Als u de instelling voor de overdracht via e-mail heeft voltooid, kunt u de instellingen voor SCAN NAAR E- FILING of SCAN NAAR FILE invoeren. De gegevens kunnen tegelijkertijd worden gescand. * De netwerkbeheerder moet het apparaat configureren voor het gebruik van de functie SCAN NAAR E- MAIL.
  • Pagina 151 Druk op de [E-MAIL NAAR] toets en selecteer het adres. - Druk op de [E-MAILADRES] toets wanneer u het adres rechtstreeks via het schermtoetsenbord wilt invoeren. Zie stappen 5 en 6 in "Directe invoer" Pagina 159 voor details. - Als het adresboek verschijnt, selecteert u het adres waar u de gegevens naar toe wilt sturen.
  • Pagina 152 4.SCANNEN NAAR E-MAIL (Vervolg) Druk op de [BERICHT] toets en voer de berichttekst, enz. in. - Een berichttekst mag maximaal 1.000 tekens bevatten. Druk op de [FILE NAME] toets en voer een naam voor de gescande gegevens in. - Een bestandsnaam mag maximaal 45 tekens bevatten. "3.LETTERS INVOEREN"...
  • Pagina 153 Druk op de [EDIT] toets om het formaat en type van het origineel in te stellen. - Druk op de [VOLGENDE] toets nadat stap 9 is voltooid. Voer de grootte van de bijlage in. - Afbeeldingsgegevens kunnen worden verdeeld in enkele kleine blokken en vervolgens verzonden.
  • Pagina 154 4.SCANNEN NAAR E-MAIL (Vervolg) Druk op de [VAN ADRES] toets om het adres van de afzender in te voeren en druk vervolgens op de [ENTER] toets. - Letters invoeren "3.LETTERS INVOEREN" Pagina 136 Druk op de [VAN NAAM] toets om de naam van de afzender in te voeren en druk vervolgens op de [ENTER] toets.
  • Pagina 155 8. INTERNET FAX 1. INTERNET FAX .........................154 2. INTERNET FAX VERZENDEN ..................156 De overdrachtsinstellingen opgeven ..................156 De ontvangers specificeren ....................159 De functie Geavanceerd ....................170 3. INTERNETFAX ONTVANGEN...................173...
  • Pagina 156 1. INTERNET FAX Met de functie Internetfax kunt u een gescand origineel verzenden als e-mail met bijgevoegd TIFF-S- bestand. Omdat de verzending verloopt via een internetlijn in plaats van een telefoonlijn zijn de communicatiekosten laag. Bij deze functie geeft u in plaats van een telefoonnummer een e-mailadres op om een gescand origineel naar de internetfax of de cliëntcomputers te verzenden.
  • Pagina 157 - Internetfax naar internetfax Het apparaat kan via internet of intranet een document naar een andere internetfax verzenden. Het document wordt verzonden als e-mail. e-STUDIO350/450 e-STUDIO350/450 - Internetfax naar/vanaf cliëntcomputers Het apparaat kan via internet of intranet een document als e-mail naar cliëntcomputers verzenden. De cliëntcomputers kunnen zelf ook e-mail naar het apparaat verzenden.
  • Pagina 158 2. INTERNET FAX VERZENDEN De overdrachtsinstellingen opgeven Configureer de instellingen voor de resolutie, de beeldkwaliteit, de belichting en het formaat van het origineel. U kunt tevens een onderwerp en tekst aan het origineel toevoegen. Wanneer een overdracht is voltooid, keert de instelling automatisch terug naar de standaardinstelling. Het volgende overzicht geeft een beschrijving van de instelling van elk item.
  • Pagina 159 Druk op de [FAX] toets op het bedieningspaneel. Druk op de [ADRES] toets om het adresmenu te openen en druk vervolgens op de [OPTIE] toets.
  • Pagina 160 2.INTERNET FAX VERZENDEN (Vervolg) Druk na het selecteren van elke overdrachtsinstelling op de [ENTER] toets. - Druk op de [Vorige] of [Volgende] toets om te schakelen tussen de menu’s. - De gearceerde toetsen in het rechts afgebeelde menu zijn de standaardinstellingen.
  • Pagina 161 De ontvangers specificeren - Directe invoer: vul het e-mailadres direct via het invoermenu in. - Invoer via adresboek: geef een ontvanger op die reeds in het adresboek staat vermeld. - Invoer als groep: verzend originelen in één keer naar ontvangers die reeds als groep zijn gespecificeerd. - Multi-adres verzending: verzend hetzelfde origineel in één handeling naar twee of meer ontvangers.
  • Pagina 162 2.INTERNET FAX VERZENDEN (Vervolg) Invoer via adresboek - Het adresboek moet vooraf worden geregistreerd. Raadpleeg de [Handleiding gebruikersfunctie] voor het registreren van het adresboek. Druk op de [FAX] toets op het bedieningspaneel. Plaats het origineel/de originelen. - "2.ORIGINELEN PLAATSEN" Pagina 45 Druk op de [OPTIE] toets en geef de overdrachtsinstellingen op.
  • Pagina 163 Invoer als groep - De ontvangers moeten vooraf aan de groep zijn toegevoegd. Raadpleeg voor het maken van groepen de [Handleiding gebruikersfunctie]. Druk op de [FAX] toets op het bedieningspaneel. Plaats het origineel/de originelen. - "2.ORIGINELEN PLAATSEN" Pagina 45 Druk op de [OPTIE] toets en geef de overdrachtsinstellingen op.
  • Pagina 164 2.INTERNET FAX VERZENDEN (Vervolg) Druk op de groep met ontvangers waar u de fax naar toe wilt sturen. Druk op de [INHOUD] toets om een gespecificeerd lid van de groep te controleren. - U kunt een ontvanger zoeken aan de hand van het ID-nummer of de groep.
  • Pagina 165 Zoeken op ID-nummer U kunt ontvangers die in het adresboek of in een groep zijn geregistreerd snel opzoeken met behulp van het ID-nummer. Druk op de [FAX] toets op het bedieningspaneel. Plaats het origineel/de originelen. - "2.ORIGINELEN PLAATSEN" Pagina 45 Druk op de [OPTIE] toets en geef de overdrachtsinstellingen op.
  • Pagina 166 2.INTERNET FAX VERZENDEN (Vervolg) Druk op de [E-MAIL] toets van de bestemming. - Eén scherm toont acht bestemmingen. Om de niet getoonde bestemmingen te bekijken, drukt u op de [Vorige] of [Volgende] toets om door de schermen te bladeren. - Druk op de [BEKEND ID] toets om door te gaan met zoeken op ID-nummer.
  • Pagina 167 Druk op de toets van het item dat u wilt zoeken. Voer de letter of het cijfer in en druk vervolgens op de [ENTER] toets. - Letters invoeren "3.LETTERS INVOEREN" Pagina 136 Druk op de [ZOEKEN] toets. Druk op de [E-MAIL] toets van de bestemming en druk vervolgens op de [ENTER] toets.
  • Pagina 168 2.INTERNET FAX VERZENDEN (Vervolg) Adres zoeken met de LDAP Server Zonder gebruik te maken van het adresboek in dit apparaat, is het mogelijk om ontvangers te selecteren welke zijn geregistreerd in het adresboek van de LDAP (Lightweight Directory Access Protocol) server via het netwerk.
  • Pagina 169 Druk op de directory zoek naam waarin u wilt zoekn, en druk op de [ENTER] toets. Zoek de ontvanger, en verzend het hierna. - Voer stappen 6 tot 10 uit in "Zoeken op adres" Pagina 164. * Zoeken met de LDAP server is beschikbaar voor Faxnummer en E-mail.
  • Pagina 170 2.INTERNET FAX VERZENDEN (Vervolg) Specificeer de ontvanger. - U kunt e-mailadressen - die u door middel van de Directe invoer heeft gespecificeerd - achter elkaar invoeren. Druk hiertoe op de [MULTI] toets en voer het volgende adres in. Als u de functie Invoer via adresboek of Invoer als groep gebruikt, hoeft u niet op de [MULTI] toets te drukken.
  • Pagina 171 Selecteer de bestemming die u wilt verwijderen en druk vervolgens op de [VERWIJDEREN] toets.
  • Pagina 172 2.INTERNET FAX VERZENDEN (Vervolg) De functie Geavanceerd U kunt gebruikmaken van de volgende geavanceerde functies: - Dubbelzijdig origineel TX: dubbelzijdige originelen verzenden met behulp van het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting. - Priority TX: originelen verzenden voorafgaand aan de gereserveerde opdrachten. Dubbelzijdige originelen verzenden U kunt dubbelzijdige originelen scannen en verzenden met behulp van het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optioneel).
  • Pagina 173 Druk op de [GEAVANCEERD] toets om het geavanceerde menu te openen en druk vervolgens op de [DUBBELZIJDIGE SCAN] toets. Selecteer, afhankelijk van het type origineel, de [BOEK] of [BLOK] toets en druk vervolgens op de [ENTER] toets. Specifeer de ontvanger. - "De ontvangers specificeren"...
  • Pagina 174 2.INTERNET FAX VERZENDEN (Vervolg) Druk op de [GEAVANCEERD] toets om het geavanceerde menu te openen. Druk vervolgens op de [PRIORITEIT RESERVEREN] toets. Druk op de [ENTER] toets. Specificeer de ontvanger. - "De ontvangers specificeren" Pagina 159 Druk op de [START] toets. 8.INTERNET FAX...
  • Pagina 175 3. INTERNETFAX ONTVANGEN instellingen voor de ontvangstfunctie Er zijn verschillende methoden voor het ontvangen van een internetfax. Dit hangt af van het type protocol dat wordt gebruikt voor het ontvangen van e-mail. Als POP3* is geselecteerd voor het ontvangen: - Het apparaat maakt volgens gespecificeerde intervallen contact met de e-mailserver om te controleren of er e-mail is ontvangen.
  • Pagina 176 3.INTERNETFAX ONTVANGEN (Vervolg) Druk op de [GEBRUIKERSFUNCTIE] toets op het bedieningspaneel. Druk op de [GEBRUIKER] toets en vervolgens op [CHECK E-MAIL]. - Het controleren op eventueel ontvangen e-mail begint. Het controleren is voltooid. - Als de internetfax is ontvangen, verschijnt de melding “ONTVANGEN e-mail”...
  • Pagina 177 9. OPDRACHT STATUS 1. OPDRACHT STATUS ......................176 2. LIJST MET AFDRUKOPDRACHTEN ................177 3. PROEFAFDRUK ........................180 4. PRIVE AFDRUKOPDRACHT ....................182 5. DE AFDELINGSCODES GEBRUIKEN................184 6. DE STATUS FAX/INTERNETFAX-OPDRACHT BEVESTIGEN ........186 7. DE SCANSTATUS BEVESTIGEN ..................187 8. LOGBOEKLIJST ........................188 9. ADRESREGISTRATIE VANUIT LOGBOEK ..............191 10.AFDRUKKEN VERZ./ONTV.
  • Pagina 178 1. OPDRACHT STATUS Met [OPDRACHT STATUS] kunt u: - De lijst met afdruk-, internetfax- en scanopdrachten in de wachtrij weergeven - De status van het afdruk-, overdracht-, ontvangst- en scanlogboek weergeven - De opdrachten in de wachtrij uitvoeren, pauzeren, verwijderen en verplaatsen - De verzend- en ontvangst logboeken afdrukken Elk scherm (pagina) bevat vier opdrachten, maar u kunt in totaal de opdrachten van 250 pagina’s (1.000 opdrachten) weergeven.
  • Pagina 179 2. LIJST MET AFDRUKOPDRACHTEN Met de functie Afdrukopdracht kunt u de status weergeven van afdrukopdrachten die tussen het apparaat en de netwerkcontroller zijn verzonden. Ook kunt u opdrachten verwijderen, pauzeren, verplaatsen en afdrukken. Druk op de [Volgende] toets om de vijfde of hogere opdracht weer te geven en druk op de [Vorige] toets om de vorige pagina weer te geven.
  • Pagina 180 2.LIJST MET AFDRUKOPDRACHTEN (Vervolg) De melding “Verwijderen OK?” verschijnt. Druk op de [VERWIJDEREN] toets om de opdracht te verwijderen. Een afdrukopdracht pauzeren en hervatten Druk op de gebruikersnaam in de lijst die u wilt onderbreken. Druk op de [PAUZE] toets. Druk op de [VRIJGEVEN] toets om de opdracht te hervatten.
  • Pagina 181 Een afdrukopdracht verplaatsen Druk op de gebruikersnaam in de lijst die u wilt verplaatsen. Druk op de [VERPLAATSEN] toets. Geef de positie van de volgorde op. - (Voorbeeld) Druk op de eerste gebruikersnaam en verplaats de doelopdracht naar de tweede positie.
  • Pagina 182 3. PROEFAFDRUK Met deze functie kunt u een proefafdruk maken indien de [PROEF] toets vooraf is gespecificeerd voor deze toepassing. De voor een proefafdruk opgegeven afdrukopdracht staat in de lijst. Er wordt één set afgedrukt als proefafdruk voordat het opgegeven aantal sets wordt afgedrukt. Na voltooiing worden de resterende afdrukopdrachten uitgevoerd als normale afdrukopdracht.
  • Pagina 183 Na goedkeuring van de proefafdruk drukt u op de toets [EDIT] en toetst u het gewenste cijfer in om het aantal sets te wijzigen. Druk vervolgens op de [VRIJGEVEN] toets om verder te gaan met de normale afdrukopdracht. Een opdracht verwijderen Druk op de [PROEF] toets.
  • Pagina 184 4. PRIVE AFDRUKOPDRACHT Met de privé afdrukopdracht kunt u de gewenste documenten afdrukken door invoering van het wachtwoord dat voor deze toepassing is ingesteld. * Raadpleeg voor privé afdrukken de [Afdrukhandleiding]. Privé afdrukken Druk op de [PRIVE] toets om de lijst met privé...
  • Pagina 185 Een privé afdrukopdracht verwijderen Druk op de [PRIVE] toets om de lijst met persoonlijke afdrukopdrachten weer te geven. Druk op de gebruikersnaam in de lijst die u wilt verwijderen. Druk op de [VERWIJDEREN] toets. Voer het wachtwoord in. De melding“Verwijderen OK?” verschijnt. Druk op de [VERWIJDEREN] toets om de opdracht te verwijderen.
  • Pagina 186 5. DE AFDELINGSCODES GEBRUIKEN Opdrachten die zonder afdelingscode of met een niet-geregistreerde afdelingscode naar het apparaat worden verzonden, worden in de Ongeldige wachtrij van de Opdrachtstatus geplaatst. De ongeldige code (afdrukfout) veranderen in een normale afdrukopdracht Druk op de [ONGELDIG] toets om de lijst weer te geven.
  • Pagina 187 Een opdracht uit de lijst verwijderen Druk op de [ONGELDIG] toets om de lijst weer te geven. Druk op de gebruikersnaam in de lijst die u wilt verwijderen. Druk op de [VERWIJDEREN] toets. De melding “Verwijderen OK?” verschijnt. Druk op de [VERWIJDEREN] toets om de opdracht te verwijderen.
  • Pagina 188 6. DE STATUS FAX/INTERNETFAX-OPDRACHT BEVESTIGEN Met behulp van de functie fax (optioneel)/internetfax-opdracht kunt u de status weergeven en de opdracht verwijderen of verzenden. Elk scherm (pagina) bevat vier opdrachten, maar u kunt in totaal de opdrachten van 250 pagina’s (1.000 opdrachten) weergeven. Druk op de [Volgende] toets om de vijfde of hogere opdracht weer te geven en druk op de [Vorige] toets om de vorige pagina weer te geven.
  • Pagina 189 7. DE SCANSTATUS BEVESTIGEN Met SCAN-OPDRACHT kunt u de status weergeven en de opdracht verwijderen. Elk scherm (pagina) bevat vier opdrachten, maar u kunt in totaal de opdrachten van 250 pagina’s (1.000 opdrachten) weergeven. Druk op de [Volgende] toets om de vijfde of hogere opdracht weer te geven en druk op de [Vorige] toets om de vorige pagina weer te geven.
  • Pagina 190 8. LOGBOEKLIJST Met de functie LOGBOEK kunt u een lijst maken met voltooide afdrukopdrachten, scanopdrachten, verzonden en ontvangen faxen (ter bevestiging van de resultaten). U kunt ook de faxnummers en e- mailadressen ( ) van het verzenden/ontvangen faxlogboek en scanlogboek in het adresboek registreren. (Fax, Internet Fax, E-mail en scan functies zijn optioneel.) Gebruikte e-mailadressen bij het verzenden van e-mails Afdruklogboek...
  • Pagina 191 Verzonden/ontvangen faxlogboek Druk op de [VERZONDEN] toets in het logboekmenu om de verzendstatus van de fax (optioneel) of internetfax (optioneel) weer te geven. Druk op de [ONTVANGEN] toets in het logboekmenu om de ontvangststatus van de fax (optioneel) of internetfax (optioneel) weer te geven. - Items in de lijst Bestandsnr.: volgnummer van geaccepteerde opdracht Naar: faxnummer of e-mailadres van ontvanger...
  • Pagina 192 8.LOGBOEKLIJST (Vervolg) Scanlogboek WhDruk op de [SCAN] toets in het logboekmenu om de scanstatus van de volgende items weer te geven. - Opslagstatus naar e-Filing dmv kopiëren - Opslagstatus naar Gedeelde Map (SAVE AS FILE) dmv kopiëren (optioneel) - Opslagstatus naar e-Filing of Gedeelde Map (SCAN TO FILE) dmv scannen (optioneel) - Verzendstatus van E-mail (SCAN NAAR E-MAIL) dmv scannen (optioneel) - Items in de lijst Naar: de opslaglocatie van de gescande gegevens of het e-mailadres van de ontvanger...
  • Pagina 193 9. ADRESREGISTRATIE VANUIT LOGBOEK U kunt de ontvanger (of afzender) in het adresboek registreren vanuit de lijst VERZENDEN/ONTVANGEN LOGBOEK of de lijst SCANLOGBOEK. Selecteer hiertoe de ontvanger (of afzender) en druk op de [INVOER] toets. * Raadpleeg de [Gebruikerfuncties Gids] voor meer informatie over het adresboek. Druk op de [LOGBOEK] toets en vervolgens op de [VERZENDEN] (of [ONTVANGEN]) toets.
  • Pagina 194 9.ADRESREGISTRATIE VANUIT LOGBOEK (Vervolg) Druk op de [INVOER] toets. Het scherm ADRESINVOER opent. Druk op de [NAAM] toets om de naam van de ontvanger in te voeren. - Letters invoeren "3.LETTERS INVOEREN" Pagina 136 Druk op de [ENTER] toets. 9.OPDRACHT STATUS...
  • Pagina 195 10. AFDRUKKEN VERZ./ONTV. FAXLOGBOEK U kunt maximaal 120 logboeken (3 pagina’s) en 1 geselecteerd VERZENDEN (of ONTVANGEN) LOGBOEK in de lijst VERZENDEN/ONTVANGEN faxlogboek afdrukken. * Er kunnen 40 logboeken (1 pagina) of 120 logboeken (3 pagina’s) worden ingesteld voor het afdrukken van de logboeklijst.
  • Pagina 196 11. STATUS De functie STATUS geeft het ladeformaat van het apparaat weer en selecteert de actieve papierlade tijdens het afdrukken. Druk op [STATUS] wanneer een afdrukopdracht stopt als gevolg van een fout. Nu kan het ladeformaat en de actieve papierlade worden gewijzigd als het papier op is en er geen papierlade gereed is. Vrijgave bij afdrukfout Als de papierlade voor het gespecificeerde papierformaat niet gereed is, doet zich een afdrukfout voor en gaat de [OPDRACHTSTATUS] toets knipperen.
  • Pagina 197 Stel het papierformaat in door op de papierformaattoets in het scherm te drukken. Druk op de [START] toets.
  • Pagina 198 12. FOUTCODES Als er zich een fout voordoet tijdens het gebruik van de fax, internetfax of scan, wordt de foutcode in de status van elk logboek getoond. Corrigeer de fout aan de hand van de volgende tabel. Fax/Internet Fax Foutcode Oorzaak Correctie 0011...
  • Pagina 199 Foutcode Oorzaak Correctie 1C11 Onvoldoende geheugen Voltooi eerst de lopende opdrachten en voer vervolgens de mislukte opdracht opnieuw uit. Schakel de stroom UIT en daarna weer IN als de fout zich weer voordoet. Voer de opdracht opnieuw uit. 1C12 Fout bij ontvangst bericht Schakel de stroom UIT en daarna weer IN.
  • Pagina 200 12.FOUTCODES (Vervolg) Foutcode Oorzaak Correctie 1C40 Storing bij beeldconversie Schakel de stroom UIT en vervolgens weer IN. Voer de mislukte opdracht opnieuw uit. Neem contact op met uw leverancier als de fout zich weer voordoet. 1C60 Harde schijf vol tijdens verwerking Reduceer het aantal pagina’s van de mislukte opdracht en voer de opdracht opnieuw uit.
  • Pagina 201 Foutcode Oorzaak Correctie 1C6B Fout in mailadres terminal Vraag of de beheerder controleert of het e- mailadres van het apparaat een ongeldig teken bevat. Verwijder het ongeldige teken en stel het correcte e-mailadres in. Voer de opdracht nog een keer uit. 1C6C Fout mailadres bestemming Controleer of het e-mailadres van de...
  • Pagina 202 12.FOUTCODES (Vervolg) Foutcode Oorzaak Correctie 3A60-3A62 Harde schijf vol alarm Vraag de zender om de E-mail opnieuw te verzenden gesplitst in verschillende E-mails. Indien deze fout optreedt bij papier op en er staan teveel opdrachten opgeslagen op de harddisk, vul dan papier bij. 3A70 Partitionele E-mail ontvangst Vraag de beheerder om de Partitionele E-mail...
  • Pagina 203 Foutcode Oorzaak Correctie 3C60-3C62 Offramp beveiligings fout Controleer de fax nummers welke zijn opgegeven in de ontvangen offramp gateway opdracht en vraag de verzender de E-mail opnieuw te verzenden met de juiste faxnummers. 3C70 Stroomstoring Controleer of de opdracht is hersteld. Zoniet, vraag de zender de E-mail opnieuw te versturen.
  • Pagina 204 12.FOUTCODES (Vervolg) Error Code Message Corrective Action 2C14 Ongeldige parameter opgegeven Controleer alle instellingen en probeer het opnieuw. 2C15 Message size exceeded limit or U probeert teveel documenten in één keer te maximum size verzenden. Verdeel het aantal documenten over meerdere opdrachten. 2C30 Kan geen map maken Controleer of u voldoende rechten heeft om...
  • Pagina 205 Error Code Message Corrective Action 2C6D NIC system error Neem contact op met uw leverancier als de fout zich weer voordoet. 2C70 SMTP service is not available Vraag of uw beheerder controleert of de SMTP service is geactiveerd. 2C80 Failed to process received E-mail job Vraag of uw beheerder controleert of de Ontvangen Internet Fax Forward is ingesteld.
  • Pagina 206 12.FOUTCODES (Vervolg) Error Code Message Corrective Action 2D60 Failed to copy file Schakel de stroom UIT en daarna weer IN. Voer de mislukte opdracht opnieuw uit. Neem contact op met uw leverancier als de fout zich weer voordoet. 2D62 Failed to connect to network destination. Contoleer of het netwerk pad correct is, Check destination path.
  • Pagina 207 Error Code Message Corrective Action 2B32 Failed to print Electronic Filing Controleer of het opgegeven document document. bestaat. (Indien niet, zou deze fout niet optreden.). Wis het betreffende document. Probeer het opnieuw. indien het betreffende document niet kan worden gewist, neem contact op met uw leverancier.
  • Pagina 208 Error Code Message Corrective Action 2BC1 Failed to acquire resource. Schakel de stroom UIT en vervolgens weer IN. Voer de mislukte opdracht opnieuw uit. Neem contact op met uw leverancier als de fout zich weer voordoet. 9.OPDRACHT STATUS...
  • Pagina 209 10. e-FILING 1. e-FILING FUNCTIES ......................208 2. BOX INSTELLEN .......................210 3. DE INVOERGEGEVENS WIJZIGEN .................212 4. BOX VERWIJDEREN ......................214 5. OPGESLAGEN DOCUMENT AFDRUKKEN ..............215...
  • Pagina 210 1. e-FILING FUNCTIES Met de functies van e-Filing kunt u documenten beheren in e-Filing (harde schijf) in het apparaat. Het betreft documenten die zijn verkregen door kopiëren, scannen, afdrukken, ontvangen faxen (indien deze optie is geïnstalleerd), internetfaxen en e-mails. U moet e-Filing eerst instellen voordat u het kunt gebruiken. e- Filing bestaat uit een publieke box en maximaal 200 gebruikersboxen.
  • Pagina 211 Met het apparaat kunt u documenten als originele gegevens opslaan in e-Filing door middel van kopiëren en scannen. ("1.OPSLAAN NAAR e-FILING" Pagina 130, "2.SCANNEN NAAR e-FILING" Pagina 140) De opgeslagen documenten in e-Filing kunnen worden afgedrukt door het specificeren van sommige pagina’s of “Alle pagina’s”, eventueel na toevoeging/verandering van de afdrukinstellingen.
  • Pagina 212 2. BOX INSTELLEN e-Filing bestaat uit één openbare box en maximaal 200 gebruikersboxen. De openbare box wordt vooraf ingesteld bij de installatie van de apparatuur. U hoeft deze dus niet zelf in te stellen. De gebruikersbox kan worden ingesteld/geregistreerd door middel van toewijzing van een boxnaam. Als de gebruikersbox is beveiligd met een wachtwoord kunnen belangrijke documenten veilig worden opgeslagen.
  • Pagina 213 Druk op de [ENTER] toets. - Er is een nieuwe box ingesteld.
  • Pagina 214 3. DE INVOERGEGEVENS WIJZIGEN De “geregistreerde boxnaam” en het “wachtwoord” van de gebruikersbox kunnen worden veranderd. * U kunt de naam van de map niet veranderen op het apparaat. Verander de naam eventueel via het netwerk met behulp van een cliëntcomputer en de webtoepassing e-Filing. Raadpleeg voor meer informatie de [Handleiding e-Filing].
  • Pagina 215 Druk op de [ENTER] toets. - De boxinstellingen zijn bijgewerkt.
  • Pagina 216 4. BOX VERWIJDEREN Een overbodige gebruikersbox kan worden verwijderd. In dat geval worden alle documenten in de gebruikersbox ook verwijderd. * De openbare box kan niet worden verwijderd. * U kunt de map in een gebruikersbox niet op het apparaat verwijderen. Verwijder de map eventueel via het netwerk met behulp van een cliëntcomputer en de webtoepassing e-Filing.
  • Pagina 217 5. OPGESLAGEN DOCUMENT AFDRUKKEN Documenten die in de box of map zijn opgeslagen, kunnen worden afgedrukt. De afwerking van de documenten kan worden geselecteerd. U kunt tevens de afdruk controleren door middel van een proefafdruk. Het gehele document afdrukken. Alle pagina’s van het document worden afgedrukt. Raadpleeg voor het afdrukken van meerdere kopieën "Opgeslagen document afdrukken met toegevoegde/gewijzigde instellingen"...
  • Pagina 218 5.OPGESLAGEN DOCUMENT AFDRUKKEN (Vervolg) Druk op de [AFDRUKKEN] toets. - Het afdrukken van het gehele document begint. Proefafdruk maken U kunt een gedeelte afdrukken van een document dat bestaat uit verschillende pagina’s. Voer de stappen 1 tot en met 4 uit van “Het gehele document afdrukken”.
  • Pagina 219 Druk op de [AFDRUKKEN] toets. - Het afdrukken van de ingestelde pagina begint. Opgeslagen document afdrukken met toegevoegde/gewijzigde instellingen De volgende instellingen kunnen worden toegevoegd aan (of gewijzigd in) het opgeslagen document in de filingbox. 1: De papierlade instellen (druk op het cassettegebied van de papierlade) 2: Het aantal afdrukken invoeren (met behulp van de numerieke toetsen) 3: Enkelzijdige/dubbelzijdige afdrukken instellen.
  • Pagina 220 5.OPGESLAGEN DOCUMENT AFDRUKKEN (Vervolg) Druk op de [INSTELLINGEN] toets. Stel het gewenste aantal afdrukken in. - Zie de vorige pagina voor meer bijzonderheden. Druk met betrekking tot de instellingen 3 tot en met 8 op de betreffende toets, selecteer de gewenste toets in het menu en druk vervolgens op de [ENTER] toets.
  • Pagina 221 11. SJABLOON 1. SJABLOON........................220 2. SJABLOON OPROEPEN ....................221 3. SJABLOON REGISTREREN .....................224 4. INVOERGEGEVENS WIJZIGEN ..................229 5. SJABLOON VERWIJDEREN.....................233...
  • Pagina 222 1. SJABLOON Een combinatie van veel gebruikte functies kan worden geregistreerd als sjabloon en naar wens worden opgeroepen * U kunt bijvoorbeeld de instellingen van de kopieerfuncties, scanfuncties of faxfuncties (optioneel) als sjabloon registreren en oproepen. De combinaties worden geregistreerd in de “OPENBARE SJABLOONGROEP” of de “GEBRUIKERSGROEP (maximaal 200 groepen beschikbaar)”...
  • Pagina 223 2. SJABLOON OPROEPEN U hoeft alleen maar op de [START] toets te drukken (voor scannen de [SCAN] toets op het aanraakscherm) nadat u de gewenste sjabloon heeft opgeroepen. * Voordat u een sjabloon kunt oproepen, dient u deze eerst te registreren. Zie "3.SJABLOON REGISTREREN"...
  • Pagina 224 2.SJABLOON OPROEPEN (Vervolg) Bevestig dat “De sjablooninstelling is bijgewerkt” wordt weergegeven in het scherm. Selecteer eventueel andere kopieerinstellingen. Druk op de [START] toets. Een sjabloon oproepen in de gebruikersgroep Plaats papier in de lade(n). - "1.KOPIEERPAPIER PLAATSEN" Pagina 36 Plaats het origineel/de originelen. - "2.ORIGINELEN PLAATSEN"...
  • Pagina 225 Selecteer de gewenste sjabloon. Toets het wachtwoord (5 cijfers) van de geselecteerde sjabloon in. Druk vervolgens op de [ENTER] toets. - Sla deze stap over als het wachtwoord niet is ingesteld tijdens de registratie van de groep en ga naar stap 8. Bevestig dat “De sjablooninstelling is bijgewerkt”...
  • Pagina 226 3. SJABLOON REGISTREREN Om de sjabloon op te roepen moet u eerst de instellingencombinatie als sjabloon registreren. De sjabloon wordt - afhankelijk van de doelstelling - geregistreerd in de “OPENBARE SJABLOONGROEP” of de “GEBRUIKERSGROEP”. - OPENBARE SJABLOONGROEP: In deze groep kunt u de instellingencombinatie registreren van de functies die veel worden gebruikt in het gehele bedrijf of de gehele organisatie.
  • Pagina 227 Voer het “Beheerderswachtwoord” (6 cijfers) in en druk vervolgens op de [ENTER] toets. Druk op de blanco toets in het sjabloonmenu en druk vervolgens op de [OPSLAAN] toets. Voer de gegevens in voor het registreren van de sjabloon. - U moet “NAAM 1” of “NAAM 2” invoeren, maar het invoeren van de “GEBRUIKERSNAAM”...
  • Pagina 228 3.SJABLOON REGISTREREN (Vervolg) Druk op de [OPSLAAN] toets. - Het menu keert terug naar stap 1 (het menu voordat er op de [SJABLOON] toets op het bedieningspaneel werd gedrukt.) De sjabloon registreren in de gebruikersgroep Stel alle functies in die u wilt combineren. - Voorbeeld: instelling “Beeldverplaatsing”, “90% reductie”...
  • Pagina 229 - Voer bij het selecteren van de geregistreerde “GEBRUIKERSGROEP” in het volgende menu het “GROEPSWACHTWOORD” (5 cijfers) in. Ga vervolgens verder met stap 8. Voer de gegevens in voor het registeren van de nieuwe gebruikersgroep. - U moet “NAAM” invoeren, maar het invoeren van de “GEBRUIKERSNAAM”...
  • Pagina 230 3.SJABLOON REGISTREREN (Vervolg) Voer de gevraagde gegevens in. - U moet “NAAM 1” of “NAAM 2” invoeren, maar het invoeren van de “GEBRUIKERSNAAM” en het “WACHTWOORD” is niet verplicht. - Als u op de [NAAM 1] toets drukt, opent het invoermenu voor letters ("3.LETTERS INVOEREN"...
  • Pagina 231 4. INVOERGEGEVENS WIJZIGEN U kunt de geregistreerde naam, gebruikersnaam, en wachtwoord van sjabloon/gebruikersgroep wijzigen. De gegevens van de sjabloon wijzigen Druk op de [SJABLOON] toets op het bedieningspaneel. Druk op de [REGISTRATIE] toets Selecteer de groep (met de geregistreerde sjabloon) die u wilt wijzigen. Druk vervolgens op de [ENTER] toets.
  • Pagina 232 4.INVOERGEGEVENS WIJZIGEN (Vervolg) Selecteer de sjabloon die u wilt wijzigen en druk vervolgens op de [EDIT] toets. Voer het “Wachtwoord” (5 cijfers) voor de geselecteerde sjabloon in. Druk vervolgens op de [ENTER] toets. - Sla deze stap over als het wachtwoord niet is ingesteld bij de registratie van de gebruikersgroep, ga naar stap 7.
  • Pagina 233 Druk op de [ENTER] toets. - De gegevens van de sjabloon zijn gewijzigd. De gegevens van de gebruikersgroep wijzigen De gegevens van de openbare groep kunnen niet worden gewijzigd. Druk op de [SJABLOON] toets op het bedieningspaneel. Druk op de [REGISTRATIE] toets. Selecteer de “GEBRUIKERSGROEP”...
  • Pagina 234 4.INVOERGEGEVENS WIJZIGEN (Vervolg) Voer het “Wachtwoord” (5 cijfers) voor de geselecteerde groep in. Druk vervolgens op de [ENTER] toets. - Sla deze stap over als het wachtwoord niet is ingesteld bij de registratie van de gebruikersgroep, ga naar stap 5. Druk op de [NAAM] toets en/of op de [GEBRUIKERSNAAM] toets.
  • Pagina 235 5. SJABLOON VERWIJDEREN Overbodige sjablonen kunnen worden verwijderd. U kunt ook gebruikersgroepen verwijderen. Een sjabloon verwijderen Druk op de [SJABLOON] toets op het bedieningspaneel. Druk op de [REGISTRATIE] toets. Selecteer de groep (waarin de sjabloon is geregistreerd) die u wilt verwijderen. Druk vervolgens op de [ENTER] toets.
  • Pagina 236 5.SJABLOON VERWIJDEREN (Vervolg) Selecteer de sjabloon die u wilt verwijderen en druk vervolgens op de [VERWIJDEREN] toets. Voer het “Wachtwoord” (5 cijfers) voor de geselecteerde sjabloon in. Druk vervolgens op de [ENTER] toets. - Sla deze stap over als het wachtwoord niet is ingesteld bij de registratie van de gebruikersgroep, ga naar stap 7.
  • Pagina 237 Een gebruikersgroep verwijderen Druk op de [SJABLOON] toets op het bedieningspaneel. Druk op de [REGISTRATIE] toets. Selecteer de gebruikersgroep die u wilt verwijderen en druk vervolgens op de [VERWIJDEREN] toets. - Blader naar het juiste menu met behulp van de [Vorige] en [Volgende] toets.
  • Pagina 238 5.SJABLOON VERWIJDEREN (Vervolg) Druk op de [VERWIJDEREN] toets. - De geselecteerde groep is verwijderd. 11.SJABLOON...
  • Pagina 239 12. KNIPPERENDE GRAFISCHE SYMBOLEN OP HET AANRAAKSCHERM 1. BESCHRIJVING KNIPPERENDE GRAFISCHE SYMBOLEN SYMBOLS ......238 2. SYMBOOL PAPIER BIJVULLEN ..................240 De papierladen bijvullen.....................240 Het tandem papierinvoermagazijn (optioneel) bijvullen .............241 3. SYMBOOL VERVANG TONERCARTRIDGE ..............242 4. SYMBOOL VERVANG TONEROPVANGBAK ..............246 5. SYMBOOL VASTGELOPEN PAPIER................247 6.
  • Pagina 240 1. BESCHRIJVING KNIPPERENDE GRAFISCHE SYMBOLEN SYMBOLS De grafische symbolen op het aanraakscherm tonen de status van het apparaat. Als een van de grafische symbolen knippert, moet u de juiste handelingen uitvoeren. In onderstaand overzicht wordt verwezen naar de pagina waar de betreffende beschrijving staat vermeld. 1 : Symbool CONTROLEER ORIGINELEN Knippert wanneer een origineel in het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting is vastgelopen.
  • Pagina 241 8 : Symbool VASTGELOPEN PAPIER IN DE ONTGRENDELINGSEENHEID Knippert wanneer er papier is vastgelopen in de ontgrendelingseenheid. "6. Vastgelopen papier in de ontgrendelingseenheid" Pagina 252 9 : Symbool VERVANG TONERCARTRIDGE Knippert wanneer de tonercartridge bijna leeg is. "3.SYMBOOL VERVANG TONERCARTRIDGE" Pagina 242 10: Symbool VERVANG TONEROPVANGBAK Knippert wanneer de toneropvangbak bijna vol is.
  • Pagina 242 2. SYMBOOL PAPIER BIJVULLEN De papierladen bijvullen Als het papier in de geselecteerde papierlade of het optionele tandem papierinvoermagazijn bijna op is, knippert in het scherm het symbool van de papierlade of van het tandem papierinvoermagazijn. De melding “Papier bijvullen” verschijnt. Vul het papier als volgt bij. Trek de papierlade voorzichtig naar buiten totdat deze niet verder kan.
  • Pagina 243 Het tandem papierinvoermagazijn (optioneel) bijvullen Trek het tandem papierinvoermagazijn voorzichtig naar buiten totdat het niet verder kan. Leg het papier keurig uitgelijnd in bak (A) en bak (B). - PlPlaats het papier met de te bedrukken zijde naar boven. - Maximum aantal te plaatsen vellen "Geschikte soorten en ( A ) formaten kopieerpapier"...
  • Pagina 244 Wanneer de toner in de tonercartridge bijna op is, knippert het symbool VERVANG TONERCARTRIDGE. Gebruik de originele toner Toshiba heeft als doelstelling het leveren van betrouwbare producten met een hoge afdrukkwaliteit. Koop alleen de originele Toshiba-toners zodat u zeker weet dat u milieuvriendelijke kwaliteitsproducten gebruikt.
  • Pagina 245 De tonercartridge vervangen Open de voordeur. Druk op de vergrendeling, en open de cartridgehouder. Trek de cartridge er voorzichtig uit. - Als u de cartridge er niet recht uit kunt trekken, draai de cartridge dan tijdens het trekken rechtsom. Als het niet lukt, sluit dan de voordeur en schakel de stroom UIT en daarna weer IN.
  • Pagina 246 3.SYMBOOL VERVANG TONERCARTRIDGE (Vervolg) Schud de nieuwe tonercartridge een paar keer heen en weer om de toner los te maken. Houd de tonercartridge rechtop en trek de verzegeling eruit in de richting van de pijl. Plaats de cartridge. - Breng het (oranje) label op de copier in lijn met de (oranje) sluiting op de tonercartridge en plaats vervolgens de cartridge.
  • Pagina 247 Sluit de voordeur. - De melding “Wacht toner wordt toegevoegd” verschijnt. De copier begint automatisch toner toe te voeren.
  • Pagina 248 4. SYMBOOL VERVANG TONEROPVANGBAK Wanneer de toneropvangbak bijna vol is met gebruikte toner, gaat het symbool VERVANG TONEROPVANGBAK knipperen en de melding “Verwijder gebruikte toner” verschijnt. Open de voordeur. Trek de toneropvangbak er voorzichtig uit. Probeer NOOIT toneropvangbakken te verbranden. Dit kan een explosie veroorzaken.
  • Pagina 249 5. SYMBOOL VASTGELOPEN PAPIER Wanneer er papier in de copier is vastgelopen, knippert het symbool op het aanraakpaneel op de plaats waar het papier is vastgelopen. Verwijder het vastgelopen papier door middel van de volgende werkwijze. 1. Vastgelopen papier in het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optioneel) Druk op de toets op het automatisch documentinvoersysteem met...
  • Pagina 250 5.SYMBOOL VASTGELOPEN PAPIER (Vervolg) Draai aan de groene knop om de vastgelopen originelen te verwijderen. Als er nog steeds vastgelopen originelen zijn, draait u de groene knop in de tegenovergestelde richting van stap 2. Verwijder de originelen. Til de groene hendel op. - Verwijder de eventueel aanwezige vastgelopen originelen.
  • Pagina 251 Til de invoerklep originelen op en verwijder alle vastgelopen originelen. Laat de invoerklep originelen zakken, beweeg de groene knop naar voren en open de onderklep. Verwijder het vastgelopen papier. Sluit de boven- en onderklep. 2. Vastgelopen papier in het gebied van de papierlade Open de klep.
  • Pagina 252 5.SYMBOOL VASTGELOPEN PAPIER (Vervolg) Verwijder het vastgelopen papier. Sluit de klep. 3. Vastgelopen papier in het tandem papierinvoermagazijn (optioneel) Open de klep. Verwijder het vastgelopen papier. Vastgelopen papier in het externe, extra grote papierinvoermagazijn (optioneel) -Open de klep zoals hiernaast is afgebeeld en verwijder het vastgelopen papier.
  • Pagina 253 4. Vastgelopen papier op de handinvoergeleiding Trek het vastgelopen papier uit de handinvoergeleiding. 5. Vastgelopen papier in de automatische duplexer Controleer of de handinvoergeleiding open is en open vervolgens de automatische duplexer. - Zorg ervoor dat uw vingers niet bekneld raken tussen het apparaat en de automatische duplexer.
  • Pagina 254 5.SYMBOOL VASTGELOPEN PAPIER (Vervolg) 6. Vastgelopen papier in de ontgrendelingseenheid Controleer of de handinvoergeleiding en de automatische duplexer open zijn. Open vervolgens de klep van de ontgrendelingseenheid. Draai de groene knop in de richting van de pijl naar binnen en verwijder het vastgelopen papier.
  • Pagina 255 Open de klep van de fusereenheid. Druk knop (A) in en open de transportgeleiding. ( A ) ( A ) Verwijder het vastgelopen papier in de fusereenheid. Sluit de transportgeleiding en de klep van de fusereenheid. Druk de ontgrendelingshendel van de fuser omhoog zodat u de klep van de ontgrendelingseenheid, de automatische duplexer, en de handinvoergeleiding weer...
  • Pagina 256 5.SYMBOOL VASTGELOPEN PAPIER (Vervolg) 8. Vastgelopen papier in de Offset Uitvoer Eenheid of Opdrachtseparator (Optioneel) Controleer of de handinvoergeleiding, de automatische duplexer en de ontgrendelingseenheid open zijn, open vervolgens de klep van de ontgrendelingseenheid. De fusereenheid en het metalen gedeelte rondom de fuser NIET aanraken.
  • Pagina 257 Verwijder het vastgelopen papier in de offset uitvoer eenheid of opdrachtseparator. Sluit de klep van de offset uitvoer eenheid of opdrachtseparator klep. Sluit de klep van de fusereenheid en de klep van de ontgrendelingseenheid. Breng de automatische duplexer en de handinvoergeleiding weer terug in de oorspronkelijke positie.
  • Pagina 258 5.SYMBOOL VASTGELOPEN PAPIER (Vervolg) 10. Vastgelopen papier in de perforatoreenheid (optioneel) Open de voorklep van de perforatoreenheid (optioneel). Til de perforatoreenheid omhoog. Draai de groene knop zodanig dat de pijl in het gebied op het label komt. - In deze toestand staat de perforator open zodat het papier kan worden verwijderd, zoals op de afbeelding is te zien.
  • Pagina 259 11. Vastgelopen papier in de finisher (optioneel: MJ-1024/1023) Open de bovenklep van de finisher totdat deze open blijft staan. - Verwijder het vastgelopen papier. Houd de geleiding omhoog en verwijder het vastgelopen papier in de uitvoer. Sluit de bovenklep.
  • Pagina 260 5.SYMBOOL VASTGELOPEN PAPIER (Vervolg) 12. Vastgelopen papier in de finisher met enkelvoudige nieteenheid (optioneel: MJ-1022) Trek aan de hendel en koppel de finisher voorzichtig los van de copier. Til de groene hendel op en verwijder het vastgelopen papier. Verwijder het vastgelopen papier in de papieruitvoer.
  • Pagina 261 13. Vastgelopen papier in de finisher met rughechtereenheid (optioneel: MJ-1024) * Alleen wanneer de finisher met rughechtereenheid (MJ-1024, optioneel) is geïnstalleerd Open de voordeur van de finisher met rughechtereenheid. Schuif de groene hendel naar rechts en verwijder het vastgelopen papier. Druk op het onderste gedeelte van de groene hendel.
  • Pagina 262 5.SYMBOOL VASTGELOPEN PAPIER (Vervolg) Verwijder het vastgelopen papier en breng de hendel weer terug in de oorspronkelijke positie. Draai de rechterknop linksom. Druk op de linkerknop en draai deze rechtsom. Verwijder het vastgelopen papier aan de uitvoerzijde van de rughechtereenheid. 12.KNIPPERENDE GRAFISCHE SYMBOLEN OP HET AANRAAKSCHERM...
  • Pagina 263 Til de hendel omhoog en open de uitvoerklep van de rughechtereenheid. - Verwijder het vastgelopen papier. Sluit de uitvoerklep en de voordeur.
  • Pagina 264 6.NIETJES BIJVULLEN (OPTIONEEL) (Vervolg) 6. NIETJES BIJVULLEN (OPTIONEEL) Wanneer het nietjesmagazijn bijna leeg is,verschijnt de melding, “Controleer nietjesmagazijn”. Vul het nietjesmagazijn bij volgens de onderstaande werkwijze. Finisher met rughechtereenheid (MJ-1024)/meervoudige nieteenheid (MJ- 1023) Open de voordeur van de finisher. - Indien MJ-1024 is geïnstalleerd - Indien MJ-1023 is geïnstalleerd Verwijder het nietjesmagazijn.
  • Pagina 265 Verwijder de lege nietjeshouder uit het nietjesmagazijn. Verwijder de afsluitplaat die de nietjes vasthoudt. - Let erop dat de nietjes recht blijven liggen. Druk de nieuwe nietjeshouder in het nietjesmagazijn totdat u een klik hoort. Breng het nietjesmagazijn weer op de oorspronkelijke plaats aan.
  • Pagina 266 6.NIETJES BIJVULLEN (OPTIONEEL) (Vervolg) Finisher met rughechtereenheid (MJ-1024) * Alleen wanneer de rughechtereenheid (MJ-1024, optioneel) is geïnstalleerd Open de voordeur van de finisher. Schuif de rughechtereenheid voorzichtig naar voren. Trek de hendel van de rughechterhouder (1) naar u toe en draai (2) deze 90º in de ( 2 ) richting van de pijl.
  • Pagina 267 Verwijder de lege nietjeshouder en plaats een nieuwe houder. - Vervang beide nietjeshouders door nieuwe houders. Breng de rughechterhouder weer terug in de oorspronkelijke positie. - Trek de hendel van de rughechterhouder (1) naar u toe en draai (2) deze 90º in de richting van de pijl. ( 2 ) ( 1 ) Breng de rughechtereenheid weer terug...
  • Pagina 268 6.NIETJES BIJVULLEN (OPTIONEEL) (Vervolg) Finisher met enkelvoudige nieteenheid (MJ-1022) Trek de handgreep aan en koppel de finisher voorzichtig los van de copier. Verwijder het nietjesmagazijn. Verwijder de lege nietjeshouder uit het nietjesmagazijn. Plaats de nieuwe nietjeshouder. - Duw een nieuwe nietjeshouder in het nietjesmagazijn totdat u een klik hoort.
  • Pagina 269 Verwijder de afsluitplaat terwijl u de nietjes recht omhoog houdt. Breng het nietjesmagazijn weer terug in de oorspronkelijke positie. - Duw het nietjesmagazijn terug totdat deze door de klauw wordt gevangen en met een klikgeluid wordt vergrendeld. Indien de melding “Controleer nietjesmagazijn” zichtbaar blijft, herhaalt u de bovenstaande werkwijze van stap 1 tot en met 6.
  • Pagina 270 7.VASTGELOPEN NIETJES VERWIJDEREN (OPTIONEEL) (Vervolg) 7. VASTGELOPEN NIETJES VERWIJDEREN (OPTIONEEL) Wanneer de kopieën niet worden geniet in de nietfunctie, verschijnt de melding, “Controleer nietmachine”. Dit betekent dat er nietjes zijn vastgelopen. Verwijder de vastgelopen nietjes als volgt. Saddle-stitch Finisher (MJ-1024)/Multi-staple Finisher (MJ-1023) Open de voordeur van de finisher.
  • Pagina 271 Druk de knop in en laat de klep van de nieteenheid zakken. ( A ) - A: nieteenheid Het nietgebied niet aanraken. De nieteenheid kan verwondingen veroorzaken. Verwijder de vastgelopen nietjes. Houd de knop ingedrukt en breng de klep van de nieteenheid weer terug in de oorspronkelijk positie.
  • Pagina 272 7.VASTGELOPEN NIETJES VERWIJDEREN (OPTIONEEL) (Vervolg) Finisher met rughechtereenheid (MJ-1024) * Alleen wanneer de rughechtereenheid (MJ-1024, optioneel) is geïnstalleerd Open de voordeur van de finisher. Schuif de rughechtereenheid voorzichtig naar voren. Trek de hendel van de rughechterhouder (1) naar u toe en draai (2) deze 90º in de ( 2 ) richting van de pijl.
  • Pagina 273 Verwijder de nietjeshouders uit de nietjesmagazijnen. Druk de hendel (1) in en trek tegelijkertijd de knop (2) omhoog. ( 1 ) ( 2 ) Verwijder de vastgelopen nietjes en breng de knop (2) weer terug in de oorspronkelijke positie. ( 2 ) Het nietgebied niet aanraken.
  • Pagina 274 7.VASTGELOPEN NIETJES VERWIJDEREN (OPTIONEEL) (Vervolg) Breng de rughechterhouder weer terug in de oorspronkelijke positie. - Trek de hendel van de rughechterhouder (1) naar u toe en draai (2) deze 90º in de richting van de pijl. ( 2 ) ( 1 ) Breng de rughechtereenheid weer terug in de oorspronkelijke positie.
  • Pagina 275 Finisher met enkelvoudige nieteenheid (MJ-1022) Trek aan de hendel en koppel de finisher voorzichtig los van de copier. Verwijder het nietjesmagazijn. Druk de knop in en laat de klep van de nieteenheid zakken. ( A ) - A: nieteenheid Het nietgebied niet aanraken. De nieteenheid kan verwondingen veroorzaken.
  • Pagina 276 Return the staple cover to its original position while holding the knob. Return the staple cartridge to its original position. - Insert the cartridge until it is caught by the latch and fixed with a click sound. Install the finisher to the equipment. Be careful not to let your fingers be caught between the equipment and the finisher (optional).
  • Pagina 277 8. PERFORATORAFVAL VERWIJDEREN (OPTIONEEL) Wanneer de stukjes papier die uit de kopieën zijn geperforeerd zich tot een bepaald niveau hebben opgehoopt, verschijnt de melding “GEREED (OPVANGBAK PERFORATOR IS VOL)”. Verwijder het perforatorafval als volgt. Open de klep van de perforatoreenheid. Breng de opvangbak weer terug in de oorspronkelijke positie.
  • Pagina 278 9. SYMBOOL BEL VOOR SERVICE/MELDING PERIODIEK ONDERHOUD Symbool bel voor service Probeer nooit zelf het apparaat te repareren, uit elkaar te halen, of aan te passen. U kunt brand veroorzaken of een elektrische schok krijgen. Neem altijd contact op met uw servicemonteur voor onderhoud of reparatie van het binnenwerk van de copier.
  • Pagina 279 Melding periodiek onderhoud Als de melding “Tijd voor periodiek onderhoud” op het aanraakscherm verschijnt, is de ondersteuning van een erkende servicemonteur vereist. Neem contact op met uw leverancier.
  • Pagina 280 12.KNIPPERENDE GRAFISCHE SYMBOLEN OP HET...
  • Pagina 281 13. ONDERHOUD 1. DAGELIJKS ONDERHOUD....................280 2. OPLOSSEN VAN EENVOUDIGE PROBLEMEN...............282...
  • Pagina 282 1. DAGELIJKS ONDERHOUD Items for Daily Check Werking AAN-/UIT-schakelaar Wij raden u aan de copier elke morgen in te schakelen met behulp van de AAN-/UIT-schakelaar zodat u op elk moment kopieën kunt maken. Tevens raden wij u aan de copier elke avond uit te schakelen ("De copier uitschakelen (afsluiten)"...
  • Pagina 283 Reinigen van de corona Indien de binnenzijde van de corona en de corona draad vuil wordt, zal dit effect kunnen hebben op de afdruk kwaliteit (strepen). * Voor het reinigen, EERST HET APPARAAT UITSCHAKELEN, vervolgens de voordeur openenr. Voor het uitschakelen, zie "De copier uitschakelen (afsluiten)" Pagina 30.
  • Pagina 284 2. OPLOSSEN VAN EENVOUDIGE PROBLEMEN Controleer de volgende punten. Neem contact op met uw leverancier als de problemen zich blijven voordoen. Probeer NOOIT zelf de copier te repareren, uit elkaar te halen, of aan te passen. U kunt brand veroorzaken of een elektrische schok krijgen.
  • Pagina 285 De afdrukdichtheid (zwarting) is te laag Te controleren punten Wat moet u doen Zie pagina Is de melding “Vervang Vervang de tonercartridge. "3.SYMBOOL VERVANG tonercartridge” in het scherm TONERCARTRIDGE" Pagina 242 verschenen? Is de afdrukdichtheid of de Corrigeer de afdrukdichtheid "Handmatige afdrukdichtheid"...
  • Pagina 286 2.OPLOSSEN VAN EENVOUDIGE PROBLEMEN (Vervolg) De kopieën zijn gevlekt Te controleren punten Wat moet u doen Zie pagina Is de klep voor originelen, of Voorkom externe belichting "Een origineel op de glasplaat leggen" het optionele automatisch door de klep voor originelen, of Pagina 46 documentinvoersysteem met het documentinvoersysteem,...
  • Pagina 287 De kopieën zijn niet volledig Te controleren punten Wat moet u doen Zie pagina Is het formaat en de richting Gebruik kopieerpapier van "1.PAPIERSELECTIE" Pagina 66, van het origineel alsmede de hetzelfde formaat als het "2.VERKLEINEN EN VERGROTEN" reproductiefactor geschikt voor origineel, of stel de Pagina 71 het papierformaat?
  • Pagina 288 13.ONDERHOUD...
  • Pagina 289 14. SPECIFICATIES & OPTIES 1. SPECIFICATIES e-STUDIO350/450..................288 2. SPECIFICATIE VAN DE OPTIES ..................291 3. PAKLIJST...........................299 4. COMBINATIEMATRIX KOPIEERFUNCTIE ...............300 Combinatiematrix Matrix 1/2 ....................300 Combinatiematrix Matrix 2/2 ....................301...
  • Pagina 290 1. SPECIFICATIES e-STUDIO350/450 Model Naam DP-3520/4520 Type Desktop-uitvoering Glasplaat voor originelen Vast Afdruk (Kopieer) System Indirecte elektrofotografische methode Ontwikkelsysteem 2-componenten magnetische borstelontwikkeling Fixeermethode Inductie heater Fotosensor Type Scansysteem originelen Scansysteem met plat oppervlak (Indien het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting is geïnstalleerd: vast scansysteem door toevoer van het origineel)
  • Pagina 291 Papiervoorra Papierlade 550 vel (80 g/m Handinvoer 100 vel (80 g/m Instelling afdrukdichtheid Magnetisch auto-tonersysteem Belichtingsregeling Automatische en handmatige keuze uit 11 belichtingsstappen Omgevingsfactoren Temperatuur: 10-30ºC, vochtigheid: 20-85% (geen condensatie) (bij normaal gebruik) Netspanning gegevens 220-240 V ±10%, 8 A (50/60 Hz) 110-127 V ±10%, 12 A (50/60 Hz) (for Saudi Arabia 100V version only) Stroomverbruik Ten minste 1,6 kW (inclusief optische apparatuur)
  • Pagina 292 * De kopieersnelheid van de handinvoer is gemeten aan de hand van het gespecificeerde papierformaat. * Deze specificatie varieert afhankelijk van de kopieeromstandigheden en de omgevingsfactoren. * Het hierboven vermelde papier is door Toshiba aanbevolen papier. Met het oog op productverbetering kunnen technische gegevens en uitvoering zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
  • Pagina 293 2. SPECIFICATIE VAN DE OPTIES Automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting Modelnaam MR-3015 Kopieerzijden enkelzijdig, dubbelzijdig Aantal originelen (A4) 100 originelen (50-80 g/m Toevoersnelheid 105-420 mm/s Acceptable Originals A3 - A5-R, LD - ST-R (A5 and ST zijn niet geschikt) Papiergewicht 50-127 g/m (enkelzijdig origineel), 50-105 g/m (dubbelzijdig origineel) Stroomvoorziening...
  • Pagina 294 2.SPECIFICATIE VAN DE OPTIES (Vervolg) Extra lademodule Modelnaam MY-1021 Geschikt papierformaat A3 - A5-R, LD - ST-R (A5, ST en afwijkend formaat zijn niet geschikt) Papiergewicht 64-105 g/m Maximum capaciteit 550 sheets (80 g/m Afmetingen 526 mm (B) x 569.5 mm (D) x 107 mm (H) Gewicht Ongeveer 3.8 kg Finisher met rughechter (MJ-1024)
  • Pagina 295 Papierlade Opslag Capaciteit: (Zie "Aanvaardbare omstandigheden voor het rughechten" Page 84) (MJ-1024 niet geladen met gemengd papier) Functie Niet sorterent Sorteren/ Geladen met nietjes stapelen Tray No. A4, A5-R, B5, LT, ST-R, (1,000) (1,000) (1,000) (1,000) (1,000 vel of 30 sets) (1,000 vel of 30 sets) A3, A4-R, B4, B5- 73.5...
  • Pagina 296 2.SPECIFICATIE VAN DE OPTIES (Vervolg) Finisher met meervoudige nieteenheid (MJ-1023) Modelnaam MJ-1023 Type Vloer-uitvoering (console-uitvoering) Geschikt papierformaat A3, A4, A4-R, A5-R, B4, B5, B5-R, FOLIO, LD, LG, LT, LT-R, ST-R, COMP Geschikt papiergewicht 60-256 g/m Aantal kopieën tegelijk Papierformaat 60-80 g/m 81-90 g/m 91-105 g/m geniet...
  • Pagina 297 (MJ-1023 geladen met gemengd papier) Functie Niet sorteren Sorteren/ Geladen met nietjes stapelen Nummer lade LD en LT 73.5 73.5 73.5 73.5 Of 73.5 mm, 500 vel Of 73.5 mm, 500 vel of (500) (500) (500) (500) of wanneer 50 sets wanneer 50 sets eerder zijn bereikt.
  • Pagina 298 2.SPECIFICATIE VAN DE OPTIES (Vervolg) Finisher met enkelvoudige nieteenheid (MJ-1022) Modelnaam MJ-1022 Uitvoering Hangende uitvoering Geschikt papierformaat A3, A4, A4-R, B4, B5, B5-R, A5-R, FOLIO, LD, LG, LT, LT-R, ST-R, COMP Geschikt papiergewicht 50-209 g/m Aantal kopieën tegelijk A4, A4-R, B5, LT, LT-R 30 vel geniet B4, LG...
  • Pagina 299 (MJ-1022 geladen met gemengd papier) Functie Niet sorteren Sorteren/ Geladen met nietjes stapelen Nummer lade Combinatie van verschillende (100) (350) papierbreedten LD en LT 80 vel of 15 sets 300 vel of 15 sets (100) (350) (100) (350) LG en LT-R 110 vel of 15 sets 400 vel of 15 sets (100)
  • Pagina 300 (6,5 mm doorsnee; 70,21 mm FOLIO, LD, LG, LT, LT-R, COMP afstand) * Het hierboven vermelde papier is het door Toshiba aanbevolen papier. Met het oog op productverbetering kunnen technische gegevens en uitvoering zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. 14.SPECIFICATIES & OPTIES...
  • Pagina 301 3. PAKLIJST Paklijst Fotogeleidingsdrum Opbergvak voor bedieningsvoorschrift Uitpakinstructies Operator’s Manual Installatierapport Tevredenheidskaart voor de klant CD (4 stuks) Toner opvangbak OH Sticker...
  • Pagina 302 4. COMBINATIEMATRIX KOPIEERFUNCTIE Combinatiematrix Matrix 1/2 14.SPECIFICATIES & OPTIES...
  • Pagina 303 Combinatiematrix Matrix 2/2...
  • Pagina 304 4.COMBINATIEMATRIX KOPIEERFUNCTIE (Vervolg) 14.SPECIFICATIES & OPTIES...
  • Pagina 305 INDEX Numerics 1-Sided Originals -> 1-Sided Copies (default set- BACKGROUND ADJUSTMENT ......96 ting) ..............88 Basic screen ............33 1-Sided Originals -> 2-Sided Copies ....88 basic screen ..........24 2 IN 1/4 IN 1 ............ 107 BLINKING GRAPHIC SYMBOLS ....238 2-Sided Originals ->...
  • Pagina 306 INDEX (Vervolg) Continuous original feed mode ......51 drawer feeding .......... 83 CONTINUOUS/SINGLE ORIGINAL FEEDING ..Drawer for cover sheet ..... 41 Drawer for sheet insertion .........41 Control Panel ..........20 Drawer for special sheets........41 Controlling the Use of the Copier Using the Option- DRAWER MISFEED ........238 al Key Copy Counter ........
  • Pagina 307 FUSER MISFEED ........... 238 Key copy counter ..........33 Fuser Unit ............252 key copy counters ..........32 General ............... 7 Large Capacity Feeder ........250 GENERAL COPYING PROCEDURES ..... 51 LOG LIST ............188 GENERAL PRECAUTIONS ......10 Group copying ........... 78 Group Entry ............. 161 Machine Balance ..........7 MAGAZINE SORT ...........109 Magazine Sort ..........
  • Pagina 308 INDEX (Vervolg) Paper Misfeed in the Saddle-Stitch Finisher (op- Number of punch holes and hole diameter 86 tional MJ-1024) ..........259 Paper Misfeed in the Single-staple Finisher (option- Operator’s Manual Pocket ......20 MJ-1022) ............258 Optimum image Quality ........7 Paper Misfeed on the Bypass Feed Unit ..251 Optional .............
  • Pagina 309 Registering the template in the User Group ..226 Setting Staple Sort Mode ........80 RELAY UNIT MISFEED ........238 Setting the Drawer for Special Uses ... 38 Remaining paper level ........27 Setting the Transmission Conditions ....156 REMOVING JAMMED STAPLES SETTING UP BOX ..........210 Saddle-stitch Finisher (MJ-1024) ....
  • Pagina 310 To Restore the Invalid Code (print error) to the Nor- mal Print ............184 X-Y ZOOM ............115 Toner ............. 7 TOP COPIED button ....... 117 TOSHIBA QUALITY IS SECOND TO NONE ..6 Toshiba-recommended paper/Handling and Storing Paper ............. 37 Total copy quantity ..........27 TOUCH PANEL ........20 Touch panel contrast adjustment volume ..

Deze handleiding is ook geschikt voor:

E-studio450