3
Druk op de gewenste
geheugenplaatstoets.
- Als het papierformaat '0 mm' is, is de geselecteerde
geheugenplaatstoets vrij.
- Als er wel een papierformaat wordt weergegeven, is onder de
geselecteerde geheugenplaatstoets reeds een afwijkend
papierformaat opgeslagen. Voer stap 4 uit om deze instellingen te
wissen. U kunt nu nieuwe instellingen onder deze
geheugenplaatstoets opslaan.
Voer de lengte en breedte in met behulp
4
van de digitale toetsen en druk
vervolgens op de [GEHEUGEN] toets.
- Voer de lengte in en druk op de [SET] toets. Voer vervolgens op
gelijke wijze de waarde voor de breedte in.
- Het papierformaat wordt opgeslagen onder de gearceerde
geheugenplaatstoets.
2
63