HOOFDSTUK 3
HET GEBRUIK VAN APPS OP HET BEELDSCHERM
Het formaat van een object wijzigen met gebaren.
1. Selecteer het object.
2. Duw uw vingers van elkaar af om het object te vergroten.
OF
Sleep uw vingers naar elkaar om het object te verkleinen.
NB
Zorg ervoor dat uw vingers allebei in het object staan wanneer u het gebaar begint.
Tekst gebruiken op een pagina in een SMART Notebook-bestand
Tekst toevoegen
1. Tik op Tekst
2. Gebruik het toetsenbord van de iPad om tekst in te voeren.
Kies de tekstgrootte, het lettertype, lettertype formaat, tekstuitlijning, opsommingstekens
en kleur.
3. Om de Tekst tool af te sluiten, tikt u ergens anders op het scherm.
Tekst bewerken
1. Tik op Tekst
2. Tik op de tekst die u wilt bewerken.
3. In het tekst bewerkingsveld markeert u de tekst die u wilt bewerken.
4. Gebruik het toetsenbord van de iPad om tekst te bewerken of de tekstgrootte, het
lettertype, lettertype formaat, tekstuitlijning, opsommingstekens en de kleur te wijzigen.
5. Om de Tekst tool af te sluiten, tikt u ergens anders op het scherm.
Wijzigingen in een SMART Notebook-bestand ongedaan maken en herhalen
Om het effect van de laatste actie ongedaan te maken,
Tik op Ongedaan maken
De laatste actie die ongedaan werd gemaakt herhalen met de opdracht Ongedaan maken.
Tik op Herhalen
38
smarttech.com/nl/kb/171284
.
.
.
.