8
WAT TE DOEN ALS...
(gids bij het oplossen van problemen)
8
WAT TE DOEN ALS... (handleiding voor het oplossen van problemen)
8.1 PROBLEMEN OPLOSSEN
In de volgende tabel worden nuttige tips gegeven voor gevallen van
storing die tijdens de installatie of bij defecten kunnen optreden.
OPSPORING VAN DEFECTEN
Symptomen
De radiozender stuurt de poort niet
aan en de led op de zender gaat niet
branden
De radiozender stuurt de poort niet
aan, maar de led op de zender gaat
branden
Er wordt geen enkele manoeuvre
aangestuurd en de "BlueBUS"-led
knippert niet
Er wordt geen enkele manoeuvre
aangestuurd en het knipperlicht is uit
Er wordt geen enkele manoeuvre
aangestuurd en het knipperlicht
knippert enkele malen
De manoeuvre wordt in gang gezet,
maar direct daarna vindt omkering
plaats
De manoeuvre wordt op de
gebruikelijke wijze uitgevoerd, maar
het knipperlicht werkt niet
De manoeuvre wordt op de
gebruikelijke wijze uitgevoerd, maar
het OGI-controlelampje werkt niet
8.2 LIJST VAN OPGETREDEN STORINGEN
De reductiemotor maakt het mogelijk de eventuele storingen
weer te geven die zich tijdens de laatste 8 manoeuvres hebben
voorgedaan, bijvoorbeeld onderbreking van een manoeuvre door
activering van een fotocel of contactlijst.
Doe het volgende:
druk op de toets [Stop/Set] en houd deze ingedrukt tot de
1.
led "L1" begint te knipperen
31
1.6AT
Aanbevolen controles
Controleer of de batterijen van de zender leeg zijn; vervang ze zo nodig.
Controleer of de zender correct in het geheugen van de radio-ontvanger is opgeslagen.
Controleer of de reductiemotor wordt gevoed via de netspanning
Vergewis u ervan dat de zekeringen F1 en F2 niet onderbroken zijn; zo ja, dan dient u de
oorzaak van de storing op te sporen en de zekeringen door andere exemplaren met dezelfde
stroomwaarde en kenmerken te vervangen.
Controleer of de instructie daadwerkelijk ontvangen is. Als de instructie de ingang Sbs bereikt,
moet de "Sbs"-led gaan branden; als daarentegen de radiozender gebruikt wordt, moet de
"BlueBus"-led tweemaal snel knipperen.
Tel het aantal knippersignalen en controleer dit aan de hand van de gegevens in "Tabel 10".
De geselecteerde kracht is mogelijk te laag voor het type poort. Controleer of er sprake is van
obstakels en selecteer eventueel een grotere kracht.
Controleer of er tijdens de manoeuvre spanning staat op de FLASH-klem van het knipperlicht
(aangezien het licht knippert, is de spanningswaarde niet van betekenis: ongeveer 10 - 30Vc);
als er spanning op staat, is het probleem toe te schrijven aan de lamp: deze moet worden
vervangen door een lamp met dezelfde specificaties; als er geen spanning op staat, is er
mogelijk sprake van overbelasting van de FLASH-uitgang: controleer of er toch geen sprake is
van kortsluiting op de kabel.
Controleer het type functie dat geprogrammeerd is voor de OGI-uitgang ("Tabel 7").
Wanneer het controlelampje zou moeten branden, controleert u of er spanning op de OGI-
klem staat (ongeveer 24c); als er spanning op staat, is het probleem toe te schrijven aan het
controlelampje: dat moet worden vervangen door een lampje met dezelfde specificaties; als er
geen spanning op staat, is er mogelijk sprake van overbelasting van de OGI-uitgang. Controleer
of er geen kortsluiting is op de kabel.
L1
L8
30
F2
F1
druk op de toets [Open
2.
led naar "L8" te verplaatsen, dat wil zeggen de "ingangsled"
voor de parameter "Lijst van storingen";
druk op de toets [Stop/Set] en houd hem ingedrukt. Terwijl
3.
de toets [Stop/Set] nog steeds is ingedrukt:
– wacht ongeveer 3s; daarna zullen de leds gaan branden
die overeenkomen met de manoeuvres met een storing.
De led L1 geeft het resultaat van de meest recente
manoeuvre aan, de led L8 geeft het resultaat van de achtste
manoeuvre aan. Als de led aan is, betekent dit dat er zich
tijdens de manoeuvre storingen hebben voorgedaan; als
de led uit is, betekent dit dat de manoeuvre beëindigd is
zonder storingen
– druk tegelijkertijd op de toetsen [Open
de gewenste manoeuvre te selecteren: de bijbehorende
led zal een aantal keer knipperen, overeenkomend met
het aantal keer dat het knipperlicht doorgaans na een
storing knippert (zie "Tabel 10")
laat de toets [Stop/Set] los.
4.
] of [Close
] om de brandende
p
q
] of [Close
p
NEDERLANDS – 19
Tabel 9
] om
q