5
EINDCONTROLES EN START
Alvorens met de fase van de eindcontroles en de start van de
5
EINDCONTROLES EN START
automatisering te beginnen, is het raadzaam om de vleugel
halverwege de loopweg te zetten zodat hij onbelemmerd zowel
open als dicht kan gaan.
5.1 KEUZE VAN DE RICHTING
Afhankelijk van de positie van de reductiemotor ten opzichte van de
vleugel dient u de richting voor de openingsmanoeuvre te kiezen.
Als de vleugel voor opening naar links moet bewegen, moet de
keuzeschakelaar naar links worden gezet, zoals in "Afbeelding
16".
16
Als de vleugel voor opening naar rechts moet bewegen, moet de
keuzeschakelaar naar rechts worden gezet, zoals in "Afbeelding
17".
17
5.2 AANSLUITING OP DE VOEDING
a
De voedingsaansluiting moet worden gemaakt door
ervaren, deskundig personeel dat in het bezit is van
de vereiste kenmerken, met volledige inachtneming
van wetten, voorschriften en reglementen.
Zodra er spanning op het product komt te staan, is het raadzaam
enkele eenvoudige controles uit te voeren:
controleer of de BlueBUS-led regelmatig knippert met een
1.
frequentie van één knippersignaal per seconde.
controleer of ook de leds op de fotocellen (zowel op TX als op
2.
RX) knipperen; het is niet van belang hoe ze knipperen, dat
hangt van andere factoren af.
3.
controleer of het knipperlicht dat op de uitgang FLASH is
aangesloten en het controlelampje dat op de uitgang OGI is
aangesloten, uit zijn.
Als dit alles niet gebeurt, dient u onmiddellijk de voeding naar de
besturingseenheid af te sluiten en de elektrische aansluitingen
nauwkeuriger te controleren.
Meer nuttige informatie over het opsporen en analyseren van
storingen vindt u in paragraaf "Problemen oplossen".
5.3 HERKENNING VAN INRICHTINGEN
Nadat
de
installatie
van
besturingseenheid de op de ingangen "BlueBUS" en "STOP"
aangesloten inrichtingen te herkennen. Vóór deze fase knipperen
de leds "L1" en "L2" om aan te geven dat de procedure voor het
herkennen van de inrichtingen moet worden uitgevoerd.
m
De herkenningsfase moet ook worden uitgevoerd
als er geen enkele inrichting verbonden is met de
besturingseenheid.
Doe het volgende:
druk tegelijkertijd op de toetsen [Open
1.
houd ze ingedrukt
2.
laat de toetsen los zodra de leds "L1" en "L2" snel gaan
knipperen (na ongeveer 3 seconden)
wacht enkele seconden tot de besturingseenheid het
3.
herkennen van de inrichtingen voltooit
stroom
is
voorzien
dient
] en [Stop/Set] en
p
aan het eind van deze fase blijft de led "Stop" branden en
4.
gaan de leds "L1" en "L2" uit (de leds "L3" en "L4" kunnen
eventueel gaan knipperen).
18
De herkenningsfase van aangesloten inrichtingen kan op
elk gewenst moment herhaald worden, ook na de installatie,
bijvoorbeeld als er een inrichting toegevoegd moet worden; om een
nieuwe herkenning uit te voeren, raadpleeg paragraaf "Herkenning
van andere inrichtingen".
5.4 HERKENNEN VAN DE VLEUGELLENGTE
Nadat de inrichtingen herkend zijn zullen de leds "L3" en "L4"
beginnen te knipperen; dit betekent dat de besturingseenheid
de lengte van de vleugel moet herkennen (de afstand van de
eindaanslag bij sluiting tot de eindaanslag bij opening); deze maat
is nodig voor het berekenen van de vertragingspunten en het punt
van gedeeltelijke opening.
Doe het volgende:
druk tegelijkertijd op de toetsen [Close
1.
houd ze ingedrukt
2.
laat de toetsen los wanneer de manoeuvre van start gaat (na
ongeveer 3 seconden)
controleer of deze manoeuvre een openingsmanoeuvre is;
3.
zo niet, druk dan op de toets [Stop/Set] en controleer nog
aandachtiger de paragraaf "Keuze van de richting"; herhaal
dit vanaf punt 1
wacht
dat
4.
openingsmanoeuvre
voor opening bereikt is; onmiddellijk daarna begint de
sluitingsmanoeuvre
wacht totdat de besturingseenheid de sluitingsmanoeuvre
5.
voltooit.
19
de
Als dit alles niet gebeurt, dient u onmiddellijk de voeding naar de
besturingseenheid af te sluiten en de elektrische aansluitingen
nauwkeuriger te controleren.
Meer nuttige informatie over het opsporen en analyseren van
storingen vindt u in paragraaf "Problemen oplossen".
] en [Stop/Set] en
q
de
besturingseenheid
uitvoert
totdat
de
1.6AT
L1
L2
een
complete
eindaanslag
L3
L4
NEDERLANDS – 11