Vegas.book Page 11 Wednesday, April 5, 2000 8:55 AM
Het systeem kent vijf werkstanden, genummerd van 0 tot 4, die voornamelijk van
elkaar verschillen op het gebied van timing. Als Auto geselecteerd is (de standaard-
instelling), selecteert het BIOS de beste beschikbare werkstand voor de volgende
vier Setup-opties:
• IDE Primary Master PIO
• IDE Primary Slave PIO
• IDE Secondary Master PIO
• IDE Secondary Slave PIO
Ultra DMA (Direct Memory Access)
Ultra DMA zorgt voor een snellere gegevensoverdracht tussen de IDE-apparaten en
het systeem dan de conventionele DMA-werkstand. U kunt deze optie inschakelen
door de Auto te kiezen. Met Disable schakelt u deze optie uit.
IDE Burst Mode
Met deze optie stelt u de overdrachtsversnelling voor IDE-apparaten in.
IDE Data Port Post Write
Hiermee stelt u de gegevensoverdracht van het type "post write" in.
IDE HDD Block Mode
Hiermee geeft u op of het optimale aantal blokken voor lees/schrijfopdrachten per
sector van de vaste schijf automatisch moet worden vastgesteld.
Video Setup
Met deze optie kunt u de video-instellingen wijzigen.
Init Display First
Hiermee geeft u op welk videosubsysteem als eerste wordt geïnitialiseerd.
PCI slot
De videokaart in de PCI-sleuf moet eerst worden geïnitialiseerd
Onboard
Het videosubsysteem op de systeemplaat moet eerst worden geïnitialiseerd
Het programma BIOS Setup
6-11