Het programma IBM BIOS Setup starten . 57 Instellingen bekijken en wijzigen . . 57 Hoofdstuk 2. Externe opties installeren 11 Het programma IBM BIOS Setup afsluiten . . 57 Wachtwoorden . . 57 De plaats van de aansluitingen aan de voorkant van Systeemwachtwoord .
Pagina 6
Handelsmerken . . 72 Trefwoordenregister ..73 Handboek voor de gebruiker...
Pagina 8
v Avant de retirer les carters de l’unité, mettez celle-ci hors tension et décon- nectez ses cordons d’alimentation, ainsi que les câbles qui la relient aux réseaux, aux systèmes de té lécommunication et aux modems (sauf instruction contraire mentionnée dans les procédures d’installation et de configuration). v Lorsque vous installez, que vous déplacez, ou que vous manipulez le présent produit ou des périphériques qui lui sont raccordés, reportez-vous aux instructions ci-dessous pour connecter et déconnecter les différents cordons.
ATTENTION Danger d’explosion en cas de remplacement incorrect de la batterie. Remplacer uniquement par une batterie IBM de type ou d’un type équivalent recommandé par le fabricant. La batterie contient du lithium et peut exploser en cas de mauvaise utilisation, de mauvaise manipulation ou de mise au rebut inappropriée.
En cas de fuite de gaz, n’utilisez jamais un téléphone situé à proximité de la fuite. Verklaring van conformiteit met laserrichtlijnen Sommige IBM PC-modellen worden standaard geleverd met een CD-ROM-station of een DVD-station. CD-ROM-stations en DVD-stations zijn ook los als optie te verkrijgen. CD-ROM-stations en DVD-stations zijn laserproducten. Deze stations...
Pagina 11
indiquées dans le sous-chapitre J du DHHS 21 CFR relatif aux produits à laser de classe 1. Dans les autres pays, elle est certifiée être un produit à laser de classe 1 conforme aux normes CEI 825 et CENELEC EN 60 825. Lorsqu’une unité...
”Hoofdstuk 6. Het programma IBM BIOS Setup gebruiken” bevat instructies voor het bijwerken van de computerconfiguratie, het gebruik van wachtwoorden en het wijzigen van de opstartvolgorde.
Help- en service-informatie en garantiegegevens. Raadpleeg Access IBM (op het bureaublad) voor nadere informatie over de compu- ter. Klik op Start Access IBM. Als u beschikt over Internet-toegang kunt u op Internet de meest recente handboe- ken voor uw computer bekijken.
Deze voorzorgsmaatregelen en richtlijnen zorgen dat u veilig kunt werken. Algemene informatie over het gebruik en het onderhoud van de computer vindt u in Access IBM. Access IBM bevat tevens informatie die u helpt bij het oplossen van problemen en het aanvragen van reparatieservice en andere technische hulp.
RPL (Remote Program Load) en DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) v Wake on LAN v Wake on Ring (in het programma IBM BIOS Setup heet deze voorziening Serial Port Ring Detect voor een externe modem en Modem Ring Detect voor een...
Pagina 18
I/O-besturing diskette en vaste schijf v I/O-besturing van seriële en parallelle poort v Beveiligingsprofielen per apparaat Door IBM vooraf geïnstalleerde software Mogelijk is de computer geleverd met vooraf geïnstalleerde software. Deze bestaat uit een besturingssysteem, stuurprogramma’s voor de ingebouwde voorzieningen en overige ondersteunende software.
1. De besturingssystemen die hier staan genoemd, worden op het moment dat deze publicatie ter perse gaat onderworpen aan een compatibiliteitstest. Ook kan IBM na het verschijnen van dit boekje concluderen dat er nog meer besturingssystemen compatibel zijn met deze computer. Deze lijst is onderhevig aan wijzigingen. Om te controleren of een bepaald besturingssysteem is getest op compatibiliteit kunt u de website van de fabrikant van dat besturingssysteem raadplegen.
Fysieke specificaties — klein desktopmodel Afmetingen Warmte-afgifte (bij benadering): Hoogte: 104 mm Minimumconfiguratie: 75 Watt Breedte: 360 mm Maximumconfiguratie: 200 Watt Diepte: 412 mm Luchtverplaatsing Maximaal ongeveer 0,45 kubieke meter per drie Gewicht minuten Minimumconfiguratie bij levering: 8,1 kg Maximumconfiguratie: 9,1 kg Geluidsniveau Gemiddelde geluidsproductie: Omgevingsvoorwaarden...
Fysieke specificaties — desktopmodel Afmetingen Warmte-afgifte (bij benadering): Hoogte: 140 mm (5,5 inch) Minimumconfiguratie: 75 Watt Breedte: 425 mm (16,7 inch) Maximumconfiguratie: 230 Watt Diepte: 425 mm (16,7 inch) Luchtverplaatsing Maximaal ongeveer 0,68 kubieke meter per drie Gewicht minuten Minimumconfiguratie bij levering: 10,0 kg Maximumconfiguratie: 11,4 kg Geluidsniveau Gemiddelde geluidsproductie:...
Fysieke specificaties — microtowermodel Afmetingen Warmte-afgifte (bij benadering): Hoogte: 444,5 mm Minimumconfiguratie: 75 Watt Breedte: 165,1 mm Maximumconfiguratie: 230 Watt Diepte: 497,8 mm Luchtverplaatsing Maximaal ongeveer 0,79 kubieke meter per drie Gewicht minuten Minimumconfiguratie bij levering: 9,1 kg Maximumconfiguratie: 10,2 kg Geluidsniveau Gemiddelde geluidsproductie: Omgevingsvoorwaarden...
U kunt ook een van de volgende telefoonnummers bellen: v In de Verenigde Staten belt u 1-800-IBM-2YOU (1-800-426-2968). v In Canada belt u 1-800-565-3344 of 1-800-IBM-4YOU. v In alle overige landen neemt u contact op met uw IBM-leverancier of IBM- vertegenwoordiger. Benodigd gereedschap Als u bepaalde opties wilt installeren in de computer, hebt u een schroevendraaier nodig.
Pagina 24
Neem bij het omgaan met opties en computeronderdelen de volgende voorzorgs- maatregelen in acht om schade door statische elektriciteit te voorkomen: v Beweeg zo min mogelijk. Door beweging kan er statische elektriciteit ontstaan. v Ga voorzichtig met de onderdelen om. Pak adapters en geheugenmodules bij de randen vast.
Pagina 26
In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de voorkant van het desktopmodel bevinden. 1 USB-aansluiting 2 USB-aansluiting In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de voorkant van het microtowermodel bevinden. Opmerking: Niet alle computermodellen beschikken over de hier afgebeelde aan- sluitingen.
De plaats van de aansluitingen aan de achterkant van de computer In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen aan de achterkant van het kleine desktopmodel zich bevinden. Zie pagina 16 voor een beschrijving van de aansluitingen. 1 Muisaansluiting 8 Microfoonaansluiting 2 Parallelle poort 9 Ethernet-aansluiting 3 Audio-lijningang...
Pagina 28
aansluitingen. 1 Voedingsaansluiting 8 Microfoonaansluiting 2 Muisaansluiting 9 Ethernet-aansluiting 3 Parallelle poort 10 Seriële poort 4 Audio-lijningang 11 Seriële poort 5 PCI-sleuven 12 USB-aansluitingen 6 AGP-sleuf 13 Toetsenbordaansluiting 7 Audio-lijnuitgang Opmerking: De meeste aansluitingen op de achterkant van de computer zijn voor- zien van een kleurcode.
Pagina 29
In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de achterkant van het microtovermodel bevinden. Zie pagina 16 voor een beschrijving van de aansluitingen. 1 Muisaansluiting 8 Microfoonaansluiting 2 Toetsenbordaansluiting 9 Audio-lijnuitgang 3 USB-aansluitingen 10 Audio-lijningang 4 Seriële poort 11 AGP-sleuf 5 Parallelle poort 12 PCI-sleuven...
Stuurprogramma’s U kunt stuurprogramma’s voor besturingssystemen die niet vooraf geïnstalleerd zijn, vinden op http://www.pc.ibm.com/support/ op Internet. Installatie-instruc- ties vindt u in de README-bestanden van de stuurprogramma’s. Handboek voor de gebruiker...
De locatie van componenten In onderstaande afbeelding kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. 1 Voedingseenheid 5 DIMM 2 PCI-sleuf 6 Vaste-schijfstation 3 AGP-sleuf 7 CD- of DVD-station 4 Steunbalk 8 Diskettestation Onderdelen van de systeemplaat De systeemplaat, ook wel moederbord genoemd, is de hoofdprintplaat in de compu- ter.
In de volgende afbeelding ziet u waar de onderdelen van de systeemplaat zich bevinden. 1 Microprocessor 9 Batterij 2 DIMM-aansluitingen (1, 2, 3 van links 10 SCSI LED-aansluiting naar rechts) 3 Aansluiting voorpaneel 11 PCI-sleuven 4 Voedingsaansluiting 12 Audioaansluiting voorpaneel 5 Aansluiting diskettestation 13 CD-ROM-audioaansluiting 6 Primaire IDE-aansluiting...
v Gebruik een willekeurige combinatie van DIMM’s van 64 MB, 128 MB, 256 MB of 512 MB v DIMM-hoogte van 38,1 mm (1.5 inch) U installeert een DIMM als volgt: 1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 17. 2.
Pagina 35
U installeert als volgt een adapter: 1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 17. Hoofdstuk 3. Interne opties installeren — klein desktopmodel...
Pagina 36
2. Kantel de hendel van een van de stationsvakken naar voren en kantel daarna de behuizing van het stationsvak naar boven (zie afbeelding) totdat deze rechtop staat. Herhaal deze procedure voor het overgebleven stationsvak. 3. Verwijder de steunbalk door deze naar buiten te trekken. Handboek voor de gebruiker...
Pagina 37
4. Ontgrendel en verwijder het kapje en het afdekplaatje van de adaptersleuf waarin u de adapter wilt installeren. 5. Haal de adapter uit de antistatische verpakking. 6. Installeer de adapter in de juiste sleuf op de systeemplaat. 7. Plaats het kapje van de adaptersleuf terug. 8.
Zorg ook dat de interne stationskabels goed worden aangesloten op het geïnstal- leerde station. Stationsspecificaties De computer kan worden geleverd met de volgende door IBM geïnstalleerde sta- tions: v Een 3,5-inch diskettestation in vak 1. v Een CD- of DVD-station in vak 2 v Een 3,5-inch vaste-schijfstation in vak 3 Vakken waarin geen stations zijn geïnstalleerd, zijn bedekt met een metalen plaatje...
Opmerkingen: 1. Stations die hoger zijn dan 41,3 mm (1,6 inch) kunnen niet worden geïnstal- leerd. 2. Installeer stations voor verwisselbare media (banden of CD’s) in een van bui- tenaf bereikbare vak: vak 2. Een station installeren Als u een CD- of DVD-station wilt installeren in vak 2, gaat u als volgt te werk: 1.
Pagina 40
6. Installeer het station in het vak. Zorg dat de schroefgaatjes op één lijn liggen en draai de schroeven vast. 7. Voor elk IDE (Integrated Drive Electronics)-station zijn twee kabels nodig; een 4-aderige voedingskabel om aan te sluiten op de voedingseenheid en een signaalkabel om aan te sluiten op de systeemplaat.
Volgende stappen: v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. v Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar “Kap terugplaatsen en kabels aansluiten” op pagina 28. Een beveiligingsbeugel installeren Om diefstal van de computer te voorkomen, kunt u een extra beveiligingsbeugel (5 mm dik) en -kabel aan de computer bevestigen.
Daarnaast kan het, afhankelijk van de optie die wordt geïnstalleerd, nodig zijn om te bevestigen dat de bijgewerkte informatie in IBM BIOS Setup correct is. Voer de volgende stappen uit: 1. Controleer of alle componenten weer op de juiste manier in de computer zijn teruggeplaatst en of alle lossen schroeven en stukken gereedschap uit de com- puter zijn verwijderd.
Pagina 43
4. Sluit de externe kabels en netsnoeren weer aan op de computer. Zie “Hoofd- stuk 2. Externe opties installeren” op pagina 11. 5. Hoe u de comfiguratie bijwerkt, leest u in “Hoofdstuk 6. Het programma IBM BIOS Setup gebruiken” op pagina 57.
De locatie van componenten In onderstaande afbeelding kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. 1 CD-ROM-station 7 DIMM’s 2 USB-aansluiting voorzijde 8 Systeemplaat 3 USB-aansluiting voorzijde 9 Microprocessor en koelelement 4 Optioneel stationsvak 10 AGP-sleuf 5 Vaste-schijfstation 11 PCI-sleuven 6 Diskettestation Onderdelen van de systeemplaat herkennen De systeemplaat, ook wel moederbord genoemd, is de hoofdprintplaat in de compu-...
In de volgende afbeelding ziet u waar de onderdelen van de systeemplaat zich bevinden. 1 Microprocessor 9 Batterij 2 DIMM-aansluitingen (1, 2, 3 van links 10 SCSI LED-aansluiting naar rechts) 3 Aansluiting voorpaneel 11 PCI-sleuven 4 Voedingsaansluiting 12 Audioaansluiting voorpaneel 5 Aansluiting diskettestation 13 CD-ROM-audioaansluiting 6 Primaire IDE-aansluiting...
U installeert een DIMM als volgt: 1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 31. 2. Mogelijk moet u eerst een adapter verwijderen voordat u bij de DIMM-sleuven kunt komen. Zie “Adapters installeren” op pagina 34. 3. Voor de plaats van de DIMM-aansluitingen Zie “Onderdelen van de systeem- plaat herkennen”...
2. Ontgrendel en verwijder het kapje en het afdekplaatje van de adaptersleuf waarin u de adapter wilt installeren. 3. Haal de adapter uit de antistatische verpakking. 4. Installeer de adapter in de juiste sleuf op de systeemplaat. 5. Plaats het kapje van de adaptersleuf terug. Volgende stappen: v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte.
Zorg ook dat de interne stationskabels goed worden aangesloten op het geïnstal- leerde station. Stationsspecificaties De computer wordt geleverd met de volgende door IBM geïnstalleerde stations: v Een CD-ROM-station in vak 1 (bepaalde modellen) v Een 3,5-inch vaste-schijfstation in vak 3 v Een 3,5-inch diskettestation in vak 4 Als er in vak 1 en vak 2 geen stations zijn geïnstalleerd, zijn deze vakken bedekt...
Hieronder ziet u een overzicht van de stations die u in de vakken kunt installeren. 1 Vak 1 - Maximumhoogte: 41,3 mm (1,6 CD-ROM-station (standaard in sommige inch.) modellen) 5.25-inch vaste-schijfstation 2 Vak 2 - Maximumhoogte: 41,3 mm (1,6 5,25-inch vaste-schijfstation inch.) 3,5-inch vaste-schijfstation (montagebeugel vereist)
Pagina 52
5. Kantel de hendel van het stationsvak naar voren en kantel daarna de behuizing van het stationsvak naar boven (zie afbeelding) totdat deze rechtop staat. 6. Zorg dat het station dat u installeert juist is ingesteld als master- dan wel slave- apparaat.
Pagina 53
signaalkabel om aan te sluiten op de systeemplaat. De stappen voor het aansluiten van een IDE-station zijn verschillend per type aan te sluiten station. Zoek hieronder naar de procedure die van toepassing is voor uw type stationsaansluiting. Aansluiten van het eerste IDE CD- of DVD-station 1.
Volgende stappen v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. v Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar “Kap terugplaatsen en kabels aansluiten” op pagina 41. Een beveiligingsbeugel installeren Om diefstal van de computer te voorkomen, kunt u een extra beveiligingsbeugel (5 mm dik) en -kabel aan de computer bevestigen.
Daarnaast kan het, afhankelijk van de optie die wordt geïnstalleerd, nodig zijn om te bevestigen dat de bijgewerkte informatie in IBM BIOS Setup correct is. Voer de volgende stappen uit: 1. Controleer of alle componenten weer op de juiste manier in de computer zijn teruggeplaatst en of alle lossen schroeven en stukken gereedschap uit de com- puter zijn verwijderd.
Pagina 56
4. Sluit de externe kabels en netsnoeren weer aan op de computer. Zie “Hoofd- stuk 2. Externe opties installeren” op pagina 11. 5. Hoe u de comfiguratie bijwerkt, leest u in “Hoofdstuk 6. Het programma IBM BIOS Setup gebruiken” op pagina 57.
De locatie van componenten In onderstaande afbeelding kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. 1 Microprocessor en koelelement 4 PCI-adapter 2 DIMM 5 Voedingseenheid 3 AGP-sleuf De voedingseenheid verplaatsen Om bij sommige onderdelen van de systeemplaat te kunnen, moet u de voedings- eenheid verwijderen.
Pagina 59
2. Druk op het kunststof lipje om de voedingseenheid te ontgrendelen. 3. Verplaats de voedingseenheid naar buiten. 4. Om de voedingseenheid weer terug te plaatsen, voert u de stappen in omge- keerde volgorde uit. Hoofdstuk 5. Interne opties installeren — microtower...
Onderdelen van de systeemplaat De systeemplaat, ook wel moederbord genoemd, is de hoofdprintplaat in de compu- ter. De systeemplaat zorgt voor de uitvoering van alle basisfuncties en ondersteunt daarnaast een verscheidenheid aan apparaten. Dit geldt zowel voor apparaten die vooraf in de fabriek zijn geïnstalleerd als voor apparaten die u op een later tijdstip zelf installeert.
Pagina 61
v Plaats een nieuwe geheugenmodule in de eerste vrije aansluiting, beginnend bij DIMM 1 v 3,3 volt, synchroon, 168-pens, ongebufferd, 133 MHz SDRAM-geheugen (synchronous dynamic random access memory) v Gebruik een willekeurige combinatie van DIMM’s van 64 MB, 128 MB, 256 MB of 512 MB v DIMM-hoogte van 38,1 mm (1.5 inch) U installeert een DIMM als volgt:...
Volgende stappen: v Plaats adapters die u verwijderd hebt weer terug. v Plaats de voedingseenheid weer terug. v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. v Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar “Vervangen van kap en aan- sluiten van kabels”...
5. Plaats het kapje van de adaptersleuf terug. Volgende stappen v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. v Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar “Vervangen van kap en aan- sluiten van kabels”...
Stationsspecificaties De computer wordt geleverd met de volgende door IBM geïnstalleerde stations: v Een CD- of DVD-station in vak 1 (bepaalde modellen) v Een 3,5-inch diskettestation in vak 3 v Een 3,5-inch vaste-schijfstation in vak 4 Als er in vak 1 en vak 2 geen stations zijn geïnstalleerd, zijn deze vakken bedekt met een metalen plaatje en een kunststof afdekplaatje.
Installeren vanstation U kunt als volgt een intern station installeren. 1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 43. 2. Als de computer een CD- of DVD-station heeft, moet u wellicht de signaal- en voedingskabels verwijderen uit het station. 3.
Pagina 66
6. Installeer het station in het vak. Zorg dat de schroefgaten op elkaar aansluiten en plaats de twee schroeven waarmee het station in het vak wordt bevestigd. 7. Voor elk IDE (Integrated Drive Electronics)-station zijn twee kabels nodig; een 4-aderige voedingskabel om aan te sluiten op de voedingseenheid en een signaalkabel om aan te sluiten op de systeemplaat.
3. Sluit een einde van de signaalkabel aan op het station en sluit een ander uit- einde aan op de secundaire IDE-aansluiting op de systeemplaat. U voorkomt elektronische ruis door alleen de stekkers aan de uiteinden van de kabel te gebruiken.
Daarnaast kan het, afhankelijk van de optie die wordt geïnstalleerd, nodig zijn om te bevestigen dat de bijgewerkte informatie in IBM BIOS Setup correct is. Voer de volgende stappen uit: 1. Controleer of alle componenten weer op de juiste manier in de computer zijn teruggeplaatst en of alle lossen schroeven en stukken gereedschap uit de com- puter zijn verwijderd.
Pagina 69
4. Sluit de externe kabels en netsnoeren weer aan op de computer. Zie “Hoofd- stuk 2. Externe opties installeren” op pagina 11. 5. Hoe u de comfiguratie bijwerkt, leest u in “Hoofdstuk 6. Het programma IBM BIOS Setup gebruiken” op pagina 57.
Als u klaar bent met het bekijken of wijzigen van de instellingen, drukt u op Esc om terug te keren naar het menu van het programma IBM BIOS Setup (mogelijk dient u Esc verschillende keren in te indrukken). Als u de gewijzigde instellingen wilt opslaan, selecteert u Save Settings voordat u het programma afsluit.
1. Start het programma IBM BIOS Setup (zie “Het programma IBM BIOS Setup starten” op pagina 57). 2. In het menu van IBM BIOS Setup selecteert u Security. Lees de informatie aan de rechterzijde van het scherm. Een vergeten wachtwoord wissen (CMOS wissen) Dit gedeelte heeft betrekking op vergeten of verloren wachtwoorden.
U kunt als volgt een waarde instellen voor Security Profile by Device: 1. Start het programma IBM BIOS Setup (zie “Het programma IBM BIOS Setup starten” op pagina 57). 2. In het menu van IBM BIOS Setup selecteert u Security.
4. Selecteer de volgorde van de apparaten voor de Primary Startup Sequence, de Automatic Startup Sequence en de Error Startup Sequence. 5. Selecteer in het menu van IBM BIOS Setup Exit en vervolgens Save Settings. Als u na het wijzigen van deze instellingen wilt terugkeren naar de standaard- instellingen, selecteert u de optie Load Default Settings.
Pagina 76
Dit is normaal na het vervangen van de batterij. 9. Zet de computer en alle randapparatuur aan. 10. Gebruik het programma IBM BIOS Setup om de datum, de tijd en de wacht- woorden in te stellen. Handboek voor de gebruiker...
Op de systeemplaat van uw computer bevindt zich een module met de naam EEPROM-module (electrically erasable programmable read-only, ook wel flash- geheugen genoemd). U kunt de zelftest (POST), het BIOS en het programma IBM BIOS Setup eenvoudig bijwerken door uw computer op te starten met een flash- diskette.
Pagina 78
4. Indien nodig raadpleegt u het onderwerp ’Adapters installeren’ voor het ver- wijderen van adapters die de toegang tot de CMOS wis/herstel-jumper blok- keren. 5. Verzet de jumper van zijn normale positie (pennetjes 1 en 2) naar pennetjes 2 en 3. 6.
Staten van Amerika. Verwijzing in deze publicatie naar producten (apparatuur en programmatuur) of diensten van IBM houdt niet in dat IBM deze ook zal uitbrengen in alle landen waar IBM werkzaam is. Uw IBM-vertegenwoordiger kan u vertellen welke producten en diensten op dit moment worden aangeboden. Verwijzing in deze publicatie naar producten of diensten van IBM houdt niet in dat uitsluitend IBM- producten of -diensten gebruikt kunnen worden.
Corporation en is uitsluitend bedoeld voor gebruik thuis en in kleine kring, tenzij u over een schriftelijke machtiging van Macrovision Corporation beschikt. Reverse engineering en disassembly zijn verboden. Handelsmerken De volgende benamingen zijn merken van IBM Corporation: Wake on LAN PS/2 Pentium en NetBurst zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de Vere- nigde Staten en/of in andere landen.