Pagina 8
ATTENTION Danger d’explosion en cas de remplacement incorrect de la batterie. Remplacer uniquement par une batterie IBM de type ou d’un type équivalent recommandé par le fabricant. La batterie contient du lithium et peut exploser en cas de mauvaise utilisation, de mauvaise manipulation ou de mise au rebut inap- propriée.
Pagina 9
En cas de fuite de gaz, n’utilisez jamais un téléphone situé à proximité de la fuite. Verklaring van conformiteit met laserrichtlijnen Sommige IBM PC-modellen worden standaard geleverd met een CD-ROM-station of een DVD-station. CD-ROM-stations en DVD-stations zijn ook los als optie te verkrijgen. CD-ROM-stations en DVD-stations zijn laserproducten. Deze stations...
Pagina 10
Als u de behuizing van het CD-ROM-station of het DVD-station opent, kunt u worden blootgesteld aan gevaarlijke laserstraling. Het CD-ROM-station of het DVD-station bevat geen onderdelen die moeten worden vervangen of onderhou- den. Open de behuizing van het CD-ROM-station of het DVD-station niet. Sommige CD-ROM-stations of DVD-stations bevatten een ingebouwde laserdiode van klasse 3A of 3B.
Pagina 11
Raadpleeg Access IBM (op het bureaublad) voor nadere informatie over uw com- puter. Als u toegang hebt tot internet, kunt u hier de meest recente handboeken voor uw computer bekijken.
Pagina 12
Het computermodel vaststellen Zie Hoofdstuk 1, “Type 8316”, op pagina 1. Zie Hoofdstuk 2, “Type 8191”, op pagina 23. Zie Hoofdstuk 3, “Typen 2296 en 8434”, op pagina 47. Zie Hoofdstuk 4, “Typen 8198 en 8199”, op pagina 73. Handboek voor de gebruiker...
Pagina 13
In dit gedeelte vindt u een overzicht van de voorzieningen en de vooraf geïnstal- leerde software. Systeemgegevens De volgende informatie is van toepassing op een aantal modellen. In de IBM Setup Utility vindt u informatie over uw specifieke model. Zie Hoofdstuk 5, “Het programma IBM BIOS Setup gebruiken”, op pagina 97.
Pagina 14
RPL (Remote Program Load) en DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) v Wake on LAN v Wake on Ring (in het programma IBM BIOS Setup heet deze voorziening Serial Port Ring Detect voor een externe modem en Modem Ring Detect voor een...
Pagina 15
1. De besturingssystemen die hier staan genoemd, worden op het moment dat deze publicatie ter perse gaat, onderworpen aan een compatibiliteitstest. Ook kan IBM na het verschijnen van dit boekje concluderen dat er nog meer besturingssystemen compatibel zijn met deze computer. Deze lijst is onderhevig aan wijzigingen. Om te controleren of een bepaald besturingssysteem is getest op compatibiliteit kunt u de website van de fabrikant van dat besturingssysteem raadplegen.
Pagina 16
Specificaties In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van uw computer. Afmetingen Warmte-afgifte (bij benadering): Hoogte: 10,4 cm Minimumconfiguratie: 75 Watt Breedte: 36 cm Maximumconfiguratie: 200 Watt Diepte: 41,2 cm Luchtverplaatsing Gewicht Ongeveer 0,45 kubieke meter per minuut Minimumconfiguratie bij levering: 8,1 kg Geluidsniveau Maximumconfiguratie: 9,1 kg Voor microprocessors langzamer dan 2,8 GHz:...
Pagina 17
U kunt ook een van de volgende telefoonnummers bellen: v In de Verenigde Staten belt u 1-800-IBM-2YOU (1-800-426-2968). v In Canada belt u 1-800-565-3344 of 1-800-IBM-4YOU. v In alle overige landen neemt u contact op met uw IBM-leverancier of IBM- vertegenwoordiger. Benodigd gereedschap Als u bepaalde opties wilt installeren in de computer, hebt u een schroevendraaier nodig.
Pagina 18
v Zorg dat ook anderen de componenten niet aanraken. v Wanneer u een nieuwe optie installeert, houd dan de antistatische verpakking met de optie minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een uitbreidingssleuf of een ander ongeverfd metalen oppervlak op de computer. Hiermee vermindert u de statische lading van de verpakking en van uw lichaam.
Pagina 19
De plaats van de aansluitingen aan de achterkant van de com- puter In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de achterkant van de computer bevinden. 1 Seriële aansluiting 9 Audio-lijnuitgang 2 Muisaansluiting 10 Microfoonaansluiting 3 Parallelle poort 11 USB-aansluitingen 4 Ethernet-aansluiting 12 VGA-beeldschermaansluiting...
Pagina 20
Hierop kunt u een toetsenbord aansluiten dat geschikt is voor een standaardtoetsenbordaansluiting. Stuurprogramma’s U kunt stuurprogramma’s voor besturingssystemen die niet vooraf geïnstalleerd zijn, vinden op http://www.ibm.com/pc/support/ op Internet. Installatie-instruc- ties vindt u in de README-bestanden van de stuurprogramma’s. Handboek voor de gebruiker...
Pagina 21
De kap verwijderen Belangrijk Lees eerst “Veiligheidsvoorschriften” op pagina v en “Omgaan met apparaten die gevoelig zijn voor statische elektriciteit” op pagina 5 voordat u de kap verwijdert. U verwijdert de kap als volgt: 1. Sluit het besturingssysteem af, verwijder eventueel aanwezige media (diskettes, CD’s of banden) uit de stations en schakel alle aangesloten apparaten en de computer uit.
Pagina 22
De plaats van componenten In onderstaande afbeelding kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. 1 Voedingseenheid 5 DIMM 2 PCI-sleuf 6 Vaste-schijfstation 3 AGP-sleuf 7 CD-ROM-station of DVD-station 4 Steun 8 Diskettestation Onderdelen van de systeemplaat De systeemplaat, ook wel moederbord genoemd, is de hoofdprintplaat in de compu- ter.
Pagina 23
In de onderstaande afbeelding ziet u de plaats van de onderdelen op de systeem- plaat. 1 Microprocessor 10 CMOS wis/herstel-jumper 2 DIMM-aansluiting 1 11 POV-kaart (bepaalde modellen) 3 DIMM-aansluiting 2 12 SCSI LED-aansluiting 4 Voedingsaansluiting 13 PCI-sleuven 5 Diskettestationaansluiting 14 Audioaansluiting voorkant 6 Primaire IDE-aansluiting 15 CD-ROM-audioaansluiting 7 Aansluiting voorpaneel...
Pagina 24
U installeert een DIMM als volgt: 1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 9. 2. Voor de plaats van de DIMM-aansluitingen. Zie “Onderdelen van de systeemplaat” op pagina 10. 3. Open de klemmetjes. 4. Zorg dat de uitsparingen in de DIMM op één lijn liggen met de nokjes op de aansluiting.
Pagina 25
2. Kantel een van de stationsvakhendels naar voren en kantel de beugel van het stationsvak omhoog (zie afbeelding) totdat deze vastklikt. Herhaal deze proce- dure voor het onderstaande stationsvak. 3. Verwijder de steun door deze naar buiten uit de computer te trekken. 4.
Pagina 26
Zorg ook dat de interne stationskabels goed worden aangesloten op het geïnstal- leerde station. Stationsspecificaties De computer kan worden geleverd met de volgende door IBM geïnstalleerde sta- tions: v Een 3,5-inch diskettestation in vak 1. v Een CD-ROM- of DVD-station in vak 2 (bepaalde modellen) v Een 3,5-inch vaste-schijfstation in vak 3 Alle vakken waarin geen station is geïnstalleerd, zijn bedekt met een metalen...
Pagina 27
In onderstaande afbeelding ziet u waar de stationsvakken zich bevinden. Hieronder ziet u een overzicht van de stations die u in de vakken kunt installeren: 1 Vak 1 - Maximumhoogte: 25,8 mm (1 inch) 3,5-inch diskettestation (vooraf geïnstalleerd) 2 Vak 2 - Maximumhoogte: 43 mm (1,7 inch) CD-ROM-station of DVD-station (vooraf geïnstalleerd op sommige modellen) 3 Vak 3 - Maximumhoogte: 25,8 mm (1 inch) 3,5-inch vaste-schijfstation (vooraf geïnstal- leerd)
Pagina 28
6. Installeer het station in het vak. Zorg dat de schroefgaatjes op één lijn liggen en draai de twee schroeven vast. 7. Voor elk IDE (Integrated Drive Electronics)-station zijn twee kabels nodig; een 4-aderige voedingskabel om aan te sluiten op de voedingseenheid en een signaalkabel om aan te sluiten op de systeemplaat.
Pagina 29
Installatie van beveiligingsvoorzieningen. Om diefstal en onbevoegd gebruik van de computer te voorkomen, kunt u gebruik maken van diverse beveiligingssloten. In de volgende gedeelten ziet u welke typen sloten beschikbaar zijn voor uw computer en hoe u ze kunt installeren. Naast het aanbrengen van sloten kunt u onbevoegd gebruik van software voorkomen door het toetsenbord met software te vergrendelen totdat een correct wachtwoord wordt getypt.
Pagina 30
5. Plaats de kap van de computer terug. Meer informatie vindt u in “Kap terug- plaatsen en kabels aansluiten” op pagina 21. 6. Steek de kabel door de beugel en sla hem om een vast object. Maak vervolgens beide uiteinden van de kabel aan elkaar vast met een slot. Handboek voor de gebruiker...
Pagina 31
Wachtwoorden Om onbevoegd gebruik van de computer te verhinderen, kunt u met het pro- gramma IBM Setup Utility een wachtwoord instellen. Bij het aanzetten van de computer wordt u gevraagd het wachtwoord in te voeren; hierdoor wordt het toet- senbord ontgrendeld en kunt u de computer normaal gebruiken.
Pagina 32
Dit is normaal na het vervangen van de batterij. 9. Zet de computer en alle randapparatuur aan. 10. Gebruik het programma IBM BIOS Setup om de datum, de tijd en de wacht- woorden in te stellen.Zie Hoofdstuk 5, “Het programma IBM BIOS Setup gebruiken”, op pagina 97.
Pagina 33
Daarnaast kan het, afhankelijk van de optie die wordt geïnstalleerd, nodig zijn om te bevestigen dat de bijgewerkte informatie in het programma IBM BIOS Setup correct is. Voer de volgende stappen uit: 1.
Pagina 34
4. Sluit de externe kabels en snoeren weer op de computer aan. Zie “Externe opties installeren” op pagina 6. 5. Hoe u de configuratie bijwerkt, leest u in Hoofdstuk 5, “Het programma IBM BIOS Setup gebruiken”, op pagina 97. Handboek voor de gebruiker...
Pagina 35
In dit gedeelte vindt u een overzicht van de voorzieningen en de vooraf geïnstal- leerde software. Systeemgegevens De volgende informatie is van toepassing op een aantal modellen. In de IBM Setup Utility vindt u informatie over uw specifieke model. Zie Hoofdstuk 5, “Het programma IBM BIOS Setup gebruiken”, op pagina 97.
Pagina 36
RPL (Remote Program Load) en DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) v Wake on LAN v Wake on Ring (in het programma IBM BIOS Setup heet deze voorziening Serial Port Ring Detect voor een externe modem en Modem Ring Detect voor een...
Pagina 37
2. De besturingssystemen die hier staan genoemd, worden op het moment dat deze publicatie ter perse gaat, onderworpen aan een compatibiliteitstest. Ook kan IBM na het verschijnen van dit boekje concluderen dat er nog meer besturingssystemen compatibel zijn met deze computer. Deze lijst is onderhevig aan wijzigingen. Om te controleren of een bepaald besturingssysteem is getest op compatibiliteit kunt u de website van de fabrikant van dat besturingssysteem raadplegen.
Pagina 38
Specificaties In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van uw computer. Afmetingen Warmte-afgifte (bij benadering): Hoogte: 14 cm Minimumconfiguratie: 75 Watt Breedte: 42,5 cm Maximumconfiguratie: 230 Watt Diepte: 42,5 cm Luchtverplaatsing Gewicht Ongeveer 0,51 kubieke meter per minuut Minimumconfiguratie bij levering: 10,0 kg Geluidsniveau Maximumconfiguratie: 11,4 kg Gemiddelde geluidsproductie:...
Pagina 39
U kunt ook een van de volgende telefoonnummers bellen: v In de Verenigde Staten belt u 1-800-IBM-2YOU (1-800-426-2968). v In Canada belt u 1-800-565-3344 of 1-800-IBM-4YOU. v In alle overige landen neemt u contact op met uw IBM-leverancier of IBM- vertegenwoordiger. Benodigd gereedschap Als u bepaalde opties wilt installeren in de computer, hebt u een schroevendraaier nodig.
Pagina 40
v Wanneer u een nieuwe optie installeert, houd dan de antistatische verpakking met de optie minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een uitbreidingssleuf of een ander ongeverfd metalen oppervlak op de computer. Hiermee vermindert u de statische lading van de verpakking en van uw lichaam.
Pagina 41
De plaats van de aansluitingen aan de achterkant van de com- puter In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de achterkant van de computer bevinden. 1 Voedingsaansluiting 9 Audio-lijnuitgang 2 Seriële connector 10 Microfoonaansluiting 3 Muisaansluiting 11 USB-aansluitingen 4 Parallelle poort 12 VGA-beeldschermaansluiting 5 Ethernet-aansluiting...
Pagina 42
Hierop kunt u een toetsenbord aansluiten dat geschikt is voor een standaardtoetsenbordaansluiting. Stuurprogramma’s U kunt stuurprogramma’s voor besturingssystemen die niet vooraf geïnstalleerd zijn, vinden op http://www.ibm.com/pc/support/ op Internet. Installatie-instruc- ties vindt u in de README-bestanden van de stuurprogramma’s. Handboek voor de gebruiker...
Pagina 43
De kap verwijderen Belangrijk: Lees eerst “Veiligheidsvoorschriften” op pagina v en “Omgaan met apparaten die gevoelig zijn voor statische elektriciteit” op pagina 27 voordat u de kap verwijdert. U verwijdert de kap als volgt: 1. Sluit het besturingssysteem af, verwijder eventueel aanwezige media (diskettes, CD’s of banden) uit de stations en schakel alle aangesloten apparaten en de computer uit.
Pagina 44
De plaats van componenten In onderstaande afbeelding kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. 1 CD-station of DVD-station 7 Batterij 2 USB-aansluiting 8 DIMM’s 3 USB-aansluiting 9 Microprocessor en koelelement 4 Optioneel stationsvak 10 AGP-sleuf (bepaalde modellen) 5 Vaste-schijfstation 11 PCI-sleuven 6 Diskettestation Onderdelen van de systeemplaat...
Pagina 45
In de onderstaande afbeelding ziet u de plaats van de onderdelen op de systeem- plaat. 1 Microprocessor 10 CMOS wis/herstel-jumper 2 DIMM-aansluiting 1 11 POV-kaart (bepaalde modellen) 3 DIMM-aansluiting 2 12 SCSI LED-aansluiting 4 Voedingsaansluiting 13 PCI-sleuven 5 Diskettestationaansluiting 14 Audioaansluiting voorkant 6 Primaire IDE-aansluiting 15 CD-ROM-audioaansluiting 7 Aansluiting voorpaneel...
Pagina 46
U installeert een DIMM als volgt: 1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 31. 2. Mogelijk moet u eerst een adapter verwijderen voordat u bij de DIMM-sleuven kunt komen. Zie “Adapters installeren” op pagina 34. 3. Voor de plaats van de DIMM-aansluitingen. Zie “Onderdelen van de systeemplaat”...
Pagina 47
2. Ontgrendel en verwijder het kapje en het afdekplaatje van de gewenste adaptersleuf. 3. Haal de adapter uit de antistatische verpakking. 4. Installeer de adapter in de juiste sleuf op de systeemplaat. 5. Installeer de grendel van het afdekplaatje van de adaptersleuf. Volgende stappen: v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte.
Pagina 48
Zorg ook dat de interne stationskabels goed worden aangesloten op het geïnstal- leerde station. Stationsspecificaties De computer wordt geleverd met de volgende door IBM geïnstalleerde stations: v Een CD- of DVD-station in vak 1 (bepaalde modellen) v Een 3,5-inch vaste-schijfstation in vak 3 v Een 3,5-inch diskettestation in vak 4 Alle vakken waarin geen station is geïnstalleerd, zijn bedekt met een metalen...
Pagina 49
In onderstaande afbeelding ziet u waar de stationsvakken zich bevinden. Hieronder ziet u een overzicht van de stations die u in de vakken kunt installeren: 1 Vak 1 - Maximumhoogte: 43 mm (1,7 inch) CD-station of DVD-station (vooraf geïnstalleerd in sommige modellen) 5,25-inch vaste-schijfstation 2 Vak 2 - Maximumhoogte: 43 mm (1,7 inch) 5,25-inch vaste-schijfstation...
Pagina 50
4. Verwijder vervolgens het metalen plaatje van het stationsvak door het met een schroevendraaier voorzichtig los te wrikken. 5. Kantel de stationsvakhendel naar voren en kantel de beugel van het stationsvak omhoog (zie afbeelding) totdat deze vastklikt. 6. Zorg dat het station dat u installeert juist is ingesteld als master- dan wel slave- apparaat.
Pagina 51
7. Installeer het station in het vak. Zorg dat de schroefgaatjes op één lijn liggen en draai de twee schroeven vast. 8. Kantel de behuizing van het stationsvak weer terug op haar plaats. 9. Voor een vaste-schijfstation zijn twee kabels nodig; een voedingskabel om aan te sluiten op de voedingseenheid en een signaalkabel om aan te sluiten op de systeemplaat.
Pagina 52
5. Als u een audiokabel voor een CD-ROM-station hebt, sluit u deze aan op het station en op de systeemplaat. Zie “Onderdelen van de systeemplaat” op pagina 32. Aansluiten van een extra CD-station, DVD-station of vaste-schijf- station 1. Zoek de secundaire IDE-aansluiting op de systeemplaat en de signaalkabel met drie stekkers.
Pagina 53
Een beveiligingsbeugel installeren: 1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 31. 2. Prik met een scherp voorwerp, zoals een schroevendraaier, de twee doordruk- gaatjes in het metalen achterpaneel van de computer door. 3. Schuif de beveiligingsbeugel door het achterpaneel, plaats vervolgens de moe- ren op de uiteinden van de beugel en draai ze vast met de moersleutel.
Pagina 54
Wachtwoorden Om onbevoegd gebruik van de computer te verhinderen, kunt u met het pro- gramma IBM Setup Utility een wachtwoord instellen. Bij het aanzetten van de computer wordt u gevraagd het wachtwoord in te voeren; hierdoor wordt het toet- senbord ontgrendeld en kunt u de computer normaal gebruiken.
Pagina 55
Dit is normaal na het vervangen van de batterij. 9. Zet de computer en alle randapparatuur aan. 10. Gebruik het programma IBM BIOS Setup om de datum, de tijd en de wacht- woorden in te stellen.Zie Hoofdstuk 5, “Het programma IBM BIOS Setup gebruiken”, op pagina 97.
Pagina 56
Daarnaast kan het, afhankelijk van de optie die wordt geïnstalleerd, nodig zijn om te bevestigen dat de bijgewerkte informatie in het programma IBM BIOS Setup correct is. Voer de volgende stappen uit: 1.
Pagina 57
4. Sluit de externe kabels en snoeren weer op de computer aan. Zie “Externe opties installeren” op pagina 28. 5. Hoe u de configuratie bijwerkt, leest u in Hoofdstuk 5, “Het programma IBM BIOS Setup gebruiken”, op pagina 97. Hoofdstuk 2. Type 8191...
Pagina 59
In dit gedeelte vindt u een overzicht van de voorzieningen en de vooraf geïnstal- leerde software. Systeemgegevens De volgende informatie is van toepassing op een aantal modellen. In de IBM Setup Utility vindt u informatie over uw specifieke model. Zie Hoofdstuk 5, “Het programma IBM BIOS Setup gebruiken”, op pagina 97.
Pagina 60
RPL (Remote Program Load) en DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) v Wake on LAN v Wake on Ring (in het programma IBM BIOS Setup heet deze voorziening Serial Port Ring Detect voor een externe modem en Modem Ring Detect voor een...
Pagina 61
3. De besturingssystemen die hier staan genoemd, worden op het moment dat deze publicatie ter perse gaat, onderworpen aan een compatibiliteitstest. Ook kan IBM na het verschijnen van dit boekje concluderen dat er nog meer besturingssystemen compatibel zijn met deze computer. Deze lijst is onderhevig aan wijzigingen. Om te controleren of een bepaald besturingssysteem is getest op compatibiliteit kunt u de website van de fabrikant van dat besturingssysteem raadplegen.
Pagina 62
Specificaties In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van uw computer. Afmetingen Warmte-afgifte (bij benadering): Hoogte: 39,8 cm Minimumconfiguratie: 75 Watt Breedte: 18 cm Maximumconfiguratie: 230 Watt Diepte: 40,2 cm Luchtverplaatsing Gewicht Ongeveer 0,68 kubieke meter per minuut maximaal Minimumconfiguratie bij levering: 7,6 kg Geluidsniveau Maximumconfiguratie: 9,97 kg...
Pagina 63
U kunt ook een van de volgende telefoonnummers bellen: v In de Verenigde Staten belt u 1-800-IBM-2YOU (1-800-426-2968). v In Canada belt u 1-800-565-3344 of 1-800-IBM-4YOU. v In alle overige landen neemt u contact op met uw IBM-leverancier of IBM- vertegenwoordiger. Benodigd gereedschap Als u bepaalde opties wilt installeren in de computer, hebt u een schroevendraaier nodig.
Pagina 64
v Wanneer u een nieuwe optie installeert, houd dan de antistatische verpakking met de optie minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een uitbreidingssleuf of een ander ongeverfd metalen oppervlak op de computer. Hiermee vermindert u de statische lading van de verpakking en van uw lichaam.
Pagina 65
De plaats van de aansluitingen aan de voorkant van de com- puter In onderstaande afbeelding ziet u waar de USB-aansluitingen zich aan de voorkant van de computer bevinden. 1 USB-aansluiting 2 USB-aansluiting Hoofdstuk 3. Typen 2296 en 8434...
Pagina 66
De plaats van de aansluitingen aan de achterkant van de com- puter In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de achterkant van de computer bevinden. Voedings- Ethernet-aansluiting aansluiting Muisaansluiting Microfoonaansluiting Toetsenbord- Audiolijnuitgang aansluiting USB-aansluitin- Audiolijningang Seriële aanslui- AGP-sleuf (bepaalde modellen) ting Parallelle poort...
Pagina 67
Stuurprogramma’s U kunt stuurprogramma’s voor besturingssystemen die niet vooraf geïnstalleerd zijn, vinden op http://www.ibm.com/pc/support/ op Internet. Installatie-instruc- ties vindt u in de README-bestanden van de stuurprogramma’s. Hoofdstuk 3. Typen 2296 en 8434...
Pagina 68
De kap verwijderen Belangrijk Lees eerst “Veiligheidsvoorschriften” op pagina v en “Omgaan met apparaten die gevoelig zijn voor statische elektriciteit” op pagina 51 voordat u de kap verwijdert. U verwijdert de kap als volgt: 1. Sluit het besturingssysteem af, verwijder eventueel aanwezige media (diskettes, CD’s of banden) uit de stations en schakel alle aangesloten apparaten en de computer uit.
Pagina 69
De plaats van componenten In onderstaande afbeelding kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. 1 Microprocessor en koelelement 4 PCI-sleuven 2 DIMM’s 5 PCI-adapter 3 AGP-sleuf (bepaalde modellen) 6 Voedingseenheid Onderdelen van de systeemplaat De systeemplaat, ook wel moederbord genoemd, is de hoofdprintplaat in de compu- ter.
Pagina 70
In de onderstaande afbeelding ziet u de plaats van de onderdelen op de systeem- plaat. 1 Microprocessor 10 CMOS wis/herstel-jumper 2 DIMM-aansluiting 1 11 POV-kaart (bepaalde modellen) 3 DIMM-aansluiting 2 12 SCSI LED-aansluiting 4 Voedingsaansluiting 13 PCI-sleuven 5 Diskettestationaansluiting 14 Audioaansluiting voorkant 6 Primaire IDE-aansluiting 15 CD-ROM-audioaansluiting 7 Aansluiting voorpaneel...
Pagina 71
U installeert een DIMM als volgt: 1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 56. 2. Mogelijk moet u eerst een adapter verwijderen voordat u bij de DIMM-sleuven kunt komen. Zie “Adapters installeren” op pagina 60. 3. Kijk waar de DIMM-aansluitingen zich bevinden. Zie “Onderdelen van de systeemplaat”...
Pagina 72
Adapters installeren In dit gedeelte leest u hoe u adapters kunt installeren of verwijderen. Uw compu- ter beschikt over drie uitbreidingssleuven voor PCI-adapters. Eén sleuf, die voor een AGP-adapter wordt gebruikt, is beschikbaar op bepaalde modellen. U kunt adapters installeren met een lengte van maximaal 22,8 cm. U installeert als volgt een adapter: 1.
Pagina 73
5. Zet de adapter met de schroef vast zoals afgebeeld. Volgende stappen v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. v Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar “Kap terugplaatsen en kabels aansluiten”...
Pagina 74
Stationsspecificaties De computer wordt geleverd met de volgende door IBM geïnstalleerde stations: v Een CD- of DVD-station in vak 1 v Een 3,5-inch diskettestation in vak 3 v Een 3,5-inch vaste-schijfstation in vak 4 Alle vakken waarin geen station is geïnstalleerd, zijn bedekt met een metalen plaatje en een kunststof afdekplaatje.
Pagina 75
2. Als de computer een CD- of DVD-station heeft, moet u wellicht de signaal- en voedingskabels verwijderen uit het station. 3. Verwijder het afdekplaatje van het stationsvak door het met een schroeven- draaier voorzichtig los te wrikken. 4. Verwijder vervolgens het metalen plaatje van het stationsvak door het met een schroevendraaier voorzichtig los te wrikken.
Pagina 76
6. Installeer het station in het vak. Zorg dat de schroefgaatjes op één lijn liggen en zet het station vast met twee schroeven. 7. Voor een vaste-schijfstation zijn twee kabels nodig; een voedingskabel om aan te sluiten op de voedingseenheid en een signaalkabel om aan te sluiten op de systeemplaat.
Pagina 77
Aansluiten van een extra CD-station, DVD-station of vaste-schijf- station Een extra station kan worden aangesloten op de primaire IDE- of de secundaire IDE-aansluiting. 1. Zoek een beschikbare IDE-aansluiting op de signaalkabel met drie stekkers die is aangesloten op de primaire of secundaire IDE-aansluiting op de systeem- plaat.
Pagina 78
3 Lus voor hangslot Beveiligingsbeugel Met een 5 mm-beugel, een stalen kabel en een hangslot kunt u de computer aan een bureau, tafel of ander vast voorwerp vastleggen. Voor computers waarop een beugel kan worden geplaatst vindt u aan de achterkant op het chassis twee doordrukpunten.
Pagina 79
5. Steek de kabel door de beugel en sla hem om een vast object. Maak vervolgens beide uiteinden van de kabel aan elkaar vast met een slot. Hoofdstuk 3. Typen 2296 en 8434...
Pagina 80
Wachtwoorden Om onbevoegd gebruik van de computer te verhinderen, kunt u met het pro- gramma IBM Setup Utility een wachtwoord instellen. Bij het aanzetten van de computer wordt u gevraagd het wachtwoord in te voeren; hierdoor wordt het toet- senbord ontgrendeld en kunt u de computer normaal gebruiken.
Pagina 81
Dit is normaal na het vervangen van de batterij. 9. Zet de computer en alle randapparatuur aan. 10. Gebruik het programma IBM BIOS Setup om de datum, de tijd en de wacht- woorden in te stellen. Een vergeten wachtwoord wissen (CMOS wissen) Dit gedeelte heeft betrekking op vergeten of verloren wachtwoorden.
Pagina 82
Daarnaast kan het, afhankelijk van de optie die wordt geïnstalleerd, nodig zijn om te bevestigen dat de bijgewerkte informatie in het programma IBM BIOS Setup correct is. Voer de volgende stappen uit: 1.
Pagina 83
4. Sluit de externe kabels en snoeren weer op de computer aan. Zie “Externe opties installeren” op pagina 52. 5. Hoe u de configuratie bijwerkt, leest u in Hoofdstuk 5, “Het programma IBM BIOS Setup gebruiken”, op pagina 97. Belangrijk: Als het netsnoer de eerste keer wordt aangesloten, gaat de computer mogelijk een paar seconden aan en dan weer uit.
Pagina 85
In dit gedeelte vindt u een overzicht van de voorzieningen en de vooraf geïnstal- leerde software. Systeemgegevens De volgende informatie is van toepassing op een aantal modellen. In de IBM Setup Utility vindt u informatie over uw specifieke model. Zie Hoofdstuk 5, “Het programma IBM BIOS Setup gebruiken”, op pagina 97.
Pagina 86
RPL (Remote Program Load) en DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) v Wake on LAN v Wake on Ring (in het programma IBM BIOS Setup heet deze voorziening Serial Port Ring Detect voor een externe modem en Modem Ring Detect voor een...
Pagina 87
4. De besturingssystemen die hier staan genoemd, worden op het moment dat deze publicatie ter perse gaat, onderworpen aan een compatibiliteitstest. Ook kan IBM na het verschijnen van dit boekje concluderen dat er nog meer besturingssystemen compatibel zijn met deze computer. Deze lijst is onderhevig aan wijzigingen. Om te controleren of een bepaald besturingssysteem is getest op compatibiliteit kunt u de website van de fabrikant van dat besturingssysteem raadplegen.
Pagina 88
Specificaties In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van uw computer. Afmetingen Warmte-afgifte (bij benadering): Hoogte: 41,3 cm Minimumconfiguratie: 75 Watt Breedte: 19,1 cm Maximumconfiguratie: 230 Watt Diepte: 40,6 cm Luchtverplaatsing Gewicht Ongeveer 0,68 kubieke meter per minuut Minimumconfiguratie bij levering: 9,1 kg Geluidsniveau Maximumconfiguratie: 11,4 kg Gemiddelde geluidsproductie:...
Pagina 89
U kunt ook een van de volgende telefoonnummers bellen: v In de Verenigde Staten belt u 1-800-IBM-2YOU (1-800-426-2968). v In Canada belt u 1-800-565-3344 of 1-800-IBM-4YOU. v In alle overige landen neemt u contact op met uw IBM-leverancier of IBM- vertegenwoordiger. Benodigd gereedschap Als u bepaalde opties wilt installeren in de computer, hebt u een schroevendraaier nodig.
Pagina 90
v Zorg dat ook anderen de componenten niet aanraken. v Wanneer u een nieuwe optie installeert, houd dan de antistatische verpakking met de optie minstens 2 seconden tegen een metalen afdekplaatje van een uitbreidingssleuf of een ander ongeverfd metalen oppervlak op de computer. Hiermee vermindert u de statische lading van de verpakking en van uw lichaam.
Pagina 91
De plaats van de aansluitingen aan de voorkant van de com- puter In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de voorkant van de computer bevinden. Opmerking: Niet alle computermodellen beschikken over de volgende aansluitin- gen. 1 IEEE 1394-aansluiting 4 USB-aansluiting 2 Microfoonaansluiting 5 USB-aansluiting...
Pagina 92
De plaats van de aansluitingen aan de achterkant van de com- puter In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de achterkant van de computer bevinden. 1 Voedingsaansluiting 9 USB-aansluitingen 2 Seriële connector 10 Ethernet-aansluiting 3 Muisaansluiting 11 Microfoonaansluiting 4 Toetsenbordaansluiting 12 Audiolijnuitgang 5 USB-aansluitingen...
Pagina 93
Stuurprogramma’s U kunt stuurprogramma’s voor besturingssystemen die niet vooraf geïnstalleerd zijn, vinden op http://www.ibm.com/pc/support/ op Internet. Installatie-instruc- ties vindt u in de README-bestanden van de stuurprogramma’s. Hoofdstuk 4. Typen 8198 en 8199...
Pagina 94
De kap verwijderen Belangrijk Lees eerst “Veiligheidsvoorschriften” op pagina v en “Omgaan met apparaten die gevoelig zijn voor statische elektriciteit” op pagina 77 voordat u de kap verwijdert. U verwijdert de kap als volgt: 1. Sluit het besturingssysteem af, verwijder eventueel aanwezige media (diskettes, CD’s of banden) uit de stations en schakel alle aangesloten apparaten en de computer uit.
Pagina 95
De plaats van componenten In onderstaande afbeelding kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. 1 Microprocessor en koelelement 4 PCI-adapter 2 DIMM’s 5 Voedingseenheid 3 AGP-sleuf Onderdelen van de systeemplaat De systeemplaat, ook wel moederbord genoemd, is de hoofdprintplaat in de compu- ter.
Pagina 96
In de onderstaande afbeelding ziet u de plaats van de onderdelen op de systeem- plaat. 1 Microprocessor 10 CMOS wis/herstel-jumper 2 DIMM-aansluiting 1 11 POV-kaart (bepaalde modellen) 3 DIMM-aansluiting 2 12 SCSI LED-aansluiting 4 Voedingsaansluiting 13 PCI-sleuven 5 Diskettestationaansluiting 14 Audioaansluiting voorkant 6 Primaire IDE-aansluiting 15 CD-ROM-audioaansluiting 7 Aansluiting voorpaneel...
Pagina 97
U installeert een DIMM als volgt: 1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 82. 2. Mogelijk moet u eerst een adapter verwijderen voordat u bij de DIMM-sleuven kunt komen. Zie “Adapters installeren”. 3. Kijk waar de DIMM-aansluitingen zich bevinden. Zie “Onderdelen van de systeemplaat”...
Pagina 98
2. Ontgrendel en verwijder het kapje en het afdekplaatje van de gewenste adaptersleuf. 3. Haal de adapter uit de antistatische verpakking. 4. Installeer de adapter in de juiste sleuf op de systeemplaat. 5. Installeer de grendel van het afdekplaatje van de adaptersleuf. Volgende stappen v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte.
Pagina 99
Zorg ook dat de interne stationskabels goed worden aangesloten op het geïnstal- leerde station. Stationsspecificaties De computer wordt geleverd met de volgende door IBM geïnstalleerde stations: v Een CD- of DVD-station in vak 1 (bepaalde modellen) v Een 3,5-inch diskettestation in vak 3 v Een 3,5-inch vaste-schijfstation in vak 4 Alle vakken waarin geen station is geïnstalleerd, zijn bedekt met een metalen...
Pagina 100
In onderstaande afbeelding ziet u waar de stationsvakken zich bevinden. Hieronder ziet u een overzicht van de stations die u in de vakken kunt installeren: 1 Vak 1 - Maximumhoogte: 43 mm (1,7 inch) CD-station of DVD-station (vooraf geïnstal- leerd in sommige modellen) 5,25-inch vaste-schijfstation 2 Vak 2 - Maximumhoogte: 43 mm (1,7 inch) 5,25-inch vaste-schijfstation...
Pagina 101
4. Verwijder vervolgens het metalen plaatje van het stationsvak door het met een schroevendraaier voorzichtig los te wrikken. 5. Zorg dat het station dat u installeert juist is ingesteld als master- dan wel slave- apparaat. v Als het station het eerste CD- of DVD-station is, stelt u het in als master- apparaat.
Pagina 102
6. Installeer het station in het vak en zet het vast. Opmerking: Bij bepaalde stations zijn er schroeven nodig om het station in het vak vast te zetten. Als dat zo is, zorgt u dat de schroefgaten op elkaar aansluiten en plaatst u de schroeven om het station vast te zetten.
Pagina 103
5. Als u een audiokabel voor een CD-ROM-station hebt, sluit u deze aan op het station en op de systeemplaat. Zie “Onderdelen van de systeemplaat” op pagina 83. Aansluiten van een extra CD-station, DVD-station of vaste-schijf- station Een extra station kan worden aangesloten op de primaire IDE- of de secundaire IDE-aansluiting.
Pagina 104
1 Beugel 2 Geïntegreerd kabelslot Beveiligingsbeugel Met een 5 mm-beugel, een stalen kabel en een hangslot kunt u de computer aan een bureau, tafel of ander vast voorwerp vastleggen. Voor computers waarop een beugel kan worden geplaatst vindt u aan de achterkant op het chassis twee doordrukpunten.
Pagina 105
Wachtwoorden Om onbevoegd gebruik van de computer te verhinderen, kunt u met het pro- gramma IBM Setup Utility een wachtwoord instellen. Bij het aanzetten van de computer wordt u gevraagd het wachtwoord in te voeren; hierdoor wordt het toet- senbord ontgrendeld en kunt u de computer normaal gebruiken.
Pagina 106
Dit is normaal na het vervangen van de batterij. 9. Zet de computer en alle randapparatuur aan. 10. Gebruik het programma IBM BIOS Setup om de datum, de tijd en de wacht- woorden in te stellen.Zie Hoofdstuk 5, “Het programma IBM BIOS Setup gebruiken”, op pagina 97.
Pagina 107
Een vergeten wachtwoord wissen (CMOS wissen) Dit gedeelte heeft betrekking op vergeten of verloren wachtwoorden. Meer infor- matie over vergeten wachtwoorden vindt u in Access IBM op het bureaublad. Opmerking: In sommige modellen is een POV-dochterkaart geïnstalleerd op de systeemplaat. In deze modellen wordt het wachtwoord opgeslagen in het EEPROM van de POV-kaart en kan het niet worden gewist.
Pagina 108
4. Sluit de externe kabels en snoeren weer op de computer aan. Zie “Externe opties installeren” op pagina 78. 5. Hoe u de configuratie bijwerkt, leest u in Hoofdstuk 5, “Het programma IBM BIOS Setup gebruiken”, op pagina 97. Belangrijk: Als het netsnoer de eerste keer wordt aangesloten, gaat de computer mogelijk een paar seconden aan en dan weer uit.
Pagina 109
Als u klaar bent met het bekijken of wijzigen van de instellingen, drukt u op Esc m naar het menu van het programma IBM BIOS Setup te gaan. (Het is mogelijk dat u verschillende keren op Esc moet drukken.) Als u de gewijzigde instellingen wilt opslaan, selecteert u Save Settings voordat u het programma afsluit.Anders...
Pagina 110
Opmerking: U kunt elke combinatie van maximaal zeven tekens (A-Z, a-z en 0-9) gebruiken. 1. Start het programma IBM BIOS Setup (zie “Het programma IBM BIOS Setup starten” op pagina 97). 2. In het menu van het programma IBM BIOS Setup selecteert u Security.
Pagina 111
5. Ga terug naar het menu van het programma IBM Setup en selecteer Exit en daarna Save Settings. Een opstartapparaat kiezen Als de computer niet opstart vanaf een apparaat, zoals een CD-ROM, diskette of vaste schijf, gebruikt u een de volgende procedures om een opstartapparaat in te stellen.
Pagina 113
Op de systeemplaat van uw computer bevindt zich een module met de naam EEPROM (electrically erasable programmable read-only memory), ook wel flash- geheugen genoemd. U kunt de zelftest (POST), het BIOS en het programma IBM BIOS Setup eenvoudig bijwerken door uw computer op te starten met een flash- diskette of door een speciaal bijwerkprogramma uit te voeren vanuit het besturingssysteem.
Pagina 114
6. Blader omlaag naar een txt-bestand met instructies voor het bijwerken van het BIOS vanuit het besturingssysteem. Klik op het txt-bestand. 7. Druk deze instructies af. Dit is belangrijk, omdat deze instructies niet worden afgebeeld nadat het downloaden is gestart. 8.
Pagina 116
4. Was de bal in een warm sopje en droog hem weer af. Blaas zachtjes in de bal- houder 4 om stof en vuil los te maken. 5. Kijk naar opgehoopt vuil op de plastic rollers 3 in de balhouder. Gewoonlijk ziet u een streep van vuil midden op de rollers.
Pagina 118
Opdracht Functie Opdrachten worden niet afgebeeld Opdrachten worden afgebeeld Escapetekens - Schakelen van gegevensmodus naar opdrachtmodus (T.I.E.S. opdracht) Modemverbinding verbreken Modem actief maken Opmerking: H1 wordt niet ondersteund in Italië Productidentificatiecode weergeven Test ROM-controlegetal Interne geheugentest Firmware-ID Gereserveerd ID Laag luidsprekervolume Laag luidsprekervolume Gemiddeld luidsprekervolume Hoog luidsprekervolume...
Pagina 119
Opdracht Functie Gelijk aan X1 plus bezetdetectie/blind kiezen Alle responsen en kiestoon en bezet signaal- detectie Actief profiel 0 opnieuw instellen en ophalen Actief profiel 1 opnieuw instellen en ophalen Extended AT-opdrachten Opdracht Functie &C_ &C0 Force Carrier Detect Signal High (ON) &C1 CD inschakelen als carrier op afstand niet aanwezig is...
Pagina 120
Opdracht Functie &S1 DSR uit in opdrachtmodus en aan in on-line modus &T_ &T0 Test in uitvoering beëindigen &T1 Lokale analoge loopbacktest uitvoeren &T3 Lokale digitale loopbacktest uitvoeren &T4 Digitale loopbacktest op afstand toestaan door modem op afstand &T5 Digitale loopbacktest op afstand niet toestaan &T6 Digitale loopbacktest op afstand uitvoeren &T7...
Pagina 121
Opdracht Functie Alleen MNP Class 5 gegevenscompressie inschakelen Alleen V.42bis gegevenscompressie inschakelen MNP Class 5 en V.42bis gegevenscompressie inschake- &Q_ &Q0 Alle direct datalink (gelijk aan \N1) &Q5 V.42 datalink met uitwijkopties &Q6 Alle normale datalink (gelijk aan \N0) +DS44=0, 0 V.44 uitschakelen +DS44=3, 0 V.44 inschakelen...
Pagina 122
Fax Class 1-opdrachten +FAE=n Data/Fax Automatisch beantwoorden +FCLASS=n Servicecategorie +FRH=n Gegevens ontvangen met HDLC-framing Gegevens ontvangen +FRM=n +FRS=n Receive silence +FTH=n Gegevens verzenden met HDLC-framing +FTM=n Gegevens verzenden +FTS=n Verzenden stoppen en wachten Fax Class 2-opdrachten +FCLASS=n Servicescategorie. +FAA=n Adaptive answer. +FAXERR Waarde faxfout.
Pagina 123
+FPHCTO Time-out fase C. +FPOLL Geeft de pollingaanvraag aan. +FPTS: Status paginaoverdracht. +FPTS= Status paginaoverdracht. +FREV? Revisie aangeven. +FSPT Polling inschakelen. +FTSI: Het transmitstation-ID aangeven. Spraakopdrachten Baudwaarde selecteren #BDR #CID Detectie Caller ID inschakelen en rapportage-indeling #CLS Data, Fax of Voice/Audio selecteren #MDL? Model aangeven #MFR?
Pagina 124
Opmerking voor gebruikers in Zwitserland: Als Taxsignal op uw Swisscom-telefoonlijn uitgeschakeld is, kan dit de modemfunctie nadelig beïnvloeden. Dit kan worden verholpen door een filter met de volgende specificaties: Telekom PTT SCR-BE Taximpulssperrfilter-12kHz PTT Art. 444.112.7 Bakom 93.0291.Z.N Handboek voor de gebruiker...
Pagina 127
Bijlage E. Kennisgevingen Verwijzing in deze publicatie naar producten (apparatuur en programmatuur) of diensten van IBM houdt niet in dat IBM deze ook zal uitbrengen in alle landen waar IBM werkzaam is. Uw IBM-vertegenwoordiger kan u vertellen welke producten en diensten op dit moment worden aangeboden. Verwijzing in deze publicatie naar producten of diensten van IBM houdt niet in dat uitsluitend IBM- producten of -diensten gebruikt kunnen worden.
Pagina 128
Het materiaal op dergelijke websites maakt geen deel uit van het materiaal voor dit IBM-product. Gebruik van dergelijke websites is geheel voor eigen risico. Kennisgeving televisie-uitvoer De volgende kennisgeving is van toepassing op modellen waarin in de fabriek een functie voor televisie-uitvoer is geïnstalleerd.