NL
8.2
Bediening
De zorgverlener is verantwoordelijk voor correct gebruik van dit product
door de patiënt.
Plaats de pomp op een stevig en effen oppervlak.
Controleer alvorens de pomp aan te zetten of de manchetten correct zijn aangebracht,
of alle ritssluitingen dicht zitten en of de slangen van het manchet met de kliksluitingen
op de pomp zijn aangesloten.
8.2.1
De stand van de drukregelingsknop afstellen
De drukregelingsknop (2) wordt in zijn stand* vergrendeld om onbedoelde draaiing te
voorkomen.
De stand van de drukregelingsknop afstellen:
Vergrendelen
Pen*
A
N.B.:
Draai de drukregelingsknop rechtsom om de druk te verhogen
en linksom om de druk te verlagen.
Zorg ervoor dat het drukniveau op de laagste waarde is ingesteld, d.w.z. draai de knop
(2) helemaal naar links.
Zorg ervoor dat het systeem zodanig wordt opgesteld dat voedingskabel
en slangen vanmanchetten geen struikel- of verstikkingsgevaar
opleveren.
Met deze apparatuur kan een verstikking gevaar opleveren geleverd
zakken; om het risico op verstikking te voorkomen houdt de zakken uit
de buurt van baby's en kleine kinderen.
17
1. Licht de vergrendelingspin* (A) op om de
B
2. Draai de regelingsknop (B) terwijl de
3. Laat de vergrendelingspin* los wanneer de
drukregelingsknop in de gewenste stand staat,
zodat de regelingsknop wordt vergrendeld.
regelingsknop vrij te zetten.
vergrendelingspin opgelicht is.
* Indien aanwezig.
Gebruikersinstructies