Helderheid aanpassen (Belichtingscompensatie)
U kunt de algehele helderheid van het beeld aanpassen.
1
Druk op K (o belichtingscompensatie) van de
multi-selector.
2
Druk op H of I van de multi-selector om een
waarde voor de belichtingscompensatie te
selecteren.
• Om de opname helderder te maken, past u positieve (+)
belichtingscompensatie toe.
• Om de opname donkerder te maken, past u negatieve (–)
belichtingscompensatie toe.
3
Druk op de knop k om de compensatiewaarde
toe te passen.
• Als u niet binnen enkele seconden op de knop k drukt, wordt
de instelling toegepast en verdwijnt het menu.
• Wanneer een andere belichtingscompensatiewaarde dan 0.0
wordt toegepast, wordt de waarde met de aanduiding
H weergegeven op de monitor.
4
Druk de ontspanknop in om een foto te maken.
• U kunt de belichtingscompensatie uitschakelen door terug te gaan naar stap 1 en de waarde te
wijzigen in 0.0.
C
Belichtingscompensatiewaarde
De waarde voor de belichtingscompensatie die wordt toegepast in de stand A (auto), wordt opgeslagen in
het geheugen van de camera, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
+0.3
0.0
0.0
Belichtingscompensatie
2 9 m 0 s
2 9 m 0 s
+0.3
+0.3
9 7 0
9 7 0
59