Stap 3 Scherpstellen en opnemen
1
Druk de ontspanknop half in (A 27).
• Als een gezicht wordt gedetecteerd:
De camera stelt scherp op het gezicht met de dubbele rand.
Zodra het onderwerp scherp is gesteld, licht de dubbele rand
groen op.
• Als geen gezicht wordt gedetecteerd:
De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van
het beeld. Zodra de camera heeft scherpgesteld, licht het
scherpstelveld groen op.
• Als u gebruikmaakt van digitale zoom, stelt de camera scherp op het onderwerp in het midden van het beeld
en wordt het scherpstelveld niet weergegeven. Zodra de camera heeft scherpgesteld, licht de
scherpstelaanduiding (A 6) groen op.
• Wanneer de ontspanknop half is ingedrukt, kan het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding rood
knipperen. Dit betekent dat de camera niet kan scherpstellen. Pas de compositie aan en druk de
ontspanknop opnieuw half in.
2
Druk de ontspanknop helemaal in (A 27).
• De sluiter wordt ontspannen en de opname wordt opgeslagen
op de geheugenkaart of in het interne geheugen.
26
1 / 2 5 0
1 / 2 5 0
F 3.1
F 3.1
1 / 2 5 0
1 / 2 5 0
F 3.1
F 3.1