Referentiegedeelte
Panorama assist gebruiken
De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. Gebruik een statief voor het
beste resultaat. Stel Vibratiereductie (E54) in op Uit in het menu Set-up (A 88) wanneer u een
statief gebruikt om de camera te stabiliseren.
Ga naar opnamestand M knop A (opnamestand) M b (tweede pictogram van boven*) M
K M H, I, J, K M U (Panorama assist) M knop k
* Het pictogram van de laatst geselecteerde onderwerpsstand wordt weergegeven.
1
Gebruik de multi-selector om de richting te
selecteren en druk op de knop k.
• De richtingaanduidingspictogrammen verschijnen om de
richting aan te geven waarin de opnamen voor het panorama
worden gemaakt. Selecteer de richting waarin opnamen
worden samengevoegd tot een panorama: rechts (I), links (J),
omhoog (K) of omlaag (L).
• Het gele pictogram voor de panoramarichting (II) wordt
weergegeven voor de huidige richting en de richting wordt
vastgezet als op de knop k wordt gedrukt. Het pictogram wijzigt in het witte pictogram voor een
vaste richting I.
• Stel indien nodig in deze stap de flits-stand (A 51), de zelfontspanner (A 55), macro-stand
(A 57) en belichtingscompensatie (A 59) in.
• Druk opnieuw op de knop k om een andere richting te selecteren.
2
Kadreer het eerste gedeelte van het
panorama en maak de eerste foto.
• Ongeveer een derde van de opname wordt
doorzichtig weergegeven.
E2
2 9 m 0 s
2 9 m 0 s
9 7 0
9 7 0
1 / 2 5 0
1 / 2 5 0
F 3.1
F 3.1