Inhoudsopgave
Advertenties
Probleem
Camera kan niet scherpstellen.
Opnamen zijn onscherp.
Lichtstroken of gedeeltelijke
verkleuring zijn zichtbaar op
de monitor.
Er worden heldere vlekken
weergegeven in opnamen die
zijn gemaakt met flitslicht.
Flitser treedt niet in werking.
Oorzaak/Oplossing
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Probeer een
opname te maken met de Eenvoudige autostand, de
onderwerpsstand Close-up of de macro-stand.
• Autofocus werkt niet goed met het onderwerp dat u
wilt fotograferen.
• Stel AF-hulplicht in het menu Set-up in op
Automatisch.
• Zet de camera uit en weer aan.
• Gebruik de flitser.
• Verhoog de ISO-waarde.
• Schakel vibratiereductie of bewegingsdetectie in.
• Gebruik D (Best Shot Selector).
• Gebruik een statief en de zelfontspanner.
Smear treedt op wanneer extreem helder licht op de
beeldsensor terechtkomt. Bij opnamen met Continu
ingesteld op Multi-shot 16 en bij het opnemen van films,
kunt u beter heldere objecten, zoals de zon,
weerspiegelingen van de zon en elektrische verlichting,
vermijden.
Flitslicht wordt weerkaatst door deeltjes in de lucht. Klap
de flitser in of stel de instelling voor de flits-stand in op
W (uit).
• De flitser is ingeklapt of de flits-stand is ingesteld op
W (uit).
• Er is een onderwerpsstand geselecteerd waarbij de
flitser niet afgaat.
• Aan is geselecteerd voor Knipperdetectie in het
menu Slim portret.
• Er werd een functie ingeschakeld die de flitser beperkt.
A
34, 39, 57
28
88, E56
22
51
49, E33
88, E54,
E55
40, 49,
E32
55
49, E32,
F3
5, 53
5, 51
60
46, E28
64
F11
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
