4
Druk nogmaals op de knop b (e filmopname) om het opnemen te
beëindigen.
B
Opmerkingen over het opslaan van gegevens
Nadat u foto's hebt gemaakt of een film hebt opgenomen, knippert het aantal resterende opnamen of de
resterende opnametijd terwijl foto's of films worden opgeslagen. Open het deksel van het batterijvak/de
kaartsleuf niet terwijl foto's of films worden opgeslagen. Anders kunnen er foto- of filmgegevens verloren
gaan of kan de camera of de geheugenkaart beschadigd raken.
B
Opmerkingen over het opnemen van films
• Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden aanbevolen om films op te
nemen (A 15). De filmopname kan onverwachts stoppen wanneer geheugenkaarten met een lagere
Speed Class-waarde worden gebruikt.
• De beeldkwaliteit kan dalen wanneer de digitale zoom wordt gebruikt. Als geen gebruik van de digitale
zoom wordt gemaakt als de filmopname van start gaat, wordt het beeld vergroot met de optische zoom
en stopt het zoomen bij de maximale optische zoomfactor als de zoomknop aan de zijkant richting
g wordt gedraaid en wordt vastgehouden. Draai de zoomknop, nadat u deze los hebt gelaten, opnieuw
richting g om het beeld te vergroten met de digitale zoom.
• Zodra de opname eindigt, wordt de digitale zoom uitgeschakeld.
• Het geluid van de werking van de zoomknop, de zoom, de scherpstelbewegingen van het objectief, de
vibratiereductie en de werking van het diafragma bij verandering van de helderheid kunnen worden opgenomen.
• Smear (F3) die zichtbaar is op de monitor tijdens filmopnamen, wordt samen met de film opgenomen.
Wij raden aan om heldere onderwerpen, zoals de zon, weerspiegelingen van de zon en elektrische
verlichting, te vermijden.
• Afhankelijk van de afstand tot het onderwerp of de toegepaste zoomfactor kunnen onderwerpen met
herhaalde patronen (stoffen, latjesramen, enz.) gekleurde strepen (storingspatronen, moiré, enz.) vertonen
tijdens het opnemen en afspelen van films. Dit doet zich voor als het patroon in het onderwerp en de
lay-out van de beeldsensor elkaar storen. Dit is geen storing aan het apparaat.
• De camera kan warm worden bij het langdurig opnemen van films of als de camera wordt gebruikt op
een hete locatie.
B
Opmerkingen over automatische scherpstelling
De autofocus werkt mogelijk niet zoals verwacht (A 28). In dit geval probeert u het volgende:
1. Stel Autofocus-stand in het filmmenu in op A Enkelvoudige AF (standaardinstelling) voor de
filmopname wordt gestart (A 83, E45).
2. Kadreer een ander onderwerp - dat zich op dezelfde afstand van de camera bevindt als het gewenste
onderwerp - in het midden van het beeld, druk op de knop b (e filmopname) om de opname te
starten en wijzig daarna de kadrering.
81