Inhoudsopgave
Advertenties
8 - BELANGRIJKSTE SYSTEEMCOMPONENTEN
8.4 - Ventilatoren
De ventilatormotoren, voorzien van een axiale Flying Bird-ventilator
met een meedraaiende geleidering zijn gemaakt van recyclebaar
composiet materiaal. Elke motor is bevestigd met dwarssteunen.
Alle ventilatoren van eenzelfde koudemiddelcircuit werken tegelijk
met hetzelfde toerental. Het toerental bij vollast of deellast wordt
geregeld door een algoritme dat continu de condensatietemperatuur
optimaliseert om zo de beste energie-efficiëntie (EER) van de unit
te verkrijgen, ongeacht de bedrijfsomstandigheden.
8.4.1 - AC-motoren
De standaardunits zijn voorzien van AC-motoren, die worden
aangestuurd door een of meer toerenregelaars. Het zijn
driefasenmotoren met lagers met levenslange smering en
isolatieklasse F (niveau IP55).
De motoren van eenzelfde circuit worden elektrisch beveiligd door
de frequentieregelaars (VFD) van het circuit in geval van kortsluiting,
een geblokkeerde rotor of overbelasting. Elke VFD volgt een
variabele overstroomkarakteristiek, gebaseerd op de frequentie van
5 tot 50 Hz en het aantal geregelde ventilatoren.
Wanneer een ventilator niet werkt (open circuit) wordt dit ontbreken
van stroom gedetecteerd en verschijnt er een waarschuwing op het
bedieningspaneel. Zie het handboek van de regeling van de unit
voor de lijst van de voor deze optie specifieke alarmen.
8.4.4 - Algemene ventilatorgegevens
Volgens de verordening nr 327/2011 tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG met betrekking tot de eisen inzake ecologisch ontwerp voor
door motoren aangedreven ventilatoren met een elektrisch ingangsvermogen tussen 125 W en 500 kW.
30KAV
Totale efficiëntie
Meetcategorie
Efficiency categorie
Nagestreefd efficiëntieniveau ERP2015
Efficiëntie bij optimaal energie-efficiëntiepunt
Toerenregelaar
Fabricagejaar
Ventilator fabrikant
Motorfabrikant
Ventilator referentie
Motor referentie
Nominaal vermogen van de motor
Debiet
Druk bij optimale energie-efficiëntie
Nominaal toerental
Specifieke verhouding
Informatie betreffende de demontage, recycling of verwijdering aan het eind van
de levensduur
Informatie omtrent minimaliseren van de milieubelasting
De bovenstaande gegevens voor ventilatoren en motoren, die verplicht zijn op grond van de voorschriften inzake ecologisch ontwerp,
worden verstrekt voor een standalone component (dat niet in het koelsysteem is opgenomen).
8.4.2 - EC-motoren
Bij 30KAV-units met optie 17 of 119+, en bij 30KAVP-units, worden
de ventilatoren aangedreven door EC-motoren (motoren met
elektronische omschakeling). Deze motoren hebben permanente
magneten en zijn voorzien van eigen ingebouwde elektronica voor
het variëren van het toerental en voor de beschermingsfuncties.
De rendementen van deze motoren zijn hoger dan die van
asynchrone motoren.
Het toerental wordt geregeld door een analoge spanning van 0-10
Vdc. De motoren van elk koudemiddelcircuit worden geregeld door
hetzelfde setpoint 0-10 VdC. Zij worden gevoed met driefasen 400
VAC, waarbij de fasevolgorde geen invloed heeft op de draairichting,
omdat deze in de fabriek is ingesteld.
8.4.3 - Verdeling van de ventilatoren in de machine
De verdeling van de ventilatoren per koudemiddelcircuit en hun
benaming ziet u hieronder (vereenvoudigd bovenaanzicht van de
machine):
11
21
A
A
12
22
A/B
B
WAARSCHUWING: ventilator nummer 12 kan zijn toegewezen
aan circuit A of aan circuit B naar gelang de machines. De
voeding ervan kan afkomstig zijn van de frequentieregelaars
van het ene of het andere circuit: raadpleeg het elektrische
schema van de unit.
30KAV Standaard
%
40,1
A
statisch
N(2015) 40
44,6
JA
Zie unit kenplaat
Simonin
Leroy Somer
00PSG002630700A
00PPG000558700A
kW
1,96
m
/s
4,22
3
Pa
174,2
tpm
948
1,002
Zie
Onderhoudshandleiding
Zie
Onderhoudshandleiding
31
41
A
A
32
42
B
B
30KAV
Optie 17 /
30KAVP
47,3
A
statisch
N(2015) 40
52,2
JA (ingebouwd)
Zie unit kenplaat
Simonin
EBM PAPST
00PSG002630700A
00PSG002696800A
1,68
4,24
174,6
959
1,002
Zie
Onderhoudshandleiding
Zie
Onderhoudshandleiding
35
35
Advertenties
Inhoudsopgave
