De functie toegewezen aan de
functieknop
SCAN
Druk hierop om het scanformaat van het beeld te
veranderen. Druk hierop om te schakelen tussen
NORMAL scan (0% scan), OVER scan (20% overscan),
FULL en NATIVE (zie "Scanmodusbeeld" op pagina
36). NATIVE werkt alleen wanneer 1080i-, 1080P- of
720P-signalen worden ingevoerd. 1080P kan
geselecteerd worden wanneer de BKM-250TGM
geïnstalleerd is.
De scanmodus van het beeld kan ook gewijzigd worden
wanneer MULTI DISPLAY ENABLE ingesteld is op
ON. De selecteerbare scanmodi variëren afhankelijk van
de instellingen bij MULTI DISPLAY (pagina 34).
Wanneer FULL geselecteerd is bij de
multidisplaymodus SIDE BY SIDE, wordt het beeld
vergroot en blijft de beeldverhouding gelijk. In dit geval
worden de linker- en rechterrand van het beeld
bijgesneden.
ASPECT
Druk hierop om de beeldverhouding op 4:3 of 16:9 in te
stellen.
EXT SYNC (externe synchronisatie)
Druk hierop om het apparaat te bedienen op een extern
synchronisatiesignaal via de EXT SYNC IN-stekkerbus.
EXT SYNC werkt als de component/RGB-signalen
worden herkend.
BLUE ONLY
Door op de toegewezen knop te drukken, verdwijnen de
rode en groene signalen. Alleen het blauwe signaal
wordt weergegeven als een soort monochroom beeld op
het scherm. Hierdoor worden de "chroma" en "fase"
afstellingen en de monitoring van het VCR-geluid
vergemakkelijkt.
MONO
Druk op de toegewezen knop om een monochroom
beeld weer te geven. Wanneer nogmaals op de knop
wordt gebruikt, dan schakelt de monitor automatisch
over op de kleurmodus.
MULTI DISPLAY
Druk op de toegewezen knop om de multidisplay weer
te geven. Kies de instelling multidisplay in het menu
MULTI DISPLAY SETTING (zie pagina 34).
APA (Auto Pixel Alignment, automatische
pixeluitlijning)
Druk hierop om het beeld automatisch af te stellen op
maxiamle helderheid voor het ontvangen signaal op de
HD15-ingang. Zie voor de fijnafstemming volgens het
ingangssignaal a.u.b. "DOT PHASE" op pagina 32.
Wanneer het menuscherm of het multidisplay wordt
weergegeven, werkt APA niet.
Opmerking
Als de APA-werking niet correct wordt voltooid, stel
dan afhankelijk van het ingangssignaal de DOT PHASE
(pagina 32) af.
I/P MODE
Druk op de knop om de vertraging door de
beeldverwerking tot een minimum te beperken wanneer
een interlace-signaal binnenkomt. Telkens wanneer u op
de knop drukt, schakelt de modus in de volgorde
INTER-FIELD t FIELD MERGE t LINE
DOUBLER (zie "I/P MODE" op pagina 33).
MIRROR IMAGE
Druk op de toegewezen knop om het videosignaal om te
draaien en horizontaal weer te geven. Deze functie is
niet beschikbaar voor het PRESET 1 signaal en de
multidisplay.
Afstellingen in menu's verrichten
35