de ingangssignalen naar de ingang als uitgangssignalen
naar de uitgang (doorgelust) gestuurd te worden.
Kleurtemperatuur en gamma-modus kiezen
De kleurtemperatuur kunt u in drie standen (HIGH,
LOW, LOW2) en het gamma in twee standen (2.2,
DICOM) instellen. U kunt de kleurtemperatuur ook op
de gewenste instelling onder "USER" afstemmen.
Dubbel display
Er gaan twee soorten ingangssignalen naar de monitor.
Meer informatie vindt u bij MULTI DISPLAY onder
"MULTI DISPLAY SETTING" op pagina 34.
Kleurruimtefunctie
U kunt ITU-R BT.709 voor de kleurruimte-instelling
kiezen.
Beeldverhouding instellen
U kunt de monitor, naar gelang het ingangssignaal,
instellen op een beeldverhouding van 4:3 of 16:9.
Scan-functie
U kunt het display kiezen uit "NORMAL", "OVER",
"FULL" en "NATIVE" behalve de HD15- en
DVI-ingangssignalen.
Taal op het display kiezen
U kunt één van de zeven talen voor op het display
kiezen: Engels, Frans, Duits, Spaans, Italiaans, Japans
en Chinees.
Stroombesparingsfunctie
De monitor gaat naar de stroombesparende modus
wanneer er geen ingangssignaal is.
Toetsblokkering
U kunt de toetsen blokkeren om een foute bediening te
voorkomen.
Gebruikersgeheugen
U kunt 20 beeldinstellingen met een naam opslaan.
De data in het gebruikersgeheugen kunnen worden
opgeslagen of uitgewisseld tussen de monitor en andere
apparatuur (PC, etc.), die in serie op afstand is
aangesloten.
Twee verschillende massa-aansluitingen
In de monitor zitten twee verschillende soorten massa-
aansluiting ten behoeve van de elektrische spanning.
Externe afstandsfunctie
Met behulp van de seriële (Ethernet) afstandsfunctie kan
het ingangssignaal worden gekozen of kunnen meerdere
items worden afgesteld. U kun dit appraat op de monitor
aansluiten via de ethernetaansluiting (10BASE-T/
100BASE-TX) en dit op afstand in het netwerk regelen.
Meer informatie vindt u bij SERIAL REMOTE in Het
menu REMOTE op pagina 37.
Overige
Optionele standaard
De monitor kan gemakkelijker op een bureau worden
gezet met behulp van de optionele standaard (SU-560).
15
Kenmerken