Eindsynchron.:
Elke keer wanneer u de ontspanknop indrukt, gaat de flitser af net voordat de
belichting is voltooid. Met eindsynchronisatie kunt u een natuurlijke foto maken
van het naspoor van een bewegend onderwerp, zoals een rijdende auto of een
wandelaar.
Opmerking
De standaardinstelling hangt af van de opnamefunctie.
De beschikbare flitsfuncties zijn afhankelijk van de opnamefunctie.
[49] Hoe te gebruiken
Flitscompensatie
Past de hoeveelheid flitslicht aan binnen een bereik van –3,0 EV tot +3,0 EV.
Flitscompensatie verandert alleen de hoeveelheid flitslicht.
Belichtingscompensatie verandert de hoeveelheid flitslicht in combinatie met de
verandering van de sluitertijd en het diafragma.
1. MENU →
instelling.
Door hogere waarden (+ kant) te selecteren, wordt het flitsniveau hoger, en
door lagere waarden (– kant) te selecteren, wordt het flitsniveau lager.
Opmerking
[Flitscompensatie] werkt niet wanneer de opnamefunctie is ingesteld op de
volgende functies:
[Slim automatisch]
[Superieur automat.]
[Panorama d. beweg.]
[Scènekeuze]
Het kan zijn dat het hogere flitseffect niet zichtbaar is omdat de beschikbare
hoeveelheid flitslicht beperkt is in het geval het onderwerp zich buiten het
maximumbereik van de flitser bevindt. Als het onderwerp zich erg dichtbij
bevindt, is het lagere flitseffect mogelijk niet zichtbaar.
De opnamefuncties gebruiken
(Camera- instellingen) → [Flitscompensatie] → gewenste
De flitser gebruiken