1. MENU →
Menu-onderdelen
Altijd:
Start het opnemen van bewegende beelden wanneer u in een willekeurige functie
op de MOVIE-knop drukt.
(Behalve wanneer de functiekeuzeknop in de stand
staat.)
Alleen Filmmodus:
Start het opnemen van bewegende beelden wanneer u op de MOVIE-knop drukt
alleen als de opnamefunctie is ingesteld op [Film].
[125] Hoe te gebruiken
Beeldprofiel
Maakt het mogelijk om de instellingen te veranderen voor kleur, gradatie, enz.
Het beeldprofiel aanpassen aan uw wensen
U kunt de beeldkwaliteit naar wens aanpassen door de onderdelen van het
beeldprofiel, zoals [Gamma] en [Details], in te stellen. Om deze parameters in te
stellen, sluit u de camera aan op een televisie of monitor, en stelt u ze in terwijl u
naar het beeld op het scherm kijkt.
1. MENU →
veranderen.
2. Ga naar het onderdeel-indexweergavescherm door op de rechterkant van het
besturingswiel te drukken.
3. Selecteer het onderdeel dat u wilt veranderen met de boven-/onderkant van
het besturingswiel.
4. Selecteer de gewenste waarde met de boven-/onderkant van het
besturingswiel, en druk daarna op
(Eigen instellingen) → [Knop MOVIE] → gewenste instelling.
De opnamefuncties gebruiken
(Camera- instellingen) → [Beeldprofiel] → het profiel dat u wilt
(Hoge beeldsnelheid)
Bewegende beelden opnemen
in het midden.