U kunt het schoonheidseffect toepassen om het stilstaande beeld van een
persoon bij te werken en er beter uit te laten zien, bijvoorbeeld door het bij te
werken voor een egalere huid, grotere ogen en wittere tanden. U kunt het effect
instellen van niveau 1 tot en met niveau 5. Een beeld waarop het
schoonheidseffect is toegepast wordt opgeslagen als een nieuw bestand. Het
oorspronkelijke beeld blijft onveranderd behouden.
1. MENU →
2. Selecteer een gezicht waarop u het schoonheidseffect wilt toepassen.
3. Selecteer het gewenste effect en voer het bijwerken uit volgens de
bedieningsmethode van elke functie.
(Huidtoon aanpassen):
Pas de huidskleur naar wens aan.
1. Selecteer de basishuidskleur met behulp van
2. Verhoog of verlaag de kleurtint met behulp van
(Gladde huid):
Verwijdert leeftijdsvlekken en rimpels uit de huid.
Pas het effectniveau aan met
(Glans verwijderen):
Vermindert het uiterlijk van een vette huid. Pas de huidskleur naar wens aan.
Pas het effectniveau aan met
(Ogen vergroten):
Vergroot de ogen van het onderwerp. Pas de grootte van de ogen aan met
/
.
(Tanden wit maken):
Maakt de tanden van het onderwerp witter. In sommige beelden kunnen de
tanden mogelijk niet witter gemaakt worden.
Pas de witheid van de tanden aan met
Als u twee of meer effecten van [Schoonheidseffect] achter elkaar wilt
gebruiken, past u eerst één effect toe op het beeld, en selecteert u daarna
een ander effect met
Opmerking
(Afspelen) → [Schoonheidseffect].
/
.
/
.
/
.
/
.
/
en druk op
/
.
.