het opnemen van bewegende beelden gebruik maakt van automatische
scherpstelling.
1. MENU →
instelling.
Menu-onderdelen
Snel:
Stelt de AF-aandrijfsnelheid in op snel. Deze functie is geschikt voor het opnemen
van actiescènes, zoals bij sport.
Normaal:
Stelt de AF-aandrijfsnelheid in op normaal.
Langzaam:
Stelt de AF-aandrijfsnelheid in op langzaam. Met deze functie verandert de
scherpstelling soepel wanneer het onderwerp waarop moet worden scherpgesteld
wordt veranderd. Deze functie is handig voor het opnemen van indrukwekkende
beelden.
Opmerking
Als [
Opname-instell.] is ingesteld op [120p]/[100p], kan [
niet worden gebruikt.
[81] Hoe te gebruiken
Gevoel. AF-volg. (bewegende beelden)
Bij het opnemen van bewegende beelden kunt u de duur van AF-volgen instellen.
1. MENU →
instelling.
Menu-onderdelen
Hoog:
Stelt de AF-volgduur in op hoog. Deze functie is handig bij het opnemen van
bewegende beelden waarbij het onderwerp snel beweegt.
(Camera- instellingen) → [
De opnamefuncties gebruiken
(Camera- instellingen) → [
AF-snelheid] → gewenste
AF-snelheid]
Scherpstellen
Gevoel. AF-volg.] → gewenste