Zwart-wit:
Voor het opnemen van beelden in zwart-wit.
Sepia:
Voor het opnemen van beelden in sepia.
Voorkeursinstellingen registreren (Stijlvak):
Selecteer de zes stijlvakken (de vakken met de cijfers aan de linkerkant (
om de voorkeursinstellingen te registreren. Selecteer daarna de gewenste
instellingen met de rechterknop.
U kunt dezelfde stijl oproepen met iets andere instellingen.
Om [Contrast], [Verzadiging] en [Scherpte] in te stellen
[Contrast], [Verzadiging] en [Scherpte] kunnen worden ingesteld voor elke
beeldstijl-voorkeursinstelling, zoals [Standaard] en [Landschap], en voor elke
[Stijlvak] waarvoor voorkeursinstellingen kunnen worden opgeslagen. Selecteer
een onderdeel om in te stellen met de rechter-/linkerkant van het besturingswiel,
en stel daarna de waarde in met de boven-/onderkant van het besturingswiel.
Contrast:
Hoe hoger de geselecteerde waarde, hoe meer het verschil tussen licht en
schaduw wordt benadrukt, en hoe groter het effect op het beeld.
Verzadiging:
Hoe hoger de geselecteerde waarde, hoe levendiger de kleur. Wanneer een
lagere waarde wordt geselecteerd, wordt de kleur van het beeld ingehouden en
onderdrukt.
Scherpte:
Stelt de scherpte in. Hoe hoger de geselecteerde waarde, hoe meer de contouren
worden benadrukt, en hoe lager de geselecteerde waarde, hoe zachter de
contouren worden gemaakt.
Opmerking
[Standaard] wordt geselecteerd bij gebruik van de volgende functies:
[Slim automatisch]
[Superieur automat.]
[Scènekeuze]
[Foto-effect] is ingesteld op iets anders dan [Uit].
[Beeldprofiel] is ingesteld op iets anders dan [Uit].
Als [Creatieve stijl] is ingesteld op [Zwart-wit] of [Sepia], kan [Verzadiging] niet
worden ingesteld.
))