8.
Laat de motor enkele minuten draaien
met een snel vrijlooptoerental in neu-
traal.
9.
Net voor u de motor uitschakelt, sproeit
u snel en afwisselend wat "conserve-
ringsolie" in elke carburator of in de con-
serveringsopening
geluiddemperdeksel, indien voorzien.
Indien correct uitgevoerd, zal de motor
sterk beginnen roken en bijna stilvallen.
10. Verwijder de buitenboordmotor van de
testtank.
11. Installeer het deksel van de geluiddem-
per/de dop van de conserveringsope-
ning (indien aanwezig) en de motorkap.
12. Als er geen "conserveringsolie" beschik-
baar is, laat u de motor met een hoog
vrijlooptoerental draaien tot het brand-
stofsysteem leeg is en de motor stilvalt.
13. Tap het koelwater volledig af uit de mo-
tor. Maak het lichaam grondig schoon.
14. Als er geen "conserveringsolie" beschik-
baar is, dient u de bougie(s) te verwijde-
ren.
Giet
een
motorolie in elke cilinder. Voer meerdere
startbewegingen met de repeteerstarter
uit. Breng de bougie(s) opnieuw aan.
15. Laat de brandstoftank leeglopen.
16. Bewaar de brandstoftank op een droge,
goed geventileerde plaats, buiten het
bereik van rechtstreeks zonlicht.
DMU28402
Smering
1.
Installeer de bougies en draai ze aan tot
het voorgeschreven aandraaimoment.
Voor informatie over bougie-installatie,
zie pagina 71.
2.
Ververs de tandwielolie. Voor instruc-
ties, zie pagina 77. Controleer de olie op
de aanwezigheid van water die op een
lekke dichting zou wijzen. Het vervan-
van
het
theelepel
schone
gen van een dichting moet door een be-
voegde
Yamaha-dealer
uitgevoerd alvorens het gebruik te her-
vatten.
3.
Smeer alle smeerpunten. Voor meer in-
formatie, zie pagina 70.
NOTA:
Wanneer u de motor voor lange tijd gaat op-
bergen, is het raadzaam hem te benevelen
met olie. Neem contact op met uw Yamaha-
dealer voor informatie over het benevelen
met olie en andere procedures voor uw mo-
tor.
DMU28443
Spoelen van het motorblok
Voor een grondige spoeling dient u de proce-
dure onmiddellijk na het afzetten van de mo-
tor uit te voeren.
DCM01530
OPGELET
Voer deze procedure niet uit terwijl de
motor draait. De waterpomp zou erdoor
beschadigd kunnen raken, wat zou kun-
nen leiden tot ernstige schade door over-
verhitting.
1.
Zet de motor af en schroef het tuinslang-
koppelstuk van de fitting op de onder-
bak.
Onderhoud
worden
64