2. Gebruik het trackpad om de tijdsinterval in te stellen binnen een
duur van 15 tot 120 minuten.
3. Druk op OK om de nieuwe tijdsinterval op te slaan.
Instellen van de animatiedatum:
4. Druk op de SET DATE-softkey. De volgende softkey-opties
verschijnen in de werkbalk:
TODAY'S DATE
Stelt de datum van de animatie in op de huidige
datum.
PREV DATE
Stelt de datum van de animatie in op 24 uur voor de
huidige datum.
NEXT DATE
Stelt de datum van de animatie in op 24 uur na de
huidige datum.
EDIT DATE
De dialoogbox voor het bewerken van de datum
wordt geopend: gebruik het trackpad om de
gewenste datum van de animatie in te voeren
5. Druk op OK om de nieuwe datum op te slaan en terug te gaan
naar het animatiescherm. Dit wordt bijgewerkt en toont de
animatie voor de geselecteerde datum.
Druk op ieder gewenst moment op CANCEL om terug te gaan naar
het animatiescherm zonder dat de datum gewijzigd is.
Bathymetrische informatie
Hiervoor zijn elektronische Navionics-kaarten nodig met
bathymetrische (Fish'n'Chip) gegevens.
Tonen van bathymetrische informatie:
1. Druk op de PRESENTATION-softkey.
2. Druk op de CHART LAYERS-softkey.
Hoofdstuk 4: De kaartapplicatie
3. Druk op de CHART TYPE-softkey.
4. Switch de softkey naar wens tussen FISH en NAV.
• FISH - toont bathymetrische informatie/
• NAV - toont de standaard kaartweergave.
Als FISH is geselecteerd en er zijn geen gegevens beschikbaar
voor de huidige positie, wordt (FISH) in de databalk getoond om aan
te geven dat het systeem in bathymetrische modus is maar dat er
geen gegevens beschikbaar zijn.
Details van objecten en elementen
Met veel objecten die op de kaart getoond worden, is gedetailleerde
informatie verbonden. Sommige informatie-elementen worden
automatisch getoond als het object met de cursor gemarkeerd
wordt.
Weergeven van objecten of elementen:
1. Gebruik het trackpad om de cursor over een object te bewegen.
Als er voor het object basisinformatie beschikbaar is, wordt dit
getoond.
2. Druk op OK.
3. Indien beschikbaar wordt detailinformatie voor het object
getoond.
Zoeken van objecten of elementen in de naaste omgeving:
1. Gebruik het trackpad om de cursor over een object te bewegen.
2. Druk op OK.
3. Druk op de FIND NEAREST softkey.
4. Selecteer de van toepassing zijnde optie in de lijst op het
scherm.
59