4.10 Kaartpresentatie
De kaart bevat een aantal lagen en weergavemodi welke
verschillende soorten weergaven en informatie bieden.
Kaartlagen
U kunt gegevens over een kaartscherm leggen (overlay) om een
grotere informatiediepte te verkrijgen. De beschikbare overlays zijn:
•
AIS-objecten
•
Afstandscirkels
•
3D-plaatsbepaler
•
Koersvector
•
COG-vector
•
Getijde- en windpijlen
In- en uitschakelen van lagen
1. Druk op de PRESENTATION-softkey.
2. Druk op de CHART LAYERS AND DATA-softkey.
3. Druk op CHART LAYERS.
4. Gebruik het TRACKPAD om de juiste laag te selecteren en
schakel deze naar wens in of uit.
5. Druk op OK om uw instellingen op te slaan.
54
Vectoren en pijlen
De vectoren en pijlen zijn een presentatielaag van een kaart. Deze
presenteren systeemgegevens met betrekking tot uw vaartuig op de
kaart. Dit kan helpen de koers van uw boot te controleren.
Getijdepijl
Opmerking:De vectoren hebben hiervoor benodigde gegevens
nodig (b.v. windgegevens van een windinstrument, SOG &
COG berekend uit de GPS-positiebepaling).
In- en uitschakelen van vectoren
1. Druk op de PRESENTATION-softkey.
2. Druk op de CHART LAYERS AND DATA-softkey.
3. Druk op CHART LAYERS.
4. Gebruik het TRACKPAD om de juiste laag te selecteren en
schakel deze naar wens in of uit.
5. Druk op OK om uw instellingen op te slaan.
Koersvector
(HDG)
Course over ground
(COG)
Windpijl
A-Serie display - Gebruikershandleiding