Plaatsen van een waypoint bij de cursor
1. Druk op de WPTS/MOB-knop om de waypoints-werkbalk te
tonen.
2. Gebruik het trackpad om de cursor op de positie te plaatsen waar
u het waypoint wilt hebben.
3. Druk op de WAYPOINT AT CURSOR-softkey.
4. Druk op OK.
Plaatsen van een waypoint op de positie van uw boot:
1. Druk op de WPTS/MOB-knop.
2. Druk op de WAYPOINT AT VESSEL-softkey.
3. Druk op OK.
Opmerking:Als het systeem uw positie niet kan bepalen, wordt een
waarschuwing getoond. Het waypoint kan dan niet geplaatst
worden.
Plaatsen van een waypoint met behulp van coördinaten:
1. Druk op de WPTS/MOB-knop.
2. Druk op de WAYPOINT AT LAT/LON-softkey.
3. Stel de positie voor het nieuwe waypoint in.
4. Druk op OK.
32
Navigeren naar waypoints
In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de navigatie naar een waypoint
moet starten en stoppen. Als u naar een waypoint navigeert, worden
de gegevens naar uw stuurautomaat gestuurd. Het waypoint waar u
naartoe navigeert, is het actieve waypoint.
Opmerking:Stuurautomaten moeten compatible zijn met en
aangesloten zijn op het display van de A-Serie zoals
getoond in de installatiehandleiding.
Voor gedetailleerde informatie met betrekking tot het navigeren met
waypoints, zie
De kaartapplicatie op pagina
Navigeren naar een waypoint
1. Markeer het waypoint.
2. Druk op de GOTO WAYPOINT-softkey.
of
1. Druk op de WPTS/MOB-knop of op de GOTO-softkey.
2. Druk op de GOTO WAYPOINT OPTIONS-softkey.
3. Selecteer het gewenste waypoint in de lijst.
4. Druk op GOTO WAYPOINT.
Navigeren naar een waypoint stoppen
1. Markeer het waypoint.
39.
A-Serie display - Gebruikershandleiding