Vectorlengte
De lengte van de vectoren wordt bepaald door de afstand die uw
boot aflegt binnen een gegeven tijd (deze tijd kan worden ingesteld
in het Setup Menu) bij de huidige snelheid.
Wind- en getijdepijlen worden op de kaart getoond als lijnen met
dichte pijlpunten die wijzen in de richting van de wind- of getijdeset.
Windpijlen wijzen in de richting van uw boot, getijdepijlen wijzen van
uw boot af. Hoe groter de kracht van wind of getijde, des te dikker
de lijn lijkt.
Kaartmodus en oriëntatie
Met modusinstellingen kunt u regelen hoe informatie op de kaart
wordt getoond, u kunt zaken wijzigen zoals de manier waarop
beweging wordt getoond, de manier waarop positie van uw boot op
het scherm weergegeven wordt en de kaartoriëntatie.
Oriëntatie
Oriëntatie-instellingen regelen de manier waarop de kaart wordt
getekend in verhouding tot de positie en de koers van de boot.
Instellen van de kaartoriëntatie:
1. Druk op de PRESENTATION-softkey.
2. Druk op de CHART MODE AND ORIENTATION-softkey.
3. Druk op de ORIENTATION-softkey om uw voorkeur te kiezen.
Hoofdstuk 4: De kaartapplicatie
Oriëntatie-opties:
•
North Up (N-Up)
Dit is de standaardmodus waarbij de kaart statisch is en
georiënteerd met het ware noorden naar de bovenkant van het
scherm. Als de koers van uw boot verandert, draait het
bootsymbool dienovereenkomstig mee.
•
Heading Up (H-Up)
In deze modus blijft het bootsymbool op het scherm statisch,
met de huidige koers gericht naar de bovenkant van het scherm.
Als de koers van de boot verandert, draait de kaart
dienovereenkomstig mee. Om echter te voorkomen dat de kaart
constant draait als uw boot slingert, wordt de kaart alleen
bijgewerkt als de koerswijziging 10
Up modus niet selecteren als de Motion-modus op True is
ingesteld.
•
Course Up (C-Up)
In deze modus is de kaart statisch en is de huidige koers van de
boot gericht naar de bovenkant van het scherm. Als de koers
van de boot verandert, beweegt het bootsymbool op het scherm
mee. Als een nieuwe koers wordt geselecteerd, wordt de kaart
opnieuw opgesteld met de nieuwe koers naar de bovenkant van
het scherm.
Motion-modus
De Motion-modus regelt hoe de voortgang van uw boot in
verhouding tot de kaart op het scherm wordt getoond.
Instellen van de Motion-modus:
1. Druk op de PRESENTATION-softkey.
2. Druk op de CHART MODE AND ORIENTATION-softkey.
3. Druk op de MOTION MODE-softkey om de optie van uw
voorkeur te selecteren.
o
of meer is. U kunt de Head-
55