ACCULADER – ELEKTRISCHE VOERTUIGEN
Zie Algemene waarschuwingen op pagina 19.
ý
GEVAAR
• De ruimte waar de accu's worden geladen, moet geventileerd zijn. Het waterstofgehalte in de lucht
mag nooit meer dan 2% bedragen. Het totale luchtvolume in de oplaadruimte moet vijf keer per uur
worden ververst. Ventilatoren moeten op het hoogste punt van de ruimte worden aangebracht.
Neem contact op met een plaatselijke ingenieur in verwarming, ventilatie en airconditioning.
• Laad de accu van het voertuig niet op wanneer het voertuig afgedekt is of zich in een gesloten
ruimte bevindt. Verwijder de behuizing of open de afdekking en trek deze weg wanneer accu's wor-
den opgeladen. Een opeenhoping van waterstofgas kan een ontploffing veroorzaken.
ý
WAARSCHUWING
• Laat alleen een getrainde monteur de lader repareren of onderhouden. Neem contact op met een
Club Car-distributeur/dealer.
• Elke lader moet aangesloten zijn op een eigen eenfasige stroomkring (15 of 20 ampère) met afzon-
derlijke beveiliging (stroomonderbreker of zekering), in overeenstemming met alle plaatselijke
elektriciteitsvoorschriften.
• Laat kabels en snoeren die ingesneden, versleten of anderszins beschadigd zijn onmiddellijk
vervangen.
• Zorg ervoor dat alle kabelaansluitingen bij het stopcontact en de zekeringkoppeling schoon zijn en
vastzitten.
• Stel de lader niet bloot aan regen of ander vocht. Houd de lader droog.
• Niet gebruiken in de nabijheid van brandstoffen, graanstof, oplosmiddelen, verdunningsmiddelen of
andere ontvlambare stoffen. Laders kunnen ontvlambare materialen en dampen doen ontbranden.
• Sluit het stroomsnoer van de lader aan op een goed geaard driepolig stopcontact met de juiste
spanning en frequentie die op de lader vermeld staan.
• Gebruik geen adapter om een lader met driepolige stekker aan te sluiten op een tweepolig stopcon-
tact. Een verkeerde aansluiting van de aarding van de apparatuur kan brand of elektrische schok
veroorzaken.
• Gebruik uitsluitend verlengsnoeren of contactdozen voor driepolige stekkers. Verlengsnoeren
moeten drieleidersnoeren van het type nr. 12 AWG (American Wire Gauge) of nr. 14 SWG (British
Standard Wire Gauge) zijn, en zo kort mogelijk. Het gebruik van een ongeschikt verlengsnoer kan
brand of elektrische schok veroorzaken.
• Gebruik geen lader die een harde klap heeft gekregen, is gevallen of op enige andere manier is
beschadigd.
• Duw nooit voorwerpen door de gleuven van de behuizing. Ze kunnen gevaarlijke spanningspunten
raken of kortsluiting veroorzaken die tot brand of elektrische schokken kan leiden.
• Sluit een vaste lader niet op het stopcontact aan als het snoer van de lader, de stekker of het stop-
contact van het voertuig op enige manier beschadigd is of geen goede elektrische verbinding
maakt. Dit zou brand of persoonlijke verwondingen kunnen veroorzaken. Laat onmiddellijk repare-
ren of vervangen door een bevoegde monteur.
• Trek bij gebruik van een vaste lader niet aan het gelijkstroomsnoer (Figuur 28 op pagina 52). De
stekker niet draaien, wrikken of buigen. Om de stekker uit het contact te verwijderen, grijpt u de
stekker (niet het snoer) en trekt u hem langzaam recht uit het contact (Figuur 27 op pagina 52).
• Wanneer de lader aangesloten is, kunt u het gelijkstroomsnoer langzaam uit het contact van het
voertuig trekken. Wanneer u aan het snoer rukt of het snel uit het contact trekt, kunt u vonkvor-
ming en verbranding veroorzaken die de stekker en het contact kunnen beschadigen en de accu's
zouden kunnen doen ontploffen.
WAARSCHUWING VERVOLG OP VOLGENDE PAGINA...
Pagina 50
Handleiding voor de eigenaar van een transportvoertuig van 2007
Acculader – elektrische voertuigen