Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hach BioTector B3500ul Installatie En Bediening pagina 23

Online toc
Inhoudsopgave

Advertenties

Taak
Stel de tijden voor vooruit lopen van de monsterpomp in voor elke monsterstroom. Raadpleeg
monsterpomptijden instellen
Stel de stroomvolgorde in, het aantal reacties dat voor elke stroom moet worden uitgevoerd en het meetbereik
voor elke stroom. Raadpleeg
Opmerking: Als Modbus RTU of TCP/IP is geïnstalleerd, regelt de Modbus-master de stroomvolgorde en het meetbereik
(standaard).
(Optioneel) Stel de analyser in om de berekende CZV- en/of BZV-informatie op het display weer te geven.
Raadpleeg
Configureer de CZV- en BZV-instellingen
Configureer de instellingen voor het installeren van nieuwe reagentia. Raadpleeg
voor het installeren van nieuwe reagentia
Configureer de alarminstellingen voor lage reagentia en geen reagentia. Raadpleeg
instellen
op pagina 65.
Configureer de analoge uitgangen die zijn aangesloten op een extern apparaat. Raadpleeg
de analoge uitgangen
op pagina 66.
Configureer de relais die zijn aangesloten op een extern apparaat. Raadpleeg
op pagina 69.
Controleer of de analoge uitgangen en relais naar behoren werken. Raadpleeg de instructies in de
onderhoudshandleiding.
Als de optionele Modbus TCP/IP-module in de analyser is geïnstalleerd, configureert u de Modbus-
instellingen. Raadpleeg
De Modbus TCP/IP-instellingen configureren
Stel de instelling PRINT MODE (afdrukmodus) (afdrukmodus) in om het type reactiegegevens te selecteren
dat is opgeslagen op de MMC/SD-kaart (STANDARD (standaard) of ENGINEERING) en het type decimaal
(POINT (punt) (punt) (.) of COMMA (komma) (komma) (,). Raadpleeg
configureren
op pagina 73.
Opmerking: De fabrikant raadt aan de PRINT MODE (afdrukmodus) in te stellen op ENGINEERING, zodat de gegevens
voor probleemoplossing worden opgeslagen.
Kalibratie:
Laat de analyser 24 uur functioneren zodat de metingen stabiel worden.
Stel het werkbereik en de kalibratiestandaard voor span-kalibraties in. Raadpleeg
controle starten
op pagina 80.
Sluit de kalibratiestandaard aan op de MANUAL-aansluiting. Raadpleeg
op pagina 82.
Start een span-kalibratie. Selecteer CALIBRATION (kalibratie) > SPAN CALIBRATION (span-kalibratie) >
RUN SPAN CALIBRATION (span-kalibratie uitvoeren).
Onderzoek twee of drie reacties (metingen) wanneer de span-kalibratie is voltooid. Controleer of de CO
piekwaarden correct zijn. Raadpleeg
(Optioneel) Stel de dagen en tijd in waarop de analyser een meetbereikkalibratie, bereikcontrole, nulkalibratie
en/of nulpuntcontrole uitvoert. Raadpleeg de instructies in de handleiding Geavanceerde configuratie.
Sla de wijzigingen op:
Plaats de meegeleverde MMC/SD-kaart in de MMC/SD-kaartslot als dit nog niet is gedaan. Raadpleeg
Afbeelding 24
op pagina 93.
Druk op
om naar het hoofdmenu te gaan en selecteer vervolgens MAINTENANCE (onderhoud)
(onderhoud) > DIAGNOSTICS (diagnostiek) (diagnose) > DATA OUTPUT (gegevensuitvoer)
(gegevensuitgang) > SEND ALL DATA (alle gegevens verzenden) (alle gegevens verzenden) om het
reactiearchief, het foutenarchief, de analyserinstellingen en diagnosegegevens op de MMC/SD-kaart op te
slaan.
op pagina 61.
De stroomvolgorde en het meetbereik instellen
op pagina 63.
op pagina 64.
Scherm Reactiegrafiek
Checklist voor installatie en opstarten
op pagina 62.
Configureer de instellingen
Reagensbewaking
De relais configureren
op pagina 74.
De communicatie-instellingen
Een span-kalibratie of span-
De kalibratiestandaard aansluiten
op pagina 87.
Initiaal
De
Configureren van
-
2
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave