Foto's kunnen niet worden opgenomen.
U kunt geen foto's maken terwijl u een
film opneemt. Druk op MODE om naar de
fotomodus te schakelen.
Wanneer [Sel. 2D-/3D-modus] is ingesteld op
[3D], kunt u geen foto's opnemen. Stel [Sel.
2D-/3D-modus] in op [2D].
Het toegangslampje blijft branden of
knipperen nadat de opname is gestopt.
Dit product neemt de scène die u zojuist hebt
opgenomen, op de geheugenkaart op.
Het beeldveld ziet er anders uit.
Het beeldveld kan er anders uitzien afhankelijk
van de staat van dit product. Dit duidt niet op
een storing.
De werkelijke opnameduur voor films is
minder dan de verwachte opnameduur
van de geheugenkaart.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden
kan de beschikbare opnameduur korter zijn,
bijvoorbeeld bij het opnemen van een snel
bewegend onderwerp e.d.
Dit product stopt met werken.
Dit product is heel warm. Schakel dit product
uit en laat het afkoelen op een koele plek.
Dit product is heel koud. Schakel dit product
uit en breng het naar een warme plek. Laat dit
product opwarmen en schakel het vervolgens
in.
Als u dit product blijft blootstellen aan
trillingen, kan de opname stoppen.
Er is een tijdverschil tussen het moment
waarop u op START/STOP drukt en het
moment dat de opgenomen film start/
stopt.
Op dit product kan er een klein tijdverschil
zijn tussen het moment waarop u op
START/STOP drukt en het moment dat de
opgenomen film werkelijk start/stopt. Dit
duidt niet op een storing.
Automatisch scherpstellen functioneert
niet.
Stel [Scherpstellen] in op [Autom.] (p. 59).
De opnameomstandigheden zijn niet geschikt
voor automatisch scherpstellen. Pas de
scherpstelling handmatig aan (p. 59).
SteadyShot werkt niet.
Stel [
SteadyShot] in op [Actief] of
[Standaard] (p. 62), [
(p. 63).
Zelfs als [
SteadyShot] is ingesteld op
[Actief] of [Standaard], [
[Aan], compenseert dit product mogelijk geen
sterke trillingen.
U kunt het effect mogelijk niet herkennen
wanneer u de sterke vergroting gebruikt.
De onderwerpen die snel door het beeld
gaan, kunnen misvormd zijn.
Dit wordt het brandpuntsvlakfenomeen
genoemd. Dit duidt niet op een storing. Door
de manier waarop het beeldapparaat (CMOS-
sensor) de beeldsignalen leest, kunnen
onderwerpen die snel door de lens lopen,
afhankelijk van de opnameomstandigheden
vervormd zijn.
Horizontale strepen verschijnen op het
beeld.
Dit gebeurt bij het opnemen van beelden
onder een fluorescentielamp, natriumlamp of
kwiklamp en duidt niet op een storing.
Er verschijnen zwarte strepen als u een
televisiescherm of computerscherm
opneemt.
Stel [
SteadyShot] niet in op [Actief]
(p. 62).
NL
SteadyShot] op [Aan]
SteadyShot] op