3. Defibrillatorcircuit voor opladen en ontladen: er wordt gecontroleerd of de
defibrillatorelektronica van het apparaat naar behoren functioneert en in staat is om met 200 Joule
op te laden en te ontladen.
4. Hardware-/softwaremicroprocessor: de elektronica van de volledig automatische AED Plus-
microprocessor en de integriteit van de software daarvan worden gecontroleerd.
5. CPR-circuit en sensor: er wordt gecontroleerd of CPR-bewaking en de detectie van de
compressiediepte naar behoren functioneren.
6. Audiocircuit: er wordt gecontroleerd of de gesproken meldingen naar behoren functioneren.
Na deze zelftest geeft de volledig automatische AED Plus aan dat de gebruiker op de reset-knop voor
de batterijen moet drukken, binnenin het batterijvak. Als u op deze knop drukt, geeft de
gebruiksindicator van de batterijen aan dat deze volledig zijn opgeladen.
LET OP! Druk NIET op de reset-knop voor de batterijen als niet alle batterijen nieuw zijn. Als u op de
reset-knop voor de batterijen drukt wanneer er gebruikte batterijen zijn geplaatst, kan dit
ertoe leiden dat er een onjuiste, te hoge batterijcapaciteit wordt weergegeven. Zie "Batterijen
installeren en vervangen" op pagina 19 voor meer informatie.
Zelftest bij inschakelen
De volledig automatische AED Plus voert wanneer het apparaat wordt ingeschakeld een zelftest uit en
controleert de volgende functies:
1. Batterijcapaciteit: er wordt gecontroleerd of de gebruiksindicator van de batterijen aangeeft dat er
voldoende batterijcapaciteit resteert.
2. Aansluiting defibrillatie-elektroden: er wordt gecontroleerd of de defibrillatie-elektroden correct
zijn aangesloten op het apparaat.
3. ECG-circuit: er wordt gecontroleerd of de elektronica voor het verzamelen en verwerken van het
ECG-signaal naar behoren functioneert.
4. Defibrillatorcircuit voor opladen en ontladen: er wordt gecontroleerd of de defibrillatorelektron-
ica van het apparaat naar behoren functioneert en in staat is om met 2 Joule op te laden en te
ontladen.
5. Hardware-/softwaremicroprocessor: de elektronica van de volledig automatische AED Plus-
microprocessor en de integriteit van de software daarvan worden gecontroleerd.
6. CPR-circuit en sensor: er wordt gecontroleerd of CPR-bewaking en de detectie van de
compressiediepte naar behoren functioneren.
7. Audiocircuit: er wordt gecontroleerd of de gesproken meldingen naar behoren functioneren.
ZOLL AED Plus Handleiding voor de beheerder
17