Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Geleidbaarheidsmenu; Kalibreren (Calibrate); Eenheden (Units); Bemonsteringsmethode (Sample Mode) - Walchem WBL Series Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor WBL Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

5.2
Geleidbaarheidsmenu (Conductivity Menu)
Het geleidbaarheidsmenu biedt de volgende instelmogelijkheden: Calibration, Self Test, Unit Selection,
and Sampling Mode Setup (Kalibreren, Zelftest, Keuze eenheid en Bemonsteringsmethode). Extra
instellingen worden verder besproken. Zie figuur 7, Overzicht Geleidbaarheidsmenu.

Kalibreren (Calibrate)

Om de geleidbaarheid te kalibreren, gebruikt u ofwel een draagbare meter of een standaardoplossing. Stel
de controller zo in dat de waarden overeenkomen. Nadat u "Calibrate" gekozen hebt, toont de eenheid
voortdurend geleidbaarheidswaarden. Druk op een pijl-toets om de weergegeven waarde te veranderen
zodat ze met die van de draagbare meter of de bufferoplossing overeenkomt. U moet op
om een nieuwe kalibratie te activeren. U moet op de
aftapuitgang wordt niet beïnvloed tot u het kalibratiemenu verlaat; als hij AAN was wanneer de
kalibratie begon, dan zal hij aan blijven tot u het menu verlaat. Als u voor niet-continue bemonstering
gekozen hebt, dan zal de aftapklep automatisch opengaan wanneer u in het kalibratiemenu komt.
Zelftest (Self Test)
Druk op
ENTER
simuleert inwendig een geleidbaarheidsopnemer en moet altijd een waarde tussen 980 en 1020 µS/cm
weergeven. Als dit niet het geval is, ontkoppel dan de opnemer en herhaal de zelftest. Als de afgelezen
waarde nog altijd niet in de zone 1000 ± 20 ligt, dan is er een probleem met de elektronica en moet de
eenheid nagezien worden. Als de zelftest een waarde in het voorziene bereik oplevert, maar er een
probleem is met het kalibreren, dan is de opnemer zelf of de bedrading ervan defect.

Eenheden (Units)

U kunt kiezen om de geleidbaarheid in µS/cm of in ppm weer te geven. Druk op
daarna de pijl-omhoog en pijl-omlaag om de eenheden te veranderen. Als u de eenheden verandert, zult u
gewaarschuwd worden om uw instellingen te controleren. Dit is belangrijk. Ingestelde waarden worden
niet automatisch omgezet van µS/cm in ppm. Als u de eenheden verandert, zult u uw instellingen voor
het aftappen moeten veranderen.
Ppm-Conversiefactor (ppm C.F. )
Dit is de ppm-conversiefactor (of vermenigvuldiger). Die is typisch 0,666, maar kan gewijzigd worden
om aan verschillende vereisten te voldoen.

Bemonsteringsmethode (Sample Mode)

Druk op Enter om continue bemonstering of een van de types niet-continue bemonstering te kiezen. Een
'C' na de weergegeven waarde betekent dat het bemonsteren continu verloopt, een 'I' geeft aan dat het
intermitterend gebeurt (niet-continu), een "T" staat voor niet-continu bemonsteren met periodiek
aftappen en een "P" voor niet-continu bemonsteren met aftappen evenredig (proportioneel) met de
aftaptijd.
Bij installaties waarvan continu monsters worden genomen, kan de geleidbaarheid constant in het oog
worden gehouden. Als de geleidbaarheid boven de ingestelde waarde stijgt, dan wordt er een klep
geopend om de geleidbaarheid te laten zakken. In het geleidbaarheidsmenu zijn er geen extra menu's die
betrekking hebben op deze manier van aftappen.
Installaties met een niet-continue bemonstering lezen de geleidbaarheid af op bepaalde intervallen bij
een gegeven bemonsteringsduur. Als de geleidbaarheid boven de ingestelde waarde ligt, zal de klep die
om de zelftest te beginnen. Druk op een willekeurige toets om te stoppen. De zelftest
-toets drukken om de kalibratie te verlaten. De
EXIT
20
drukken
ENTER
en gebruik
ENTER

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wbl300-1 seriesWbl300-4 seriesWbl300-5 series

Inhoudsopgave