4.3
Toetsenbord
Het toetsenbord bevat 4 richtingpijlen keys en 4 functietoetsen. De pijlen worden gebruikt om de
instelcursor te verplaatsen en de instellingen te veranderen, terwijl de functietoetsen gebruikt worden om
waarden in te voeren en de verschillende menu's te doorlopen. De functietoetsen zijn
(einde), NEXT (volgende)
de verschillende menupunten te verplaatsen.
waarde in te voeren.
hoofdmenuniveau bevindt, zult u met
Om een waarde in een submenu te veranderen, beweegt u met de toets pijl-links en pijl-rechts de cursor
naar links of rechts van elke cijfer of optie die gewijzigd kan worden. Met pijl-omhoog en pijl-omlaag
zullen de numerieke waarde groter of kleiner worden, of worden de mogelijke opties doorlopen. Druk
alleen op
ENTER
4.4
Toegangscode
De controller van de WBL-reeks wordt geleverd met gedeactiveerde toegangscode. Raadpleeg Sectie 5.8
als u het gebruik van de toegangscode wenst te activeren. Als de toegangscode geactiveerd is, kan elke
gebruiker de parameterinstellingen zien, maar ze niet veranderen.. Merk op dat dit alleen beschermt
tegen onachtzaamheid. Vergrendel het deksel als u meer bescherming wenst.
4.5
Opstarten
Voor de eerste keer opstarten
Nadat u de behuizing hebt gemonteerd en het toestel bedraad is, is de controller klaar om opgestart te
worden.
Steek de stekker van de controller in het stopcontact en zet de hoofdschakelaar aan om het toestel onder
spanning te zetten. Het display zal kort het WBL-modelnummer weergeven en daarna naar het normale
overzichtsscherm terugkeren. Loop door de menu's, kalibreer de afgelezen waarden van de
geleidbaarheid en de temperatuur en stel de regelparameters in volgens de uitleg van Sectie 5, Werking.
Om terug te keren naar het overzichtsscherm, drukt u een aantal keer op de
zal de controller na 10 minuten automatisch naar dit scherm terugkeren.
Normaal opstarten
Nadat uw ingestelde waarden in het geheugen zijn opgeslagen is opstarten (Startup) een eenvoudig
proces. Controleer gewoon de toevoer, zet de controller aan, kalibreer hem zo nodig en hij zal zijn
regeltaak beginnen uitvoeren.
en
(vorige).
PREV
wordt gebruikt om één menuniveau terug te keren. Als u zich in het
EXIT
EXIT
wanneer u klaar bent met alle gewenste wijzigingen voor het betreffende menuscherm.
en
NEXT (volgende)
wordt gebruikt om in een submenu te gaan en een
ENTER
naar het overzichtsdisplay terugkeren.
17
ENTER, EXIT
dienen om u tussen
PREV (vorige)
-toets. Als u niets doet,
EXIT