Informatie extern apparaat
2
Algemeen
Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor medisch personeel dat werkt met de IntelliBridge
EC10-module in combinatie met een IntelliVue-monitor en de IntelliBridge EC5 ID-module,
het patiëntbewakingsnetwerk, de centrale post, het lijstensysteem, elektronische medische rapporten
(EMR) of ziekenhuisinformatiesystemen (ZIS).
Maak uzelf voordat u begint met het bewaken van patiënten met het systeem vertrouwd met alle
aanwijzingen in dit document en in de gebruiksaanwijzing van uw patiëntmonitor en let daarbij vooral
op de waarschuwingen en let op's. Lees en bewaar de gebruiksaanwijzingen, die bij elk extern apparaat
worden geleverd, aangezien deze belangrijke informatie bevatten die niet wordt herhaald in dit
document.
De door de fabrikant meegeleverde gebruiksaanwijzing van het externe apparaat bevat informatie over
gegevens van het Open Interface die kunnen worden verzonden naar IntelliBridge. Hiertoe behoort
onder meer een lijst met curven, numerieke waarden, alarmen, technische alarmen en modi.
Afhankelijk van de implementatie van de fabrikant van de Philips IntelliBridge en VueLink Open
Interface (IVOI) in het externe apparaat kan het voorkomen dat sommige numerieke en niet-
numerieke waarden:
•
niet kunnen worden gezien in trends op IntelliVue-patiëntmonitors
•
niet kunnen worden gebruikt in vooraf geconfigureerde indelingen op het scherm
•
niet worden weergegeven op de IntelliVue Informatiepost (PIIC/PIIC iX)
•
dynamisch worden toegewezen aan HL7-gegevenscodes (die kunnen veranderen als gevolg van
externe invloeden) in een netwerkomgeving en daarom niet kunnen worden verzonden naar
elektronische medische rapporten of patiëntgegevensbeheersystemen.
Raadpleeg ook de Programmeringshandleiding van de IntelliVue Information Center HL7 Parameter
Data Interface voor waarden die beschikbaar zijn via de HL7 Parameter Data Interface als u een
IntelliVue Informatiepost gebruikt.
WAARSCHUWING
De signaallabels en alarmberichten die worden gebruikt op de patiëntmonitor kunnen een andere tekst
of vertaling hebben dan de labels op het externe apparaat. De labels op de patiëntmonitor worden, met
de volledige naam van elk signaal en alarmmelding, vermeld in de door de fabrikant meegeleverde
gebruiksaanwijzing van het externe apparaat.
De alarmprioriteiten die worden gebruikt op de patiëntmonitor kunnen eveneens afwijken van de
labels op het externe apparaat.
2
7