5. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 4 op pagina 16.
6. Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 5 op pagina 17.
7. Draai desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 6 op pagina 17.
8. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 7 op pagina 17.
HOE EEN OEFENING VOOR DE HARTSLAG TE
GEBRUIKEN
1. Het bedieningspaneel aanzetten.
Zie stap 1 op bladzijde 16.
2. Kies een oefening voor de hartslag.
Om een van de hartslagtrainingen te selecteren,
drukt u herhaaldelijk op de toets Hartslag-
programma's [Heart Rate Programs] tot de woor-
den HEART RATE 1 of HEART RATE 2 op het
scherm verschijnen.
3. Invoeren van een doelinstelling voor de
hartslag.
Enkele seconden nadat u een hartslagtraining
geselecteerd hebt, verschijnen de woorden
Maximale hartslag voor deze oefening invoeren
ENTER MAX TARGET HEART RATE FOR THIS
WORKOUT op het scherm en het nummer 110
begint te knipperen.
Tijdens Hartslagtraining 1, wordt dezelfde doel-
hartslag ingesteld voor alle segmenten van de trai-
ning. Indien u Hartslagtraining 1 hebt geselec-
teerd, drukt u de toetsen verhogen en verlagen
boven de toets Hartslagprogramma's om de
gewenste doelhartslag in te stellen (zie Intensiteit
van de training (OEFENFREQUENTIE op pagina
26).
Tijdens hartslagtraining 2, worden verschillende
doelhartslagen geprogrammeerd voor verschillen-
de segmenten van de training. Indien u hartslag-
training 2 hebt geselecteerd drukt u op de toetsen
verhogen en verlagen boven de toets
Hartslagprogramma's om de gewenste maximum
doelhartslag in te stellen voor de training (zie
Intensiteit van de training (OEFENFREQUENTIE
op pagina 26).
4. Draag de borstkaspolssensor of gebruik de
handgreep met polssensor.
U moet voor het programma voor de hartslag de
borstkaspolssensor of de handgreep met polssen-
sor gebruiken. Opmerking: Het bedieningspaneel
zal uw hartslag niet nauwkeurig kunnen aangeven
wanneer u de borstkassensor en de handgreep
met polssensor gelijktijdig gebruikt.
Tijdens de programma's voor de hartslag hoeft u
niet voortdurend de handgreep met polssensor
vast te houden wanneer u de handgreep met pols-
sensor gebruikt. U moet echter regelmatig de
handgreep vasthouden om te zorgen dat het pro-
gramma goed werkt. Ledere keer dat u de hand-
greep met polssensor gebruikt, moet u ervoor
zorgen dat u de metalen contactpunten min-
stens 30 seconden lang vasthoudt.
21