4. Volg uw vorderingen op de display.
Tijdens de training, toont het scherm het trainings-
profiel, de resterende tijd van de training en de
afgelegde afstand.
Om het profiel, fietstempo en afgelegde afstand te
zien, drukt u op de Display toets. Let op: De woor-
den Versnellen of Vertragen kunnen op het
scherm verschijnen om u aan te moedigen uw
tempo in de buurt te houden van het doeltempo
voor het betreffende segment.
Om de resterende tijd van de training te zien,
zowel als de afgelegde afstand, drukt u op de
Display toets. Druk nogmaals op de Display toets
om de resterende tijd en het geschatte aantal ver-
brande calorieën te zien.
Druk weer op de Display toets om resterende tijd,
afgelegde afstand, platform helling, verbrande
koolhydraten en fietstempo te zien. Let op: Er kan
een pijl omhoog of omlaag op het scherm verschij-
nen die aangeeft dat uw tempo hoger of lager is
dan het doeltempo voor het betreffende segment.
Druk nogmaals op de Display toets om het eerste
scherm weer te zien.
5. Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 5 op bladzijde 17
6. Draai desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 6 op pagina 17.
7. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 7 op pagina 17.
CREËER EEN TRAINING OP MAAT
1. Het bedieningspaneel aanzetten.
Zie stap 1 op bladzijde 16.
2. Selecteer een training op maat.
Voor selectie van een training op maat, drukt u
een of twee keer op de [Custom Programs] toets.
Wanneer u een training op maat selecteert, zullen
de naam van de training en de bijbehorende
instellingen enkele seconden op het scherm ver-
schijnen.
3. Begin te trappen om de training te starten en
programmeer de gewenste instellingen.
Elke training is verdeeld in 30 segmenten van 1
minuut. U kunt een weerstandsniveau en een
doeltempo programmeren voor elk segment.
Het weerstandsniveau voor het eerste segment is
eenvoudig te programmeren door de weerstand
van de pedalen aan te passen door de OneTouch
Resistance toetsen in te drukken. Om een doel-
tempo voor het eerste segment te programmeren
kunt u gewoon in het gewenste tempo fietsen.
Aan het eind van het eerste segment, slaat de trai-
ning het huidige weerstandsniveau en het huidige
tempo in het geheugen op. Programmeer een
weerstandsniveau en een doeltempo voor het
tweede segment zoals boven beschreven wordt.
Doe de oefening voor maximaal veertig minuten.
Stop met trappen als de oefening af is. Daarna
wordt de training die u hebt gecreëerd in het
geheugen opgeslagen. Let op: Als uw training min-
der dan dertig minuten duurt, zullen overgebleven
segmenten worden opgeslagen met het laatst
geprogrammeerde weerstandsniveau en doeltem-
po.
4. Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 7 op pagina 17.
19