kiNDerVeiliGheiD: uitschakelen, inschakelen van de passagiersairbag voorin
1
uitschakelen van de
passagiersairbags voorin
(voor de auto's die hiermee uitgerust zijn)
Voordat u een kinderzitje kunt installeren op
de passagiersstoel voorin, moet u verplicht
de aanvullende veiligheidsvoorzieningen bij
de autogordel van de passagier voorin uit-
schakelen.
1.52
2
uitschakelen van de airbags: stilstaande
auto, contact uit, druk en draai de knop 1
in stand oFF.
Met contact aan, moet u verplicht controle-
ren of het controlelampje 2 op het centrale
display oplicht en, afhankelijk van de auto,
of de boodschap "passagiersairbag off" ver-
schijnt.
NB: als de auto een zijairbag heeft, wordt
deze ook uitgeschakeld.
Dit lampje blijft constant branden om u
eraan te herinneren dat u een kinderzitje
kunt gebruiken.
(1/3)
GeVaar
Omdat het gevaarlijk is als de
passagiersairbag voorin in wer-
king komt als er een kinderzitje
achterstevoren op de voorstoel is ge-
plaatst, mag u Nooit een kinderzitje
achterstevoren (met de rug naar de weg)
installeren op een voorstoel met een
actieVe airBaG. Dit kan de DooD
van het kiND of erNstiG letsel tot
gevolg hebben.
Het in- en uitschakelen van de
passagiersairbag moeten bij
stilstaande auto gebeuren.
Als dit bij rijdende auto ge-
beurt, lichten de controlelampjes
©
en
op.
Om de staat van de airbag weer in over-
eenstemming te brengen met de stand
van de grendel, zet u het contact uit en
weer aan.
å