elektrische auto:
6
7
opladen van de tractiebatterij
Contact uit en portieren ontgrendeld:
– neem het oplaadsnoer uit de bagage-
ruimte van de auto;
– haal het uit zijn opbergzak;
– sluit het uiteinde van het snoer aan op de
stroombron (paal, huishoudelijk stopcon-
tact);
Het oplaadsnoer kan niet worden aange-
sloten en losgekoppeld als de portieren
vergrendeld zijn.
1.12
opladen (5/6)
– open de oplaadklep 6;
– open de klep 7;
– pak de handgreep 9 vast;
– sluit het snoer aan op de auto;
– controleer of het laadsnoer goed is vast-
geklikt. Trek zachtjes aan het handvat 9
om de vergrendeling te controleren en
druk niet daarbij niet op de knop 8.
Het waarschuwingslampje
strumentenpaneel licht op.
Indient gewenst kunt u de auto vergrende-
len. Het snoer kan dan niet losraken van de
auto.
8
9
ṋ
op het in-
U ziet dat het opladen begint aan het vijf
keer oplichten van de knipperlichten. Een
boodschap op het instrumentenpaneel geeft
aan hoe lang het opladen nog duurt.
U hoeft niet te wachten totdat u op reserve
rijdt om de auto op te laden.
Voorzorgen bij het loskoppelen van de
aansluiting
– Controleer of de portieren zijn ontgren-
deld.
– grijp het handvat 9 en druk op de knop 8;
– Blijf de knop 8 ingedrukt houden en
koppel het oplaadsnoer los van de auto.
ṋ
Het controlelampje
op het instru-
mentenpaneel dooft.
– Sluit de klep 7.
– Sluit de klep 6.
– Ontkoppel het snoer van de stroombron.
– Berg het snoer op in zijn zak en daarna in
de bagageruimte.
NB: Het maakt niet uit of het oplaad-
snoer eerst wordt aangesloten op of
wordt losgekoppeld van de auto of de
stroombron.