aaNVulleNDe VeiliGheiDsVoorzieNiNGeN VooriN
Afhankelijk van de auto, kunnen deze be-
staan uit:
– gordelspanners;
– frontale airbags 1voor de bestuurder
en passagier.
Deze voorzieningen worden gelijktijdig of af-
zonderlijk, afhankelijk van de ernst van de
aanrijding, geactiveerd bij een frontale bot-
sing.
Afhankelijk van de ernst van de aanrijding,
kan het systeem de volgende middelen ac-
tiveren:
– blokkering van de autogordel 2;
– de gordelspanner (die in werking komt
om de speling van de autogordel op te
heffen);
– de frontale airbag.
1
Gordelspanners
De gordelspanners dienen ervoor om de
autogordel strak tegen het lichaam te trek-
ken en daardoor de inzittende in zijn stoel
te drukken wat de effectiviteit van de gordel
verhoogt.
Bij contact aan, kan tijdens een ernstige
frontale aanrijding, afhankelijk van de ernst
van de schok, het systeem de gordelspan-
ner activeren die onmiddellijk de gordel strak
trekt.
(1/3)
– Laat al deze veiligheidsvoor-
zieningen controleren na een
2
aanrijding.
– Het is streng verboden zelf
werkzaamheden uit te voeren aan
het gehele systeem (gordelspanners,
airbags, rekeneenheden, bedrading)
of deze in een andere auto over te
zetten.
– Om te voorkomen dat het systeem
ten onrechte in werking komt, mag
uitsluitend deskundig personeel van
de merkdealer aan de gordelspan-
ners en airbags werken.
– Het elektrische ontstekingsmecha-
nisme van de gordelspanners mag
uitsluitend door speciaal opgeleid
personeel met speciaal gereedschap
worden gecontroleerd.
– Laat de gaspatronen van de gordel-
spanners en de airbags door een
merkdealer verwijderen voordat de
auto wordt gesloopt.
1.37