verwisseLen van een wieL
Schakel de alarmknipperlich-
ten in.
Zet de auto stil op een hori-
zontale, stroeve en stevige on-
dergrond (leg indien nodig een stevige
plank onder de krik) op veilige afstand
van het verkeer.
Zet de handrem vast en zet de transmis-
sie in de stand P P).
Laat alle inzittenden uitstappen en houd
hen op veilige afstand van het verkeer.
5.10
(1/2)
1
4
Verwijder de wieldop (indien van toepas-
sing).
Draai de wielbouten iets los met de wiel-
moersleutel 2. Plaats deze zo dat u deze
naar beneden kan drukken.
Begin met het uitdraaien van de krik 4 met
de hand door de wielmoersleutel te draaien.
U moet de kop van de krik op de metalen
steun 1 plaatsen die het dichtst bij het be-
treffende wiel is, en afhankelijk van de auto,
op de met een driehoek aangegeven plek.
Bij een zachte ondergrond moet u een plank
onder de voet plaatsen.
Ga door met vastzetten om de voet goed
op de grond te plaatsen. Draai de wielmoer-
sleutel 3 van de krik om het wiel van de
grond los te maken.
2
3
Als u de auto heeft stilgezet
in de berm van de weg, moet
u de andere weggebruikers
waarschuwen door middel van
de gevarendriehoek of op een andere,
in het land waar u bent, voorgeschreven
manier.
Om verwondingen of schade
aan de auto te voorkomen,
draait u de krik uit tot het te ver-
vangen wiel zich op maximaal
3 centimeter van de grond bevindt.